Chemiesector slaat alarm

Het geduld van de Vlaamse chemiesector is op. De sector heeft de jongste jaren een actieplan voor de transformatie naar duurzame innovatie op punt gesteld en wil nu snel weten of het de overheid menens is met haar plannen om de industrie voortaan te koesteren.

“D maat is vol”, zegt Frank Coenen, de CEO van het beursgenoteerde Tessenderlo Group. “We zitten op het turning point. Als we nu de kans niet grijpen om chemie de steun te geven die nodig is om de groene richting uit te gaan, maken we als regio een historische blunder.”

De sector strijdt al langer tegen de hoge energiekosten, een haperend vergunningenbeleid en een voor de sector gebrekkige doorstroming uit onderwijs. Bovendien vecht de chemie tegen aanzwellende concurrentie, vooral uit het Midden-Oosten, en structurele overcapaciteit op de Europese markt. Alleen sterke industriële clusters hebben een toekomst in Europa, klinkt het. En laat Vlaanderen nu net een wereldspeler zijn, niet alleen in chemie, maar ook in life sciences, dat biotech en farma overkoepelt. Farmagroepen als Janssen Pharmaceutica en Pfizer zijn hier sterk vertegenwoordigd en de Antwerpse haven herbergt de grootste chemiecluster in Europa. Het maakt dat de betrokken sectoren goed zijn voor 62.000 directe en 100.000 indirecte jobs. “En vergeet niet dat de bijdrage van onze sector in de nationale handelsbalans 20 miljard euro bedraagt. Zonder ons zou die jaar na jaar negatief zijn. Een positieve balans betekent welvaart”, zegt Frans Dieryck, de CEO van de sectorvereniging essenscia Vlaanderen. “Maar we zijn ons er ook van bewust dat de afhankelijkheid van niet-hernieuwbare fossiele grondstoffen onze achilleshiel is geworden.”

Essenscia heeft daarom de afgelopen jaren voor de eigen deur geveegd. Duurzaamheid werd het leidmotief van de sector die een eigen groen businessplan voor innovatie heeft uitgewerkt. Dat project ging in 2008 van start onder de naam Fisch, voluit Flanders’ strategic Initiative for Sustainable CHemistry (zie kader). Fisch is intussen uitgegroeid tot een symbooldossier. “Nu moet er een duidelijk signaal komen van de overheid”, zegt Dieryck in een dubbelgesprek met Coenen, die peter is van het project. Met andere woorden: als de overheid niet over de brug komt, zullen de bedrijven daaruit hun conclusies trekken.

Zal Tessenderlo Group haar projecten in het buitenland uitvoeren, als de Vlaamse overheid voor Fisch geen duit in het zakje doet?

FRANK COENEN (CEO TESSENDERLO GROUP). “We zouden dat overwegen. Ik geef een voorbeeld. De subsidies voor onderzoeksprojecten zijn in Frankrijk veel aantrekkelijker dan in Vlaanderen. Het bedrijf vraagt zich af of het zijn projecten niet beter in Frankrijk of de VS doet. Vlaanderen moet een inhaalbeweging maken. Vlaanderen zal zijn industrie, en zeker zijn chemie-industrie, nog meer verliezen als we hier geen grote stappen doen. En dan heb ik het niet alleen over loonkosten, energie en infrastructuur, maar zeker ook over innovatie.”

Zou u uw hoofdkwartier naar het buitenland versassen?

COENEN. “Het beslissingscentrum hoeft niet noodzakelijk zijn fabrieken te volgen, maar het is duidelijk dat we de groeimogelijkheden niet echt hier zien. We zoeken die in groeilanden, Latijns-Amerika, China. Daar proberen we veel actiever zijn. Toch hoeven Vlaanderen en Europa geen avondzone voor chemie te zijn. Ik geloof in de toekomst voor chemie in Europa en Vlaanderen en we zullen onze Belgische activiteiten met hand en tand verdedigen.”

Dus we moeten niet vrezen voor een verpietering van uw groep in België?

COENEN. “Niet meteen. Maar je wordt wel in de hoek geduwd. We zijn gewoon niet competitief. Als je ziet dat een volcontinue arbeider bij ons 27 procent meer kost dan in Duitsland, heb je een probleem. Als je ziet dat het bovendien veel langer duurt om vergunningen te krijgen, en de elektriciteitsprijs hier veel hoger is dan wat wij in Frankrijk betalen, wordt dat veel om te slikken. Een industrieel beleid is absoluut nodig, of we worden verplicht met bepaalde industrieën te verhuizen.”

U vreest dat de chemiecluster, waar we zo prat op gaan, wordt ontmanteld?

COENEN. “We hebben vertrouwen in de toekomst, maar als het industrieel beleid niet aangepast wordt, bestaat dat gevaar.”

“Het zit ons hoog. Niet alleen de chemie-industrie. Bij andere sectoren zul je dezelfde taal horen. We hebben echt nood aan steun voor een industrieel beleid. De bakens zijn gezet. Nu moet het plaatje nog ingevuld en uitgevoerd worden. Cruciaal daarin zal de snelheid zijn, en de middelen. Een cruciaal punt in de vertaling van het groenboek van de Vlaamse regering naar een witboek is de erkenning van het belang van de chemie-industrie.”

