Boycot buiten het seizoen

Enkele sociaal geëngageerde organisaties organiseren een boycot van Israëlische landbouwproducten. Maar hoe effectief is zo’n boycot, als je weet dat de handel met België erg bescheiden is, en de actie plaatsvindt in… het laagseizoen?

B roederlijk Delen, 11.11.11, Oxfam en Pax Christi Vlaanderen staan klaar om een boycot van Israëlische consumentenproducten te organiseren. Merken als Jaffa, Carmel, Sabra, Desert Sweet en Dana kunnen de weg opgaan van Outspan, de bloedsinaasappelen waarrond halverwege de jaren tachtig de boycotactie tegen Zuid-Afrika werd gevoerd.

“Het is ons niet zozeer te doen om de Israëlische economie te treffen,” zegt directeur Marc Bontemps van Oxfam-Wereldwinkels. “Wij willen de consumenten informeren en politieke druk creëren. Ons uiteindelijke doel is ervoor te zorgen dat de politici het Associatieverdrag met Israël opzeggen. En daartoe gebruiken we een consumentenactie.”

Een opzegging van het Associatieverdrag zou onder meer betekenen dat Israël niet langer kan genieten van preferentiële douanetarieven bij de export van een flink aantal producten naar de Europese Unie. Dat zou Israël moeten aanzetten om zijn meedogenloze verdrukking van de Palestijnen te herzien, hopen de actievoerders.

Qua economisch belang is de boycot symbolisch, geeft Bontemps grif toe. In 1999 vormden landbouwproducten maar 3,4% van de hele Israëlische export. Specifiek naar België was het relatieve belang nog kleiner (30 miljoen dollar of 1,6% van wat Israël in 2000 naar ons land exporteerde). Landbouw zit helemaal verstopt onder het gigantische belang van de diamanthandel tussen de twee landen: 1249,4 miljoen dollar richting België en 2735 miljoen dollar richting Israël, telkens in 2000. De diamant maakt van België de tweede belangrijkste Israëlische handelspartner, na de Verenigde Staten.

Als de boycot door de consument zou worden gevolgd, zal het effect vooral voelbaar zijn bij de zes ‘panelisten’ (distributeurs) van het Israëlische Agrexco Ltd. in de Benelux. Agrexco is een non-profitexportorganisatie die half eigendom van de Israëlische staat is en half in handen van ongeveer 12.000 Israëlische producenten. Ze controleert de merken Carmel en Carmel Bio-Top en verscheept vier vijfde van haar producten naar Marseille, vanwaar ze met vrachtwagens over Europa worden verdeeld. Het Beneluxkantoor ligt in Rotterdam.

Sommige van die panelisten behoren tot gigantische multinationals, zoals FTK Holland(Dole Food Company), Hagé International (The Greenery BV) of Aartsenfruit uit Breda (Albert Fisher), met een Belgische vestiging in Sint-Katelijne-Waver. De enige twee Belgen zijn onafhankelijk: SpecialFruit uit Meer (29 miljoen euro omzet in 2001) en StarfruitCompany uit Brussel (27,5 miljoen euro omzet in 2000). “Wij nemen een neutraal standpunt in, zowel tegenover klanten als tegenover leveranciers. Wij behoren niet tot een Israëlische groep,” benadrukt gedelegeerd bestuurder Geert Putteman van Starfruit.

Alternatieven zat

Ironisch genoeg organiseerde Oxfam Wereldwinkels op 4 mei een actie met Delhaize om het Max Havelaar-label te ondersteunen, terwijl Delhaize net ook het uitgebreidste aanbod Israëlische producten heeft, tenminste onder de gewone supermarkten. Een grote aankoopstop is bij de distributeur niet in zicht. “Wij nemen geen politiek standpunt in,” zegt Ingrid Nelis van Delhaize. “Dat wil niet zeggen dat wij niet gevoelig zijn, maar onze job is handel voeren en een zo ruim mogelijk aanbod bieden aan onze klanten. Zolang de overheid geen maatregelen oplegt, blijft dat onze houding.”

In de rekken van de supermarkten zijn er nochtans substituten zat voor de Israëlische groenten en fruit. Verse look uit Egypte, groene asperges uit Peru, babymaïs uit Zimbabwe, boontjes uit Kenia, meloenen uit Guadeloupe, Belgische verse kruiden… Maar het is allemaal een kwestie van timing. Het aanbod is seizoens- en weersgebonden – ook in Israël – en warenhuizen en importeurs moeten hun klanten het hele jaar door bedienen. “De kwantiteit speelt,” zegt Palma Dias, aankoper groenten en fruit bij Delhaize. “We voeren nog altijd witte selder in uit Israël. Wanneer het binnenlandse volume op peil is, verkopen we enkel nog Belgische productie. Maar die overgang gebeurt niet van de ene dag op de andere.” Om de behoefte te dekken, liggen dus identieke producten van verschillende oorsprong in de winkel. “Wij spannen ons echt in voor een goede traceerbaarheid,” zegt woordvoerster Geneviève Bruynseels van Carrefour. “De klant ziet duidelijk de oorsprong. Hij moet kiezen, wij niet.” De inkoop volgt vandaag de verkoop op de voet. “Wij stoppen vanzelf met inkopen als er geen vraag meer bestaat. Het is de klant die feitelijk ons assortiment bepaalt,” aldus Bruynseels.

Bloemen vallen buiten de boycot. Nochtans heeft de luchthaven van Bierset bij Luik de rol van Schiphol overgenomen als draaischijf van de Israëlisch bloemenexport naar de veilingen in Holland.

Actie in het laagseizoen

Overigens starten de actievoerders hun boycot in een kalme periode. “Het Israëlische hoogseizoen valt veeleer in de winter,” bevestigt Geert Putteman van Starfruit. En in elk geval zal het resultaat van de boycot moeilijk meetbaar zijn. De statistieken vertoonden ook de voorbije jaren al aanzienlijke schommelingen. In Israël is de hele exportstructuur in beweging, sinds het rechts-liberale Likoed-blok de macht van de nationale ‘marketing boards’ drastisch heeft teruggeschroefd en de export heeft geprivatiseerd. “Die grote uitvoerorganisaties hebben vandaag geen monopoliepositie meer,” zegt Palma Dias. “Grote boeren of coöperaties of privé-bedrijven zijn concurrenten geworden van die boards. Daardoor is er nu een gezonde wedijver qua kwaliteit, prijs en assortiment.”

Net als zijn collega’s maakt Putteman er geen geheim van dat een flink stuk van de producten uit de bezette gebieden komt. “Deze winter hebben wij vrij veel producten uit Gaza geïmporteerd. Produce of Palestina. Dat is allemaal open.”

Maar ook zonder boycot verliest Israël marktaandeel in citrusfruit. De productie loopt de jongste jaren terug door droogte, sterk verhoogde waterprijzen en gebrek aan goedkope plukkers. Trage productvernieuwing en energieke Spaanse en Marokkaanse concurrentie doen de rest.

Een ding hebben de Belgische actievoerders al zeker bereikt. Nog voor het eerste pamflet is uitgedeeld, zijn de Israëlisch-Belgische handelsbetrekkingen alweer een stukje verslechterd.

Bruno Leijnse

“We willen niet zozeer de Israëlische economie treffen. Ons uiteindelijke doel is ervoor te zorgen dat de politici het Associatieverdrag met Israël opzeggen.” (Marc Bontemps, Oxfam-Wereldwinkels)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content