Club van Rome herleeft in Brussel

Over twee weken begint in Johannesburg de wereldtop van de Verenigde Naties over Duurzame Ontwikkeling. De herboren Belgische afdeling van de Club van Rome, die 30 jaar geleden een schokgolf door het economische denken joeg, stuurt een delegatie met een gedurfde tekst.

Over twee weken landt Raoul Weiler, hoogleraar aan de KU Leuven, in Johannesburg voor de conferentie van de Verenigde Naties over Duurzame Ontwikkeling. Weiler is voorzitter van de onlangs heropgerichte Brusselse-EU-afdeling van de Club van Rome. Die denktank veroorzaakte dertig jaar geleden een schokgolf met zijn discours over de grenzen aan de groei. Het rapport Limits to Growth (Prisma, 1972) werd een internationale bestseller en veroverde de Vlaamse boekenplanken.

De officiële Belgische delegatie in Johannesburg telt zestig deelnemers. Wat de Belgische ministers en niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) in Zuid-Afrika zullen vertellen, is koffiedik kijken. De leden van de Brusselse-EU-afdeling – wetenschappers, euroambtenaren, hoogleraren, ingenieurs en een handvol politici – verdedigen alvast een platformtekst van de Club waarin ze eigen klemtonen naar voren schuiven.

De Brusselse-EU-club is gegroeid vanuit vriendschappen en discussies bij Terra2000, het Europese onderzoeksproject Information Society and Sustainable Development, gefinancieerd door het Information Society Technologies Programme (IST) van de Europese Commissie. “We moeten dringend tot een beter wereldbeleid komen,” zegt Raoul Weiler. “Het is duidelijk wat er moet gebeuren om de vervuiling tegen te gaan, de visbestanden te redden, het milieu te beschermen enzovoort. Maar ik moet pijnlijk genoeg vaststellen dat in Europa en de Verenigde Staten het leiderschap ontbreekt om op te treden. De conferentie van Johannesburg moet nieuwe vormen van world governance mogelijk maken. En daar heeft de Belgische regering een rol in te spelen.”

Dr. ir. Raoul Weiler (63) is oud-onderzoeker van de groepsresearch van Bayer in Leverkusen, oud-voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging, en hoogleraar aan de landbouwfaculteit van de KU Leuven. Zijn compagnon de route bij de Brusselse afdeling is Pol T. Descamps (67), oud-hoofdaandeelhouder en bedrijfsleider van Barco (de familie Descamps stond mee aan de wieg van de Belgian American Radio Corporation of Barco), ingenieur, onderzoeker, consultant, lid van het Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden (VKW), en ideeënmakelaar.

Prins El Hassan bin Talal, de oom van de jonge Jordaanse koning, leidt de Club van Rome. “De Club streeft naar respect voor de commons van de mensheid, en naar het incalculeren van de kosten van de natuurvernietiging door de overheid en de bedrijven,” zegt Weiler. Descamps: “De term wereld- commons is een mooie uitbreiding van het Engelse begrip ‘commons’, de gedeelde dorpsweiden. Water, elektriciteit, gas, lucht zijn van ons allemaal. Die ‘commons’ mogen dan ook niet geprivatiseerd worden.”

Nieuwe start

In 2000 werd opnieuw een Belgische afdeling van de Club van Rome opgericht. De leden van de eerste Belgische club, die rond de jaren zeventig actief waren, hebben afgehaakt. Daniel Janssen van Solvay was de meest zichtbare vooraanstaande van het eerste Rome-genootschap.

De publicatie van Limits to Growth bezorgde de Club wereldfaam. De stelling was duidelijk: “De grondstoffen van de aarde zijn eindig, en tegelijk stijgt de wereldbevolking exponentieel. Die kloof kan alleen krimpen door een nieuwe levenswijze”. Na Limits to Growth volgden dertig boeken en studies die minder weerklank kregen, zoals No Limits to Learning uit 1978. “De reikwijdte van de studies is breder. Zowel economie als ecologie, oceanologie, elektronica en kenniswetenschap werden bediscussieerd,” zegt Weiler.

