Cliënten willen inspraak

Door de Enron-affaire ligt de hele sector van de vrije beroepen onder vuur, de revisoren voorop. De mondige burger eist meer transparantie én inspraak in de beroepsordes.

Patiënten, cliënten of consumenten zouden ook een stem moeten krijgen in de tuchtprocessen van de ordes van de elf vrije beroepen. Tenminste, dat vindt professor Koen Geens(KU Leuven), voorzitter van de Federatie voorVrije en Intellectuele Beroepen(FVIB). “In elk geval moeten de ordes de deuren openzetten voor de buitenwacht. Dat kan gemakkelijk door de tuchtrechtspraak systematisch te publiceren.” Bovendien zou het volgens Geens al een eind helpen als het verboden werd om een mandaat in een orde te cumuleren met een leidinggevende functie binnen een beroepsvereniging.

De Enron-affaire laat binnen de vrije beroepen haar sporen na. Vooral de revisoren zijn de kop van Jut. Maar ook de andere beroepsverenigingen liggen onder vuur. De publieke opinie eist meer democratie en transparantie. Als reactie stelt de regering de oprichting van een extern controleorgaan voor bedrijfsrevisoren voor. “Toch is een grote meerderheid binnen de politieke overheid nog altijd gewonnen voor het systeem van autoregulering,” zegt professor Etienne De Groot in zijn jongste studie Beroepscorporaties voor de 21ste eeuw (*).

Om tegemoet te komen aan de maatschappelijke kritiek op de bestaande ordes, stelt de hoogleraar geneeskunde aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) wel enkele hervormingen voor. “De aanwezigheid van magistraten in de tucht- en beroepscolleges van de ordes is zonder twijfel van zeer groot belang. Zij zouden de meerderheid moeten vormen – zowel in eerste aanleg als in hoger beroep,” aldus De Groot. “De deelname – al of niet met alleen een raadgevende stem – van ethici aan de organen met normerende bevoegdheid lijkt nuttig. Maar patiënten en consumenten betrekken bij het opstellen van een deontologische code is niet eenvoudig. Tenzij je het principe van zelfregeling opgeeft.”

Uit een enquête van de FVIB waaraan alle betrokken vrije beroepen, behalve de bedrijfsrevisoren deelnamen, blijkt dat het aantal tuchtzaken tussen 1995 en 2000 met 12,5% is gestegen. Meer dan 1% van de leden raakt betrokken bij een zaak in eerste aanleg. Bijna de helft van de dossiers is het resultaat van een klacht door derden. Tegen slechts 17% van de uitspraken wordt beroep aangetekend. Dat bewijst de goede werking van het systeem en de mondigheid van de moderne burger, vindt Geens. “Daarom mag je geen overhaaste hervormingen doorvoeren. Op dit ogenblik heeft de regering al een controle op de autoregulering van de ordes. Elke deontologische code moet immers door een Koninklijk Besluit bekrachtigd worden. In laatste instantie controleert het Hof van Cassatie de wettelijkheid van de tuchtuitspraken,” aldus de FVIB-voorzitter. “Maar de uitbreiding van het externe toezicht op het reilen en zeilen van de beroepscorporaties sluit aan op een maatschappelijke evolutie. Dat geldt zeker voor de bedrijfsrevisoren, die het nauwst verbonden zijn met het algemeen belang.”

E.P. [{ssquf}]

(*) De resultaten van de studie worden vandaag, 7 maart 2002, bekendgemaakt tijdens de FVIB-rondetafel over Ordes en Instituten van het vrije beroep, van 19.30 tot 22 uur in KBC, Havenlaan 2, Brussel.

“Patiënten en cliënten moeten inspraak krijgen in de tuchtprocedures van vrije beroepen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content