CHINA EN PIEKOLIE: EEN ECOLOGISCHE RAMP?

Geert Noels Geert Noels is chief economist van Econopolis.

Energie wordt dé uitdaging van de volgende decennia. De grote moeilijkheid zal erin bestaan om de Chinese energiehonger milieuvriendelijker te maken. De hoop dat dure olie in de toekomst tot propere energie zal leiden, lijkt voorlopig echter ijdel.

Kunt u zich inbeelden dat Marco van Basten voor een wedstrijd van het Nederlands elftal een eigen nederlaag voorspelt? Of dat Bill Gates zegt dat hij de koers van het aandeel Microsoft te duur vindt?

De uitspraken van de Opec en alle grote oliebedrijven (ExxonMobile, Shell, BP…) doen me daar steeds aan denken. Al jaren verklaren ze dat de olieprijzen te hoog staan, en weldra sterk zullen dalen. Eigenaardig, want van een oliekartel zou je verwachten dat ze hoge prijzen nastreven en dat ook liefst zo willen houden. En oliebedrijven worden meestal niet ongelukkiger van dure olie. Waarom blijven deze belanghebbenden dan volhouden dat dure olie slechts tijdelijk is?

Piekolie: uitvinding van fantasten? Het Amerikaanse energieagentschap EIA (1) maakte vorige week zijn jaarlijkse langetermijnvooruitzichten bekend. Normaal verschillen die weinig van de voorgaande jaren. Maar dit jaar zijn er toch enkele belangrijke veranderingen. Zo houdt het EIA meer en meer rekening met olieprijzen die op hoge niveaus zullen blijven. Het agentschap schijnt ook niet veel geloof te hechten aan de officiële statistieken over de oliereserves. De Opec heeft daarin 70 % van de bewezen reserves. Toch daalt voor het eerst het deel van de Opec in de totale toekomstige olieproductie, tot 38 %. Het agentschap heeft misschien het ophefmakende boek van Matthew Simmons gelezen, Twilight in the desert. Daarin trekt de auteur met gedetailleerd cijfermateriaal de grootte van de Saoedische oliereserves in twijfel. Volgens hem zal hun olieproductie daardoor binnenkort pieken en vervolgens afnemen.

De meeste oliebedrijven denken dat zo’n ‘piekolie’-productie pas in 2030-2040 zal gebeuren. Maar het energierapport van BP (2), dat ook vorige week verscheen, toont nu al een sterke daling van de productie in het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Amerika. In de VS kwam de ‘piekolie’ al in de jaren zeventig. Het is een geleidelijk proces.

De niet-Opec-productie daalde in het afgelopen jaar met 1,1 %. In 2002 haalden deze landen de hoogste productie tot nu toe. Sindsdien slagen ze er niet meer in om meer op te pompen. Vandaag wordt er zelfs minder geproduceerd dan in het jaar 2000. Dat er juist op niet- Opec-landen wordt gerekend voor de bijkomende olieproductie in de toekomst, is dus niet evident. Nieuwe reserves worden al lang niet meer gevonden, en de bestaande reserves zijn almaar moeilijker te ontginnen (dalende opwaartse druk, teerzanden, diepzeeboringen, onder de ijskap…). Misschien zit de wereld vandaag al heel dicht bij de zogenaamde piek-olieproductie.

Toekomstige energie, vuile energie? Olie is dus niet de energie van de toekomst, en volgens de projecties van EIA brokkelt haar belang af (zie middelste grafiek). Maar zij die – net als ik – hopen dat de toekomstige energie milieuvriendelijker wordt, zullen ontgoocheld zijn door de vooruitzichten. Hernieuwbare energie speelt bijvoorbeeld geen noemenswaardig grotere rol in de volgende 25 jaar. Gas zal dat wel doen, maar steenkool wordt belangrijker in de toekomst. Dat komt vooral door China, waar steenkool 60 % van de energiebehoefte dekt. Het land is mede daardoor nu al de tweede grootste luchtvervuiler ter wereld. Samen met de VS zijn ze goed voor de helft van de uitstoot van schadelijke stoffen. Terwijl de Kyotolanden het emissieprobleem stabiliseren, explodeert het in de andere landen (zie grafiek rechts). Zonder inspanningen van China en de VS is Kyoto een druppel zeep op een vuile plaat…

Naar een ecologische ramp? Het fundamentele probleem is dat de totale kosten van energie nog steeds onvoldoende in rekening worden gebracht in de wereldeconomie. Hierdoor kon een model ontstaan met een groot ecologisch deficit. Vanuit de hele wereld worden grondstoffen naar China vervoerd. Daar worden ze op een arbeidsefficiënte maar energie-inefficiënte manier verwerkt. En vervolgens wordt Made in China opnieuw naar alle uithoeken van de wereld verscheept. Dat is een kwetsbaar model als energiekosten drastisch zouden verhogen, of als de ecologische factor zou worden doorgerekend.

Olieproducerende landen en -bedrijven hebben er echter baat bij dat energieverbruikers zich niet dergelijke fundamentele vragen stellen. Daarom houden ze vol dat de prijs van energie geen probleem zal zijn.

De combinatie van de explosieve opkomst van China en het probleem van piekolie vormt een potentiële ecologische ramp. De echte fantasten zijn zij die in hun vooruitzichten dit probleem proberen te minimaliseren.

De auteur is hoofdeconoom van Petercam Vermogensbeheer.

Reacties: visienoels@trends.be

(1) www.eia.doe.gov/oiaf/ieo/index.html

(2) BP Statistical Review of World Energy 2006

Geert Noels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content