Comfort en ruimte zat

Voor de test van deze Citroën C5 kozen we de meest rationele versie, meteen ook de interessantste voor de fleet: de 1.6 HDi turbodiesel. Wellicht de meest verspreide motor op Belgische wegen. Omdat niet alleen Citroën hem gebruikt, maar ook Peugeot, Ford of Volvo. De kleine turbodiesel werd immers samen door Ford en de Franse PSA-groep gebouwd, en bevolkt intussen behoorlijk wat modellen. Vinden we hem soms iets krap, dan komt hij anders weer verrassend uit de hoek. Het zal wel volkomen irrationeel zijn, we geven het toe, maar in een Peugeot 407 zouden we liever wat meer power hebben. En zie: in deze Citroën C5 voelen we de 1.6 HDi helemaal tot zijn recht komen, onder het motto meer moet dat niet zijn. De meest rationele keuze die je dus ook heel gezwind en soepel laat rijden. Even niet geconcentreerd, en je zit ook bij 150 op de autoweg.

Klein is de C5 nochtans niet. Naar goede gewoonte in de autowereld alweer iets langer dan zijn voorganger (4 centimeter). En volgens Citroën hoort hij degelijker te zijn, meer kwaliteit en klasse uit te stralen. Dat is ook zo, zelfs de kwaliteit van de afwerking valt behoorlijk mee, wat van Franse auto’s niet altijd gezegd kan. Het is weliswaar niet de eerste keer dat we het verhaal horen, maar toch: Citroën wil met deze C5 het Duitse bastion bekampen. Mooi is hij alvast. Even doet hij denken aan de algemene vormgeving van de Peugeot 407, maar met wat goede of kwade wil zie je er ook een vleugje BMW of zelfs Audi in, vooral dan in zijn achtersteven. En dat zou dus best een bewuste designkeuze kunnen zijn. Want hoewel je alom hoort en leest dat het zogenaamde M2-segment van de berlines onder druk staat, is het in Europa nog altijd goed voor 2 miljoen auto’s per jaar. Daarmee houdt een constructeur al eens een band aan het rollen. De populaire SUV’s en monovolumes vreten immers aan het marktaandeel van de klassieke berline, maar die compenseert dat dan weer met een groeiende verkoop van de breakversie. De opdeling berline/break voor auto’s van het type 407, C4 of A4 is in onze contreien fiftyfifty.

Rijden met de C5 is een aangename, verpozende ervaring. Comfort en ruimte zat. Elektronische stabiliteitscontrole ESP is standaard, net zoals zeven klapzakken, zelfs eentje voor de knieën. Qua ophanging laat Citroën kiezen uit zijn bekende hydro-pneumatische vering of een klassieke stalen versie. Die laatste is een knipoog naar consumenten die vinden dat een Citroën te zacht is afgeveerd, maar ook naar de fleetwereld, wegens goedkoper om bouwen. (T)

Jo Bossuyt