De basisstelling van de Club van Rome heet neo-Malthusiaans, naar de Engelse dominee en econoom Thomas Malthus (1766-1834). In 1798 publiceerde die het Essay on the Principle of Population, dat het optimisme van Jean-Jacques Rousseau bestreed. “De trend is een snelle groei van de bevolking en een haperende groei van de bestaansmiddelen,” aldus Malthus. Hij pleitte dan ook voor minder geboorten.

In 1972 voorspelde Limits to Growth dat sommige grondstoffen uitgeput zouden raken, en klonk het pleidooi om minder te verspillen (Weiler: “Slechts sommige conclusies van Limits to Growth zijn neo-Malthusiaans.”). Volgens de Club zou het goud uitgeput zijn tegen 1981, het zilver tegen 1985, het zink tegen 1990. De drie grondstoffen zijn vandaag echter nog in overvloed aanwezig, net als andere zogenaamd bedreigde grondstoffen.

In het rapport Beyond the Limits uit 1992 voorspelde de Club van Rome dat de oliebronnen tegen 2031 droog zouden staan; de gasbellen tegen 2050. “In bepaalde stellingen van het eerste rapport zit een Malthusiaanse ondertoon,” zegt Weiler. “In sommige gebieden van de wereld gaat dat Malthusianisme volledig op – ik denk daarbij aan Rwanda – in andere gebieden minder. Toch is de basisstelling correct: onze planeet doorloopt een transitieperiode. En in die transitie, waarbij de mensheid zal groeien tot 10 miljard bewoners in 2050, tegenover zes miljard vandaag en drie in 1970, is het essentieel om omzichtig met grondstoffen om te springen. De explosie van de middenklasse in de Derde Wereld, zoals in India, leidt tot een ondraaglijk wereldconsumentisme. Onderwijs en een mentaliteitsverandering moeten ervoor zorgen dat de mens een goede rentmeester is van de aarde.”

Met kennis kunnen we de ontsporingen te lijf gaan, vindt ook Descamps. De Club van Rome zet daarbij de mens en zijn rol in de nieuwe tijd centraal, aangevuld met ecologische klemtonen.

Macht van NGO’s groeit

De Club van Rome is een niet-gouvernementele organisatie. Zijn de NGO’s stilaan niet de taken van regeringen en burgers aan het wegkapen? Ruilen zij de representatieve democratie, die zo moeizaam tot stand kwam, niet in voor een consensusdemocratie waarin zij een voorrang opeisen? Raoul Weiler: “Bij de NGO’s zit veel idealisme, een dosis utopie, en kennis – soms méér kennis dan bij de regeringen en de politici. De basis spreekt door de NGO’s, en ze heeft legitimiteit en recht van spreken. De Verenigde Naties bepleit trouwens een samenwerking tussen het bedrijfsleven, de NGO’s en de VN.”

De platformtekst van de Club van Rome besteedt veel aandacht aan de uitputting van de energiebronnen. Maar het woord kernenergie valt niet, terwijl het een onuitputtelijke kracht is, die bovendien kan helpen om de Kyotonormen te halen. “Wij pleiten voor gedecentraliseerde energievoorzieningen. Het lokale niveau is in onze wereldvisie zeer belangrijk,” countert Weiler. “Een Indiaas lid van de Club van Rome wil in 50.000 Indiase dorpen cybercafés openen. Daarvoor heeft hij meer dan 50.000 lokale stroomgeneratoren nodig,” zegt Descamps. “Dergelijke dorpscomputers kunnen de groeiende digitale kloof tussen de ontwikkelde en de onderontwikkelde landen bestrijden.”

“Het Westen moet zijn meerderwaardigheid laten vallen, en een mondiale kennissamenleving tot stand helpen brengen,” zegt Weiler. “Persoonlijk meen ik dat het Westen redenen heeft om met een schuldgevoel te zitten. Onze joods-christelijke beschaving heeft met haar vooruitgangsleer veel wereldproblemen veroorzaakt. Kortom, we moeten evolueren naar een cosmocentrische beschaving.”

Frans Crols [{ssquf}]

Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

“Water, elektriciteit, gas, lucht zijn van ons allemaal. Die ‘commons’ mogen dan ook niet geprivatiseerd worden.”

“Het is duidelijk wat er moet gebeuren om het milieu te beschermen. Maar in Europa en de VS ontbreekt het leiderschap om op te treden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content