COMMISSARIS MET BOERENHART

De symboliek was pijnlijk: op 31 maart startte Robin Cook, de Britse minister van Buitenlandse Zaken en de huidige voorzitter van de Europese Raad van Ministers, gesprekken met vijf landen uit Centraal- en Oost-Europa plus Cyprus. De uitbreiding van de Europese Unie moet onder meer leiden tot een drastische herziening van Europa’s verkwistend Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Op hetzelfde ogenblik verwezen in een nabijgelegen zaal de Europese landbouwministers de voorstellen tot hervorming van het landbouwbeleid – zoals die worden voorgesteld door de Commissie in haar Agenda 2000 – naar de prullenmand. En in de straten van Brussel protesteerden Ierse, Italiaanse en Duitse landbouwers omdat Europa wel eens een einde zou kunnen maken aan het dure subsidiesysteem dat hen zolang in de watten heeft gelegd.

Europees commissaris voor Landbouw Franz Fischler ligt daar evenwel niet wakker van. Vóór deze Tiroler in 1995 Oostenrijks allereerste EU-commissaris werd, was hij vijf jaar lang minster van Landbouw in zijn land. En ook vóór zijn ministeriële carrière legde hij zich al toe op landbouw. Als de landbouwministers vergaderen, is hij dan ook doorgaans beter geïnformeerd dan om het even wie rond de tafel.

Maar dat betekent nog niet dat Fischler ook geliefd is. Tot nog toe hebben alle Europese ministers van Landbouw – behalve die van Denemarken, Zweden en Groot-Brittannië – de Fischler-hervormingen als “volstrekt onaanvaardbaar” afgedaan. De voorgestelde prijsdalingen voor graan, rundvlees en melk zouden overbodig en nutteloos zijn; er kon geen sprake van zijn de prijzen naar beneden te halen zonder de landbouwers een volledige compensatie voor het inkomensverlies te bieden; het was voorbarig om productierestricties te schrappen en om het even welke hervormingen toe te staan voor de wereldhandelsgesprekken van volgend jaar, wanneer de Amerikanen allicht om meer zullen vragen en dus de EU twee keer zou moeten betalen. De conclusie van de ministers luidde dan ook: de Commissie én Fischler moeten het hele plan maar eens grondig herbekijken.

In de ogen van Fischler gaat het daarbij grotendeels om een pose. Na de vergadering merkte hij droogjes op dat de ministers van Landbouw nog veel vijandiger stonden tegenover de hervormingen van commissaris Ray MacSharry in 1991, maar in 1992 toch het hele plan aanvaardden. In een poging om de tegenkanting te fnuiken, bracht Fischler, sinds de plannen ontsluierd werden in juli 1997, een aantal subtiele wijzigingen aan in de Agenda 2000. Hij voerde de subsidies voor voornamelijk uit maïs samengesteld kuilvoeder opnieuw in, verhoogde de melkquota en liet individuele landen meer controle toe over de wijze waarop ze hun eigen rundveeboeren steunen. Geen enkel land, zo stipt hij aan, is met een valabel alternatief voor de dag gekomen, ook zijn twee luidruchtigste criticasters – Duitsland en Spanje – niet.

Fischler geeft met trots toe dat zijn hervormingsvoorstellen de meest drastische zijn die ooit in het gemeenschappelijk landbouwbeleid naar voor werden geschoven. De voorstellen van MacSharry hadden het alleen over rundvlees en graan. Die van Fischler gaan verder in die sectoren en omvatten bovendien voorstellen tot prijsdalingen en andere besparingen in de zuivelsector, de olijfoliebranche, tabakswaren en wijn.

Als de nieuwe agenda wordt goedgekeurd, zal het gemeenschappelijk landbouwbeleid daar ongetwijfeld wel bij varen. Maar misschien is Fischler iets te hoopvol over zijn kansen: de Ieren beweren dat ze zo’n 400 miljoen dollar per jaar zullen verliezen als de plannen doorgang vinden. Ze dreigen hun veto te stellen. De Spanjaarden overigens ook: zij zeggen dat de hervormingen een discriminatie inhouden ten voordele van noordelijk graan en rundvlees en ten nadele van zuiderse olijfolie, enzovoort. Ook Frankrijk, Duitsland en Italië nemen duidelijk stelling tegen Fischler, die dus nog heel wat inspanningen zal moeten leveren om de noodzakelijke meerderheid bij elkaar te krijgen.

In het verleden heeft Fischler echter al vaker getoond een sluw tacticus te zijn. Denk maar aan de manier waarop hij de rellen rond de Britse gekke koeien heeft gesust. Hij weet dat de Duitse parlementsverkiezingen in november van doorslaggevend belang zullen zijn, omdat een door socialisten geleide Duitse regering zeker gunstiger zal staan tegenover hervormingen van een landbouwbeleid dat de Duitse belastingbetaler meer kost dan wie ook. In tegenstelling tot verschillende Landbouwministers, voert hij bovendien aan dat, wanneer de EU naar de wereldhandelsgesprekken van volgend jaar zou stappen zonder een overeenkomst over de hervormingen van het GLB, de Unie duchtig onder vuur zal worden genomen door de rest van de wereld.

Fischler hoopt in ieder geval dat hij ook na 1999 – wanneer zijn huidige mandaat afloopt – kan aanblijven als Landbouwcommissaris. Hij verwijst slechts zelden naar de kandidaat-lidstaten tot de EU als de drijvende kracht achter zijn hervormingen. Maar op het ogenblik dat Polen – met een kwart van de actieve bevolking werkzaam in de landbouw – toetreedt, zal een nieuwe hervormingsronde zeker nodig zijn. De budgettaire rekensommetjes van Fischler zijn subtiel: zonder er al te veel de aandacht op te vestigen, heeft hij genoeg ruimte gelaten binnen de geplande grenzen voor de EU-uitgaven aan landbouwbedrijven om het volledige GLB langzaam naar het Oosten uit te breiden, inclusief – als het nodig is – directe uitbetalingen aan landbouwers.

Waarom niet alle landbouwsubsidies gewoon schrappen en de Europese landbouwers op de wereldmarkt gooien? Fischler maakt bezwaar: “Als de Europese samenleving geïnteresseerd is in een landbouwmodel dat inhoudt dat de landbouwproductie niet alleen wordt gemeten in graan en rundvlees, maar ook in termen van landschap en milieu,” zo zegt hij, “dan moet daarvoor een bijkomende kostprijs betaald worden.”

In zijn hart is Fischler nog steeds de vriend van de landbouwers. Hij wil het GLB hervormen om de subsidies in stand te houden, niet om ze af te schaffen. Een radicale vrijemarktadept zou zelfs kunnen aanvoeren dat hij niet drastisch genoeg tewerk gaat. Maar landbouwers (en Landbouwministers) zijn, als steeds, erg kortzichtig.

T.E.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content