Broedplaatsen voor starters

Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Start-ups kunnen hun zakenidee uitbroeden in een incubator of een accelerator. Maar de ene incubator is de andere niet. Hoe maakt een starter de beste keuze?

Wereldwijd zijn er meer dan tweeduizend acceleratoren, stelt de gespecialiseerde website f6s.com, en dat terwijl het Amerikaanse Y Combinator, het eerste acceleratorbedrijf ter wereld, pas in 2005 werd opgericht. Seedcamp en Startupbootcamp, de bekendste twee Europese acceleratoren, opereren vanuit Londen en zijn actief in verscheidene Europese landen. België is daar voorlopig niet bij.

In het onlinemagazine Tech.eu telde de technologiejournalist Robin Wauters eind vorig jaar 94 Europese acceleratoren. Hij hanteerde strikte criteria om tot dat cijfer te komen. Van de acht Belgische acceleratoren halen alleen Idealabs en Nest’up de selectie (zie kader Acht Belgische acceleratoren). Het aanbod van acceleratoren, incubatoren, hackathons en boostcamps in ons land is zo’n kluwen dat Startups.be, een koepel van startersinitiatieven, druk bezig is er orde in te scheppen. “Een twintigtal co-workingruimtes en acceleratoren voor ondernemers in de technologiesector bespeelt dat segment”, zegt Karen Boers van Startups.be.

Toch is er in België nog plaats voor meer. IT, healthcare en creatieve bedrijven zijn voldoende afgedekt door de bestaande incubatoren en acceleratoren in Vlaanderen. “Maar voor sectoren zoals cleantech en biotech is dat niet zo”, zegt Sven De Cleyn van iMinds, de onafhankelijke onderzoeksinstelling die door de Vlaamse overheid wordt gefinancierd. “Dat kan veel beter. In die sectoren is ook een ander type ondernemingen actief, omdat er veel meer kapitaal nodig is en de bedrijfsruimtes specifieke voorzieningen nodig hebben, zoals cleanrooms en labo’s. In Antwerpen wordt gewerkt aan een incubator voor chemiestart-ups.”

1. Wat is het verschil tussen een incubator en accelerator?

Acceleratoren en incubatoren stomen een start-up in een beschermde omgeving intensief klaar voor een welbepaald doel. Een product maken dat aan de minimale markteisen voldoet, kan zo’n doel zijn, maar evengoed het ophalen van extern kapitaal.

De termen ‘incubator’, ‘accelerator’ en ‘co-workingruimte’ worden vaak door elkaar gebruikt. Co-workingruimtes zijn ruimtes waar mensen samenkomen om te werken. “Eigenlijk is een koffieshop met wifi ook een co-workingruimte”, zegt Bert Van Wassenhove van de incubator Think With People. “Maar zelfs als verschillende bedrijven een gebouw delen, noem ik dat geen incubator. Er kunnen tussen die bedrijven wel kruisbestuivingen zijn, maar als ze niet worden gestimuleerd, blijft het effect toch heel beperkt.”

Een incubator bevindt zich tussen een co-workingruimte en een accelerator in: het is een fysieke ruimte waar een bescheiden inhoudelijk programma wordt aangeboden, gericht op starters die hun idee beginnen te ontwikkelen. De Hoorn in Leuven, C-Mine in Genk, iMinds Start-up Garage in Gent en Innotek in Geel en Mol zijn voorbeelden van zulke incubatoren.

“Een accelerator is vooral een inhoudelijk programma om een start-up te begeleiden”, zegt Sven De Cleyn. “Er zijn acceleratoren die een fysiek kantoor hebben, maar dat hoeft niet. Acceleratorprogramma’s duren doorgaans maar drie tot zes maanden, terwijl incubatorprogramma’s iets langer lopen.”

2. Wanneer gaat u het beste met een accelerator of incubator in zee?

“Hoe sneller hoe liever”, antwoordt Sven De Cleyn van iMinds. “Want zo kun je meteen je idee evalueren.” Karen Boers van Startups.be vult aan: “Sommige incubatoren, zoals iMinds, vertrekken vanuit het businessidee, terwijl andere zoeken naar talentvolle ondernemers. Het Waalse Nest’up bijvoorbeeld brengt teams van ondernemers bij elkaar en begeleidt hen om een business te starten.”

Aspirant-starters doen er verstandig aan hun plannen met meerdere ondernemers te bespreken, zodat ze het ecosysteem rond het ondernemerschap beter leren kennen. Daarmee kunnen ze een betere keuze maken. Nogal wat Belgische starters eten van meerdere walletjes. Sven De Cleyn: “Je ziet dat ondernemers zich vaak bij meerdere incubatoren aansluiten, omdat die complementair zijn.” In de Verenigde Staten gebeurt dat niet, omdat een start-up aan Y Combinator of TechStars tot 10 procent van zijn aandelen moet afstaan. Beginnende bedrijven die zich laten begeleiden door drie acceleratoren, zijn dan bijna een derde van hun aandelen kwijt.

3. Hoe kiest u de juiste accelerator of incubator?

“Starters moeten vooral aandacht hebben voor de inhoudelijke kant van het programma, en niet zozeer voor de locatie”, zegt Sven De Cleyn van iMinds. “Maar bij ons wordt nog raar opgekeken als een Gentse start-up naar Genk trekt, omdat hij daar het beste zit. In de Verenigde Staten wordt daar geen probleem van gemaakt: iemand die in San Francisco start, verhuist meteen naar New York als hij merkt dat hij daar beter af is.”

