Boekhouders met de billen bloot

“Het jaarverslag wordt een belangrijke bron van informatie voor de concurrentie,” zegt de CFO van Zenitel, een van de vier Belgische bedrijven die de International Accounting Standards al hebben ingevoerd. Vanaf 2005 moeten ook de 180 andere beursgenoteerde groepen in ons land rapporteren volgens de IAS-normen.

Dinsdag 7 mei keuren de Europese ministers van Financiën de International Accounting Standards ( IAS) definitief goed. Vanaf 2005 zullen alle 7000 beursgenoteerde bedrijven in de Europese Unie hun geconsolideerde cijfers volgens dit nieuwe boekhoudkundige systeem moeten publiceren. In België komen zo’n 180 groepen in aanmerking.

Vier pioniers geven het voorbeeld: Agfa, Interbrew, Zenitel en Bekaert. Andere ondernemingen, zoals Barco en Solvay, volgen binnenkort. “De IAS ontketenen een revolutie op het vlak van de financiële verslaggeving,” zegt William Blomme, vennoot van het internationale accountantskantoor Deloitte & Touche. “Zij hebben een fundamentele impact op de resultatenrekening, het eigen vermogen en de ratio’s. Zo krijgen alle stakeholders voor het eerst de mogelijkheid de werkelijke prestaties van een bedrijf met de concurrentie te vergelijken.”

Volgens Véronique Weets, docent accountancy aan de Universiteit Antwerpen ( UA), is de invoering van één standaard voor financiële rapportering het logische gevolg van de globalisering, de samenwerking tussen de Europese beurzen en de steeds strengere eisen van de regulerende overheden. Weets: “Maar eigenlijk draait alles rond de noodzaak aan risicokapitaal. Die investeringen zullen pas komen als de beleggers voldoende vertrouwen vertonen in de ondernemingen. Analisten aanvaarden niet langer dat de resultaten van een groep zoals DaimlerChrysler sterk verschillen naargelang ze volgens Duitse of Amerikaanse boekhoudkundige normen rapporteert.”

In ieders belang

In eigen land beet Agfa-Gevaert de spits af. Al sinds 1994 past de fotogroep uit Mortsel de IAS-normen toe. Als toenmalige dochter van Bayer rapporteerde de Belgische groep haar cijfers volgens deze internationale boekhoudmethode rechtstreeks aan haar Duitse moedermaatschappij. “Zo kon Bayer makkelijker een geconsolideerde jaarrekening opstellen,” zegt Walter Vanvelthoven, hoofd corporate accounting van Agfa-Gevaert: “Bovendien heb je er alle belang bij IAS toe te passen als je wereldwijd vertakt bent.”

Toen Agfa-Gevaert in 1999 naar de Brusselse beurs trok, hoefde de groep dus niet over te schakelen. Ze werkte al volgens het IAS-systeem. Vanvelthoven: “Tot dan toe waren wij vrijgesteld van een geconsolideerde jaarrekening omdat dat al op het niveau van de moedermaatschappij gebeurde. Wel hebben wij altijd een dubbele boekhouding bijgehouden om de statutaire jaarrekening per dochterbedrijf op te stellen. Maar dat komt omdat de Belgische wetgeving hier de fiscale aangifte aan koppelt. Dat is jammer, want dubbel werk. In Angelsaksische landen worden de belastingen volgens aparte regels berekend. Wij zouden dat ook beter doen. Een jaarrekening moet toch de economische werkelijkheid van een bedrijf weergeven. En dat doet IAS zeer goed. In tegenstelling tot het Belgische boekhoudrecht, verplichten de internationale normen alles op de balans te plaatsen, inclusief opties, swaps en pensioenverplichtingen. Bovendien stellen ze hoge eisen aan de toelichtingen.”

Op termijn verwacht Vanvelthoven dat bedrijven hun gewone jaarrekeningen ook volgens IAS gaan opstellen, omdat het systeem zo transparant is en de economie steeds meer globaliseert. “Maar dan moet de jaarrekening wel worden losgekoppeld van de fiscale aangifte.”

