Computers of suikerbieten?

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Dinsdag 30 november 1999 start de Millenniumronde in het Amerikaanse Seattle. De Wereldhandelsorganisatie ( WTO) geeft daarmee het startschot voor een nieuwe reeks onderhandelingen voor de vrijmaking van de wereldhandel. Terwijl België in de Europese Unie nauw aanleunt bij het conservatieve kamp van uitgebreide subsidiëring en protectionisme, trekt Nederland mee aan de kar voor meer liberalisering. Een gesprek met de leidende ambtenaar van de Nederlandse delegatie voor Seattle, Frans Engering, sinds 1984 directeur-generaal van de buitenlandse economische betrekkingen, bij het ministerie van Economische Zaken.

TRENDS. Seattle verwacht 5000 topdiplomaten, maar ook 50.000 tegenbetogers. Zij vinden dat meer vrijhandel jobs vernietigt, de levensstandaard verlaagt en de wereldwijde ‘rat race’ versnelt.

FRANS ENGERING. Het omgekeerde is waar. Internationale handel leidt tot een stijgende welvaart. De groei in de Derde Wereld ligt met double digit-cijfers hoger dan in het Westen, met zijn groei van 3%. Zeg dus niet dat de wereld armer wordt. Vaak gaat dat weliswaar ten koste van goede arbeidsvoorwaarden en een beter milieu. Maar hoe was de toestand in het rijke Westen 100 jaar geleden? Je moet eerst welvaart creëren, vooraleer je de arbeidsvoorwaarden kan verbeteren. Er zijn onvoldoende scholen in de Derde Wereld. Als je de kinderen uit de fabriek haalt, stuur je ze regelrecht in de prostitutie. Voor het milieu geldt hetzelfde mechanisme. Door zijn groeiende welvaart, kan Nederland een groter budget besteden aan een duurzaam milieu. De Rijn is aanzienlijk zuiverder dan twintig jaar geleden. Er zwemt weer zalm tot in Arnhem.

De Europese Unie zwaait te vaak met het moraliserende vingertje. Een pragmatischer optie is het wegwerken van de exportsubsidies, vooral in de landbouw.

Sinds 1993 is al een derde van de exportsubsidies afgeschaft. Nederland wil ten minste op dit tempo voortgaan. We zijn geduldige mensen, maar tegen 2010 moeten die exportsubsidies verdwijnen. Niets is agressiever en meer handelsverstorend. De Europese Unie dumpt zijn landbouwoverschotten in Afrika, zodat de lokale landbouw niet kan concurreren. Die armoede op het platteland leidt tot stadsvlucht, met alle problemen vandien. Bovendien drukt Europa met dat agressieve exportbeleid misschien wel betere concurrenten uit de VS en Oceanië van de markt.

De Amerikanen subsidiëren hun eigen landbouw nochtans met 2550 miljard frank in 1999. Toch niet meer dan logisch dat ook de EU de boeren beschermt?

Het wordt hoog tijd dat landbouw als een gewone sector wordt behandeld. Door het gemeenschappelijk landbouwbeleid krijgen de boeren in de EU een hoge prijs voor hun producten. Landbouw is de enige economische sector waar politici onderhandelen over vaste hoge prijzen. Dat deden ze in de Sovjet-Unie ook. Met het verdwijnen van de Koude Oorlog heeft de strategische grondgedachte van zelfvoorzienende landbouw geen nut meer. Waarom moet de EU zelf suiker maken, met enorme subsidies voor de suikerbietteelt als gevolg? Suikerriet uit de Derde Wereld wordt van onze markt geweerd, terwijl die productie veel goedkoper is. Computers worden dan weer massaal ingevoerd uit Korea en Taiwan. Zijn computers niet strategisch? Wordt daar echt over nagedacht of worden hier enkel gevestigde belangen gediend?

Volgens de Europese landbouwcommissaris Franz Fischler kan landbouw niet zonder subsidies. De Europese boeren vrezen dat ze worden platgedrukt door concurrenten, die aan minder strikte normen gebonden zijn.

Waarom denken boeren zo defensief? De EU is op alle fronten de grootste: op het vlak van productie, export én import van landbouwproducten. Nederland is, na de VS en Frankrijk, de grootste landbouwexporteur ter wereld. Moeten we nu echt schrik hebben van de concurrentie? Het Europees landbouwbeleid moet dringend worden genormaliseerd. Eén miljard Indiërs en 1,2 miljard Chinezen gaan nu op grote schaal consumeren. Die kansen moet je pakken, zoniet neemt een ander die markten.

Dat klinkt mooi, maar hoe wil je dat kleine landen als België en Nederland op een conferentie met 5000 topdiplomaten in het debat doorwegen?

Nederland heeft de grootste haven van de wereld, is wereldwijd het zesde investeringsland, de zevende economische grootmacht en de derde grootste exporteur van landbouwproducten. Als econoom kan ik het niet over mijn lippen krijgen dat Nederland een klein land is. Ook België hoort als middelgrote speler bij de top. Binnen de EU, de grootste economische wereldmacht, kan je in Seattle enorm wegen op het eindresultaat. We zitten er als Nederlanders dus niet als spek en bonen bij.

wolfgang riepl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content