BRUGPENSIOEN IN DE KERING. Sociaal losgeld

De prijs voor de sociale vrede ? Die komt dit jaar Karel Vinck toe. De gedelegeerd bestuurder van Union Minière slaagt erin om 1600 banen te schrappen zonder enig spoor

van revolte.

De toverformule ? Brugpensioenen. De aanpak is echter op zijn retour, wegens te duur, niet in het minst voor de bedrijven zelf.

“Ik heb nog nooit zo’n dure KAO weten afsluiten. Dergelijk resultaat had ik nooit verhoopt. ” Herwig Jorissen, die als sekretaris van de CMB (ABVV) mee de onderhandelingen leidde rond de herstrukturering vanUnion Minière, klinkt biezonder opgetogen.

Volgt dan een lofrede op de man die vorig jaar door de lezers van dit blad tot Manager van het Jaar werd gekozen. “Het heeft veel te maken met de aanpak van Vinck. Hij is een man van de dialoog. Ik heb destijds met Vinck ook de onderhandelingen over de herstrukturering bij Bekaert gevoerd. In beide gevallen gaf hij blijk van een aparte benadering : tijdig en grondig ingrijpen voor het bedrijf op de rand van de afgrond staat. Hij biedt perspektief en speelt open kaart. Wat een kontrast met de manier waarop de Sabena-direktie het aanpakt. “

Maar vieren Vinck en zijn “kameraden” van de vakbonden hun sociale idylle niet op kosten van de belastingbetaler ? De erkenning als “onderneming in herstrukturering” laat de UM-direktie toe pakweg 1000 werknemers al op hun vijftigste met brugpensioen te sturen (zie kader : Het wettelijk keurslijf). Die zijn resoluut verloren voor de arbeidsmarkt, maar krijgen wel nog 15 jaar (het gaat meestal om mannen) een werkloosheidsuitkering. Dat kost de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) aan een gemiddelde jaarlijkse werkloosheidsvergoeding van 400.000 frank al gauw zo’n slordige zes miljard frank.

GOUDEN HANDDRUK.

Jorissen reageert geprikkeld. “Men zou beter wat minder schieten op het brugpensioen. Union Minière zou er goedkoper van af kunnen komen door geen gebruik te maken van het brugpensioen. Dan hoeft het geen bijdragen te storten. ” De vakbondsman verwijst naar de zogeheten “kapitatieve bijdragen” die de werkgevers sinds een vijftal jaar moeten betalen als ze een beroep doen op brugpensioen. Voor brugpensioen op vijftig is de werkgever aan de RVA 4500 frank per kop en per maand verschuldigd. Daarnaast dient aan de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) maandelijks nog eens 1000 frank afbetaald te worden (voor ondernemingen in herstrukturering slechts 750 frank).

Die werkgeversbijdragen komen bovenop de aanvullende vergoeding die de patroon aan zijn bruggepensioneerden moet betalen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Dat supplement is berekend op de helft van het verschil tussen de werkloosheidsuitkering en het laatste nettoloon. Bij UM ramen de vakbonden dat supplement op gemiddeld 13.000 frank per maand. Ook hier passeert de staat : de bruggepensioneerde moet 4,5 % van zijn totale uitkering (werkloosheidsvergoeding en werkgeverssupplement) afstaan. Indien de werkgever opteert voor een afvloeiing buiten het stelsel van brugpensioen om, wordt ook deze inhouding ontlopen.

De vakbonden raamden zelf de faktuur die UM moet betalen voor de afvloeiing (de direktie houdt de boeken voorlopig nog dicht). Voor 1000 bruggepensioneerden (op vijftig jaar) moet het bedrijf aan supplementen en bijdragen zo’n 3,3 miljard frank neertellen. Dat is een minimum, omdat het aantal bruggepensioneerden allicht hoger zal liggen (bij de arbeiders gaan er 847 op vijftig met brugpensioen, het cijfer voor de bedienden staat nog niet vast, maar als die ook op vijftig moeten gaan, zijn er dat nog eens 385).

