Btw-eenheid is geen lege doos

Op 1 april 2007 wordt de btw-eenheid van kracht. Eind november keurde de ministerraad het optionele regime goed. De bedrijven zelf mogen kiezen welke dochtermaatschappijen ze in België onder één btw-nummer plaatsen. Die vennootschappen hoeven voor onderlinge transacties geen btw meer te factureren. Los van de administratieve vereenvoudiging, zal deze maatregel bepaalde groepen – vooral uit het onderwijs en de medische en financiële sector – heel wat besparingen opleveren.

Het regime is wel aan bepaalde voorwaarden verbonden om misbruik te vermijden. Als de moedermaatschappij beslist om een btw-eenheid op te richten, moet ze al haar dochters waarin ze rechtstreeks voor meer dan 50 % participeert in het stelsel opnemen. De andere deelnemers dienen financieel, organisatorisch en economisch met elkaar verbonden te zijn. Een lid moet drie jaar deel uitmaken van de btw-eenheid. De btw-administratie beschikt over een termijn van een maand om een aanvraag gemotiveerd te weigeren. De leden zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de btw-eenheid ontstaan tijdens hun lidmaatschap. Voorts worden geen waslijst van verboden transacties opgesteld, maar geldt de algemene antirechtsmisbruikmaatregel.

Net als de notionele interestaftrek in de vennootschapsbelasting (geen fiscale discriminatie tussen financiering met eigen of vreemd vermogen), herstelt de btw-eenheid de neutraliteit in de indirecte belastingen. “De maatregel is geen lege doos, zoals gevreesd werd,” vindt Kenneth Vyncke, consultant Indirect Tax Deloitte. “België krijgt een fiscaal instrument dat dankzij zijn flexibiliteit, transparantie, evenwicht en rechtszekerheid tot de Europese top behoort. Zo heft het nieuwe stelsel het onbillijke nadeel op voor bedrijven, die nu btw op intragroepstransacties voorfinancieren. De btw-eenheid zal ook buitenlandse investeerders aantrekken en nieuwe jobs creëren. Voortaan kunnen belastingplichtigen zich toeleggen op hun kernactiviteiten en de rest in eigen land uitbesteden zonder btw-kosten, waardoor zij schaalvoordelen realiseren. Voorts verhoogt de btw-eenheid de slagkracht van de belastingadministratie. In de toekomst zal ze alle zustermaatschappijen samen aan één grondige btw-controle kunnen onderwerpen.”

Het bedrijfsleven reageert enthousiast op het aangepaste ontwerp van Koninklijk Besluit. “De maatregel laat btw-optimalisaties toe,” besluit Danny Stas, vennoot btw bij Tiberghien Advocaten. “Zo is verhuur van onroerend goed vrijgesteld van btw, zodat de verhuurder zijn btw op de bouw niet altijd kan aftrekken. De btw-eenheid maakt een eind aan deze discriminatie.”

E.P.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content