Starters doen er goed aan te kijken hoever ze staan met hun idee en welk profiel de verschillende acceleratoren en incubatoren hebben. Bij sommige acceleratoren moeten ze al in staat zijn hun zakenidee te pitchen om mee te mogen doen, terwijl het pitchen bij een initiatief als Nest’up net het eindpunt van het begeleidingsproces is. Idealabs werkt met een selectieprocedure waarbij vaak tientallen start-ups zich inschrijven, maar slechts een handvol wordt uitverkoren. Dat systeem is goed voor ondernemers die al ervaring hebben en in grote lijnen weten hoe hun businessidee eruitziet.

Een incubator als Think With People legt de drempel iets lager, zegt Bert Van Wassenhove. “Wij noemen ons een ‘slow incubator‘. We helpen ondernemers tot ze op eigen benen kunnen staan. Bij sommige ondernemers kan het maanden duren voordat ze echt met elkaar samenwerken. Heel belangrijk is dat het persoonlijk klikt met de mensen van de incubator.”

4. Wie financiert die broedplaatsen?

Het is belangrijk te weten wie de accelerator of de incubator financiert. In de Verenigde Staten zijn acceleratoren zoals Y Combinator of TechStars als start-up begonnen en uitgegroeid tot stevige privébedrijven. Heel wat andere ondernemers willen hun businessmodel kopiëren, maar hun verborgen bedoeling is vooral snel toegang te krijgen tot beloftevolle bedrijven waarin ze kunnen investeren. De financier kan ook de overheid zijn. De Chileense overheid richtte zo StartupChile op, en Estland heeft Startup Wise Guys. De Vlaamse overheid heeft er indirect ook een, doordat het iMinds financiert. Dat biedt met iStart incubatieprogramma’s met coaching en financiering aan, en met iCubes beschikt het over bedrijfsruimte en start-updiensten.

Sven De Cleyn: “In het buitenland zie je dat ook grote bedrijven starters financieel een hand boven het hoofd houden. Google of het Spaanse telecombedrijf Telefónica ondersteunen techhubs in Londen, Parijs, Berlijn en Barcelona.” In België doet het technologiebedrijf Microsoft dat. “Het Microsoft Innovation Centre is een verzelfstandigde vzw, maar het personeel staat nog op de loonlijst bij Microsoft. Solvay neemt initiatieven om startende bedrijfjes te steunen”, stelt Karen Boers.

Ook de Belgische banksector begint met broedplaatsen voor starters. In november opende StartIt, de nieuwe incubator van KBC, op enkele verdiepingen van de Antwerpse Boerentoren. Samen met haar partners wil de bank een heuse startersgemeenschap in het leven roepen. Ook Belfius roert zich als sponsor van het Belgische startersnetwerk Betagroup, dat naar eigen zeggen een gemeenschap met meer dan zevenduizend leden heeft. Behalve in de uitvalbasis Brussel organiseert het ook startersevenementen in Kortrijk en Charleroi. “Die start-upservice van grote bedrijven zoals KBC is geen marketingverhaal, maar een kwestie van businessdevelopment”, zegt Karen Boers.

5. Moeten acceleratoren klonen zijn van de Amerikaanse voorbeelden?

“Bij een incubator in Silicon Valley krijgt een start-up vaak drie maanden begeleiding van een accelerator, die in ruil een percentage van de aandelen krijgt. Het is een businessmodel dat werkt, want als je zoals de incubator Y Combinator hebt geïnvesteerd in honderden bedrijven, zul je er wel geld aan verdienen”, vindt Bert Van Wassenhove.

“Toch vind ik dat die aanpak niet geschikt is om het ondernemerschap te stimuleren. We hoeven Silicon Valley niet te kopiëren, wij zijn Europeanen. Als een start-up in Silicon Valley niet binnen de zes maanden werkt, wordt hij in de vuilnisbak gegooid. De ondernemer start dan een nieuw bedrijf, en als je er zo tien hebt opgericht, zal er wel eentje zijn dat een succes wordt. In de Verenigde Staten werkt dat, omdat Amerikanen avontuurlijker zijn aangelegd. Je hebt er zelfs mensen die een start-up als nevenactiviteit hebben, waarmee ze 100.000 dollar per jaar verdienen. Het geeft hen een inkomen, terwijl ze ondertussen een start-up proberen op te richten die een groot succes wordt.”

“Een bedrijf opbouwen vergt tijd. Als in de Verenigde Staten tien start-ups worden opgericht, wordt er één misschien heel groot en wordt het met de andere negen niets. Als je bij ons tien start-ups hebt, zijn er misschien acht die iets worden: vier groeien uit tot een klein dienstenbedrijf, drie andere doen het goed en eentje ervan doet het — net zoals in de Verenigde Staten — supergoed.”

BENNY DEBRUYNE

“Als een start-up in Silicon Valley niet binnen de zes maanden werkt, wordt hij in de vuilnisbak gegooid. Wij hoeven Silicon Valley niet te kopiëren” Bert Van Wassenhove

“Sommige incubatoren vertrekken vanuit het businessidee, andere brengen talentvolle ondernemers samen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content