Daarmee is de kous niet af. Vinck betaalt de bruggepensioneerden nog eens extra 5000 frank netto per maand, wat minstens een miljard kost. Bovendien krijgt een honderdtal werknemers die nog te jong zijn om van de regeling van brugpensioen op 50 te genieten, toch later bij hun vertrek op die leeftijd dezelfde supplementen bovenop de werkloosheidsuitkering (kostprijs geraamd op ruim 200 miljoen). En om nog een paar honderd anderen aan te porren het bedrijf te verlaten, zwaait de direktie met premies allerhande.

De herstrukturering van UM mag de werkloosheidskas met pakweg 6 miljard frank bezwaren, de inspanning die het bedrijf zelf levert is van eenzelfde orde. De direktie betaalt al gauw 5 miljard frank sociaal losgeld. Omgerekend een slordige 3 miljoen frank per geschrapte baan, een gouden handdruk die kan tellen.

DALENDE TREND.

De massale brugpensionering bij UM springt in het oog. Maar de fenomenale expansie van de brugpensioenen ligt toch al een poos achter ons (zie grafiek : Totaal aantal bruggepensioneerden). Sinds de piek van 140.000 in 1990 neemt het aantal bruggepensioneerden (zeer) geleidelijk af, tot nog 133.000 volgens de jongste telling (september 1995).

Dat moet toch voor een flink stuk op rekening worden geschreven van de verscherpte reglementering. De invoering van werkgeversbijdragen maakten het stelsel duurder voor de bedrijven. Daarnaast werd de brugpensioenleeftijd gaandeweg opgetrokken, terwijl de erkenning van ondernemingen in moeilijkheden en herstrukturering die een lagere brugpensioenleeftijd, tot 50 jaar, mogen toepassen werd verstrengd (zie kader : Wettelijk keurslijf). De instroom van jonge bruggepensioneerden is gevoelig teruggevallen. Dat zal de algemene neerwaartse trend van het totaal aantal verder versterken.

“Steeds meer bedrijven zoeken alternatieven voor de brugpensioenregeling, want die is duur geworden, ” stelt Chris Botterman vanuit zijn praktijk als advizeur bij SBB Sociaal Sekretariaat. Hij verwijst naar een aantal recente bedrijfsherstruktureringen, zoals bij zuivelgroep Comelco en de industriële bakkerij Le bon grain.

Een alternatief is dat de werkgever een supplement betaalt bovenop de werkloosheidsvergoeding buiten het brugpensioenstelsel om. Naast het vermijden van diverse heffingen heeft dit tevens het voordeel dat de betrokkene al op zijn 60ste echt met pensioen kan gaan (bruggepensioneerde mannen kunnen dat pas op 65).

De overheid toonde zich overigens beducht voor dergelijke regelingen. Enkele jaren geleden werd wettelijk in de mogelijkheid voorzien om de werkgeversbijdragen voor brugpensioenen ook toepasselijk te maken op gelijkaardige werkgeverstegemoetkomingen. De wet kreeg echter nooit enige uitvoering. “Dat was ook niet nodig, ” zegt Peter Vansintjan, advizeur van minister van Arbeid Miet Smet. “De stabilizering van het aantal bruggepensioneerden ging immers niet gepaard met een stijging van het aantal oudere werklozen. Dat geeft aan dat de vervanging van het brugpensioen door gewone werkloosheid met werkgeverstoeslag niet echt een vlucht neemt. “

De werkgeversfaktuur in de brugpensioenregeling kan dan vrij hoog liggen, men moet er wel rekening mee houden dat in de meeste sektoren een groot deel van de kosten solidair door de hele sektor worden gedragen via de fondsen voor bestaanszekerheid. Dat maakt het brugpensioen voor individuele bedrijven wat aantrekkelijker. Overigens verkiezen ook de werknemers nog steeds het brugpensioen. Ze kennen het systeem. Het biedt hen een grotere zekerheid. De werkgeverstoeslag ligt vast in een KAO en als het bedrijf over de kop gaat, neemt het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen de faktuur over.

JAN VAN DOREN

KAREL VINCK (UNION MINIERE) Wint met glans de prijs van de sociale vrede 1995, maar moet daarvoor diep in de zakken tasten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content