Centrumrechts is de jackpot

De Amerikaanse politieke wetenschapper Francis Fukuyama voorspelde zeven jaar geleden het einde van de (politieke) geschiedenis door het einde van de politieke concurrentie. Als enig redelijk alternatief bleef over de liberale democratie, gesitueerd in een globaliserend kapitalisme. Al de rest was roemloos naar de prullenmand van de geschiedenis verwezen.

Een snelle blik op het politieke landschap in Vlaanderen lijkt Fukuyama ongelijk te geven. De politieke concurrentie lijkt er feller dan ooit. Bovendien worden bestaande of vermeende tegenstellingen opnieuw ingebed in de aloude links-rechtse tegenstelling. Het Vlaams Blok wil het de VLD lastig maken op zijn rechtervleugel wijl Karel De Gucht (VLD) halsstarrig beweert dat zijn partij geen vleugels heeft. Johan Vande Lanotte (SP), de grote linkse spelverdeler, heeft de CVP een plaats toegewezen aan de rechterkant. Het deel van de partij dat zich ‘out’ via Mark Eyskens en de gebroeders Van Rompuy wil dit bevel wel opvolgen, maar een ander deel van de partij, ‘gevoiced’ door Reginald Moreels, wil dan weer een linkse ACV-partij, overpeperd met kosmopolitische caritas.

Polarisering.

Heeft deze polarisering op de links-rechtse as, waarrond dezer dagen zoveel schijngevechten worden geleverd, nog zin? Zuiver wetenschappelijk bekeken, moet het antwoord hierop ondubbelzinnig neen klinken. De combinaties van ideeën, die in de westerse politieke geschiedenis opgang hebben gemaakt, zijn zo complex dat het waanzin is deze op een eendimensionele as te willen wringen.

De oorsprong van deze primitieve classificatie moeten we zoeken in de Franse Assemblée Législative tijdens de Franse revolutie. Daar zaten de aanhangers van de constitutionele monarchie – de zogenaamde Feuillants -, toevallig rechts en de republikeins gezinde Jacobijnen links. Mochten we de links-rechtse as in deze oorspronkelijke betekenis toepassen, dan moeten we het republikeinse Vlaams Blok naar de linkerhoek van het parlement laten verhuizen, en de vrijgekomen plaatsen rechts toebedelen aan de linkse bewonderaars van het monarchistische België.

Sinds de Franse revolutie zijn de politieke polariseringen bestendig complexer geworden en werd het steeds riskanter een bepaalde politieke stroming op de links-rechtse as een plaats te willen geven. De linkse historiografen zullen de negentiende-eeuwse aanhangers van het vrije marktstelsel een vaste stek geven op de rechterkant van het politieke podium. Uit het pas verschenen boek van Olivier Boehme, ‘ Revolutie van Rechts en Intellectuelen in Vlaanderen tijdens het Interbellum‘, blijkt dan weer dat de ‘revolutie van rechts’, die sinds het einde van de negentiende eeuw haar opgang maakte, stevig antikapitalistisch was en de vrije markt verwierp. De linksen vinden de vrije markt rechts, want kapitalistisch en ondemocratisch. De rechtsen vinden de vrije markt links, want ondermijnend voor de tradities en geleid door een volksvreemde kosmopolitische elite.

Kortom, nagenoeg alle linkse ideeën werden in de geschiedenis ooit wel eens door zichzelf als rechts beschouwende bewegingen in het vaandel gevoerd en vice versa.

Cluster.

Is de polarisering tussen links en rechts wetenschappelijk gezien nonsens, ze zal wellicht nog lange tijd een rol spelen op de politieke markt. Dit heeft te maken met de inherente dynamiek van een liberale democratie, hier opgevat als een open systeem waarin politieke stromingen vreedzaam kunnen wedijveren en alternantie van politieke elites een reële mogelijkheid is. Sinds de CVP na veertig jaar in de oppositie is beland, beantwoordt Vlaanderen volop aan deze omschrijving. Zodra zich op de politieke markt van de liberale democratie een succesvol cluster van politieke ideeën en organisaties heeft ontwikkeld, zal dit cluster een tegenmacht oproepen die haar succes probeert te bouwen op de onvermijdelijke fouten die het eerste cluster zal maken. De links-rechtse polarisatie is dan alleen maar een taal waarin men zich tegenover elkaar positioneert. Omschrijft het eerste cluster zich eerder als rechts, dan zal de tegenmacht zich als links aandienen of omgekeerd.

Op dit ogenblik omschrijft het meest succesrijke politieke cluster zichzelf als centrumlinks. Qua politieke ideeën beroept dit cluster zich op een cocktail van gematigd liberalisme op economisch vlak, van hyperinterventionisme op sociaal vlak gedragen door een ‘gelijkerechtenrethoriek’ en leidend tot een substitutie van vrijwillige organisaties door staatsinitiatieven, van internationaal kosmopolitisme met minachting voor particularisme en nationalisme. Qua organisaties steunt dit cluster op de restanten van de sociaal-democratische arbeidersbeweging, de groenen en de links-liberalen. Het vormt zowat de ruggengraat van de huidige paars-groene regering in België, hetgeen niet betekent dat alle partijen van deze coalitie integraal tot het centrumlinkse cluster moeten worden gerekend. Dit is niet het geval voor de VU, die problemen blijft hebben met het internationaal kosmopolitisme, en voor (een groot deel van de) VLD, die problemen heeft met het sociaal hyperinterventionisme.

Tegenover dit oppermachtige cluster staat voorlopig alleen een rauw nationalistisch en xenofoob ‘extreem rechts’ dat nooit in staat zal zijn de rol van centrumlinks over te nemen.

Niche.

Op de huidige politieke markt is derhalve een levensgrote ‘niche’ ontstaan, die vraagt om door een succesvolle politieke ondernemer te worden ingevuld. Deze ‘niche’ zal, gelet op de democratische dynamiek, moeten worden opgevuld met een cluster dat zichzelf met het etiket ‘centrumrechts’ zal moeten tooien. Centrumrechts zal dan eerder staan voor een radicaler vrijemarktdenken, een grondige ombouw, en in kwantitatieve termen ook afbouw van de sociale welvaartsstaat, en meer sociale verantwoordelijkheid voor vrijwillige verbanden zoals gezinnen, onderwijsinstellingen, verenigingen en bedrijven, voor de afwijzing van multiculturele dogma’s, maar voor een bewuste integratie van de migrantenbevolking in onze beschaving, voor een radicaal subsidiariteitsdenken in internationale en intra-federale relaties.

Een dergelijk centrumrechts recept heeft in de huidige Europese politieke constellatie de potentie van een electorale jackpot. Van de bestaande politieke firma’s in Vlaanderen zijn alleen de CVP en de VLD in staat om een gooi naar deze jackpot te doen. Een oud Engels rijmpje luidt evenwel als volgt: ” He that will not when he may, when he will shall have nay.” Dit rijmpje zou wel eens hetzij op Stefaan De Clercq hetzij op Karel De Gucht van toepassing kunnen zijn.

Boudewijn Bouckaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content