CLUB DEL HABANO

Cohiba, Montecristo, Partagas, Romeo y Julieta, Hoyo de Monterrey en Sancho Panza. Namen die sigarenconnaisseurs doen dromen. Ook u kan deze toppers degusteren in één van de kersverse Clubs del Habano.

Terwijl de antirookcampagnes vooral de sigaret willen doven, leek de sigaar spontaan en geruisloos op te branden. In 1972 rookten de Belgen in totaal 300 miljoen sigaren, in 1997 nauwelijks 40 miljoen. De statistieken verhullen evenwel dat de kwaliteitssigaar een opzienbarende revival geniet. “Het past in de lifestyle. Met regelmaat, maar met mate van het leven genieten is nu de boodschap”, meent Luc Vercammen.

De algemeen directeur

van het Brusselse bedrijf Etn. Robert Suter, de alleeninvoerder van Cubaanse sigaren voor de Benelux, zag de trend tijdig ontbolsteren. In 1992 zette hij een stap, die vele ondernemers roekeloos zouden noemen. Vercammen besliste zich voortaan uitsluitend toe te leggen op kwaliteitsproducten, waardoor hij de handel in sigaren van minder allooi stopzette. Meteen trok hij een streep door 30 miljoen frank omzet. “Je kan geen kwaliteitspolitiek belijden als je ook andere producten verhandelt.”

Vandaag blijkt zijn gelijk. In 1991 verkochten Vercammen en zijn 14 medewerkers 1,25 miljoen stuks Cubaanse sigaren uit het topsegment, in 1996 al 2,1 miljoen en vorig jaar 2,7 miljoen. Dit jaar wordt de kaap van de 3 miljoen ruimschoots overschreden.

De invoerder van het luxeproduct kampt zelfs met een luxeprobleem. In 1997 was de vraag in de Benelux veel groter dan het contingent havanna’s dat de Cubanen toekenden. In het eerste semester konden slechts 60 procent van de bestellingen geleverd worden. Dit jaar werd het contingent gevoelig verhoogd. Het fenomeen beperkt zich niet tot de Lage Landen. De Cubaanse topsigaren zijn zo gegeerd, dat de telers in de Vuelta Abajo (waar de klimatologische omstandigheden ideaal zijn) en de torcedores (sigarenrollers) niet kunnen volgen.

Zelfs Naomi Campbell

liet zich fotograferen met een havanna in de hand. Tot afgrijzen van Amerikaanse haviken, vlijde ze zich onlangs ook tegen de baard van communist Fidel Castro aan. In de talkshow van David Letterman, een kijkcijferkanon, spelde de gastheer haar streng de les voor deze onpatriottische daad. Het handelsembargo dat de Amerikanen afriepen tegen Cuba, verhindert de boom van de kwaliteitssigaar niet. Het succes van het glimmende tijdschrift Cigar Aficionado bevestigt de belangstelling. Wellicht troosten de Amerikanen zich met de verhuizing van Davidoff naar de Dominicaanse Republiek, de buur waar de tabaksplanten van hetzelfde klimaat kunnen genieten. “Maar niet van dezelfde bodemgesteldheid”, merkt Vercammen op.

Hollywood-stars als Michael Douglas en Robert De Niro sieren de cover van het magazine en trekken ook een jonger publiek aan. De Benelux moet het stellen zonder imposante steun, maar de kleine regio blijkt groot in de wereld der topsigaren. Op de distributiekaart van de habanos neemt de Benelux een stevige vijfde plaats in op wereldvlak na Spanje, Frankrijk, Groot-Brittannië en Zwitserland.

De Clubs del Habano

moeten de belangstelling voor de havanna’s nog aanwakkeren. “We willen hulp bieden aan bestaande of nieuwe sigarenclubs in de vorm van materiële steun en van degustatieprogramma’s”, licht Vercammen toe. Hij ontkent niet dat hierbij een commercieel aroma opkringelt, maar wijst erop dat de clubs hun onafhankelijkheid bewaren en dat hij vooral kennis wil verspreiden. “We bieden avonden waarop we niet alleen habanos, maar ook hoogkwalitatieve wijnen of sterke drank laten proeven. De boom van de topsigaar gaat hand in hand met deze van fijne nectar als single malt whisky of armagnac.” De uit Knokke afkomstige economist blijkt niet alleen een inventieve manager, maar ook een passioneel connaisseur.

Vercammen spreekt ook de hotelscholen aan. “Een goede maître d’hôtel of sommelier moet bedreven zijn in het aanbieden, behandelen en voorbereiden van de sigaren.” Als introductie schetst hij het ritueel: “De sigaar moet juist boven de lijn, waar het hoedje in het dekblad overgaat, met vaste hand geknipt worden. Voor het aansteken gebruikt men een lucifer of liever een cederhouten stokje. De sigaar wordt gelijkmatig aangestoken door de voet in de vlam te draaien. Zodra het uiteinde gloeit, kan men zacht aanblazen. Men rookt met korte pufjes. Als men hard trekt, wordt de sigaar te heet. Een echte havanna-roker inhaleert niet. De smaakpapillen bevinden zich immers in de mondholte, niet in de longen.”

“De havanna is een uniek mengsel van zon, bodem en vakkennis”, filosofeert de levensgenieter, die van zijn Cohiba lanceros lurkt.

LUC DE DECKER, MARNIX VAN ESBROECK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content