U bent niet zeker dat die erkenning er komt?

COENEN. “In de praktijk zie ik dat heel wat industrieën nog heel veel subsidies krijgen, terwijl je vragentekens kan plaatsen bij de toekomst van die industrieën. Als de beleidsvoerders dan toch een industrieel beleid willen voeren, moeten ze dat doen zoals wij in onze bedrijven. Wij bekijken in welke productielijnen we sterk zijn. Die gaan we volop ondersteunen ten nadele van andere lijnen. In chemie en farma, om die twee sectoren te noemen, hoort Vlaanderen echt bij de wereldtop. Ik pleit er dan ook voor die preferentieel te ondersteunen, want daar kunnen we het verschil mee maken. Dat vraagt wel een beetje politieke moed.”

FRANS DIERYCK (CEO ESSENSCIA VLAANDEREN). “Het is belangrijk dat ook politici dat idee dragen. Als we in een parlementaire commissie komen voor zeg maar milieu, vergunningen of innovatie, merk je relatief weinig belangstelling van de parlementariërs.

“Je kunt eigenlijk niet over transformatie spreken als de basics niet in orde zijn, de vergunningen, loonkosten, energiekosten, logistiek en infrastructuur en de hervorming van het onderwijs. Voor de puur Vlaamse bevoegdheden, vergunningen, onderwijs en energie, hebben we zeer concrete voorstellen op tafel gelegd. De visienota over vergunningen en de oriëntatienota voor de hervorming van het secundair onderwijs zijn belangrijke signalen. De overheid kan nu ook een duidelijk signaal geven door geld op tafel te leggen.”

En als dat niet gebeurt?

DIERYCK. “Dat moet gebeuren. We hebben absoluut een verankering nodig van onze kennis van duurzame chemie. Daar bestaat geen financieringsmechanisme voor. Daar moet de overheid dan ook kleur bekennen en zeggen ‘wij willen dat’. Dat is in het verleden genoeg gebeurd voor andere dingen. Nu heb ik de indruk dat in het groenboek alle heil wordt verwacht van het TINA-fonds voor alles wat industrieel beleid is. Maar dat is te eng. Industrieel beleid is ook onderzoek, en dat is het IWT. Daar moeten voldoende fondsen zijn om projecten in te dienen.”

COENEN. “Uit het groenboek blijkt dat de regering een beetje weg wil van subsidies, wat een gezond economisch idee is. Maar de ons omringende landen doen dat niet in dezelfde mate, en zo heb je weer een competitiviteitsprobleem. Maar we mogen niet te negatief klinken. Ik denk dat we met de staten-generaal en het groenboek en duidelijk signaal krijgen. Afwachten of het wordt ingevuld.”

Minister-president Kris Peeters moest eindelijk werk maken van een industrieel beleid?

COENEN. “Tien jaar geleden was het normaal om te zeggen dat Vlaanderen naar een dienstengerichte maatschappij moest gaan. Dat hoor ik toch niet meer. Ik denk dat er een heel breed besef is gekomen in de politieke wereld dat industrie belangrijk is voor welvaart en competitiviteit. Het is trouwens een valse discussie om diensten tegenover industrie te zetten. Ook bij chemie heb je veel computerondersteuning nodig of veel logistiek. Het is geen zwart-witdiscussie.”

Fisch ligt op tafel. En nu?

COENEN. “Die projecten gaan hoe dan ook door. Ofwel doen die bedrijven hun onderzoek hier, dan wel elders, bijvoorbeeld in de VS of Duitsland. We moeten maken dat het in Vlaanderen gebeurt, en daar is de overheid voor nodig.”

DIERYCK. “Want eens ze weg zijn, komen zulke bedrijven niet meer terug.”

Wanneer wilt u duidelijkheid?

DIERYCK. “Er is afgesproken dat er voor eind dit jaar een witboek op tafel ligt. Onze vraag is dus ook duidelijk: voor het einde van dit jaar moet een aantal zeer concrete maatregelen die wij gevraagd hebben, ingevuld zijn.”

U zet de overheid het mes op de keel.

COENEN. “Wij staan zeer positief tegenover de mogelijkheden van chemie in Vlaanderen. Maar we schreeuwen om hulp om voor ons een duidelijk kader te creëren.”

DIERYCK. “Andere landen staan niet stil. Geen enkel land geeft zoveel steun en subsidies aan onderzoek als Frankrijk, en ook Nederland is al langer begonnen met een regiegroep chemie die rechtstreeks rapporteert aan de minister-president. Soms hoor je als argument dat we van Europa geen subsidies mogen geven. Dat is niet correct. Europa geeft een kader dat Frankrijk en ook Wallonië maximaal gebruiken, bijvoorbeeld voor infrastructuur. In Vlaanderen is dat kader kleiner gemaakt.”

Lees Opinie Terechte vrees voor een historische blunder, blz. 40

bert lauwers, fotografie thomas de boever

“We hebben absoluut een verankering nodig van onze kennis van duurzame chemie. Daar bestaat geen financieringsmechanisme voor”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content