Als verrassende tweede publiceerde Zenitel in maart zijn jaarverslag volgens IAS. Financieel directeur Guy Servotte: “De overstap kostte bloed, zweet en tranen – en bijna 1 miljoen euro. Drie maanden lang hebben we met vijf medewerkers dag en nacht aan het nieuwe boekhoudsysteem gewerkt. Aangezien onze beide moedermaatschappijen uit verschillende fusies ontstonden, moesten we teruggaan tot 1995 om de goodwill van alle acquisities juist te kunnen berekenen.”

Toch heeft de CFO van de groep geen spijt van de operatie. “Integendeel. IAS geeft een veel beter beeld van de werkelijke toestand. Je boekt namelijk alle transacties op het ogenblik dat je ze uitvoert. Je moet bijvoorbeeld onmiddellijk bij het behalen van het resultaat de belastingen op de balans uitdrukken. De Belgische normen daarentegen laten veel meer speelruimte toe, zodat de jaarrekeningen vooral fiscaal geïnspireerd zijn. Bij IAS komen versnelde afschrijvingen bijvoorbeeld niet voor. Evenmin worden provisies aangelegd voor grote onderhoudswerken louter en alleen om de belastingdruk te verlagen.”

Het einde van creatief boekhouden

De speelruimte voor creatief boekhouden wordt tot een minimum beperkt, aldus de CFO van Zenitel. “Toekomstige kosten bijvoorbeeld, inclusief uitkeringen van pensioenen, warrants en zelfs premies voor 25 jaar dienst moet je in de jaarrekening opnemen en uitgestelde belastingen juist toewijzen.” Ook eist IAS gedetailleerde cijfers per business unit. Servotte: “Per marktsegment word je verplicht niet alleen je winsten of verliezen maar ook andere gegevens – zoals activa, aankopen, afschrijvingen en personeelskosten – op te geven. Zo geef je heel wat bedrijfsinformatie prijs, waar vele ondernemingen niet gelukkig mee zullen zijn. Het jaarverslag wordt een belangrijke bron voor de concurrentie. Eigenlijk ga je met de billen bloot.”

Ondertussen wijzigt het systeem voortdurend onder invloed van maatschappelijke veranderingen. Een internationale werkgroep – IAS Board, samengesteld uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de Big Five-accountants – vaardigt telkens nieuwe regels uit. Servotte: “Op zich is het niet slecht dat ondernemingen inspraak hebben in de manier waarop ze met hun aandeelhouders moeten communiceren. Toch houdt deze autoregulering gevaren in. Bij problemen met je consultant kun je moeilijk bij de IAS Board terecht. Gelukkig houdt de Europese Commissie een oogje in het zeil.”

Eigenlijk is de IAS-balans een auditrapport, zegt de CFO van Zenitel. “Het is geen gestandaardiseerd model, zoals de statutaire rekeningen in België. Vormelijk mag je doen wat je wil, zolang je alle verrichtingen maar tot in de puntjes beschrijft. Daar ligt ook de kracht van het nieuwe systeem, zodat het een handig werkinstrument voor analisten en aandeelhouders wordt. Bovendien krijgt het management een beter beeld van alle activiteiten binnen de groep. Alleen ontbreekt nog een fiscale harmonisering om de internationale vergelijking ten volle te benutten.”

Eén jaar voorbereiding

Interbrew is de derde Belgische speler die de internationale boekhoudnormen toepast, sinds maart. Corneel Maes, directeur communicatie van de brouwersgroep: “Al vóór onze beursgang in december 2000 hanteerden we de Amerikaanse Generally Accepted Accounting Principles (US GAAP). Daarom veranderde de overgang naar IAS voor ons niet veel.”

Intussen legt ook Bekaert de laatste meters af. “Officieel zijn we nog niet overgeschakeld op IAS,” zegt Herman Vandaele, CFO van de staaldraadgroep. “We voldoen aan alle eisen, uitgezonderd de segmentrapportering. Maar daar wordt hard aan gewerkt. De omschakeling vergt immers zeer veel tijd en energie.”

De voorbereiding nam bij de onderneming uit Zwevegem ruim een jaar in beslag. Vooral de opleiding van het personeel kost inspanningen. Bepaalde facetten, zoals de waardering van financiële instrumenten, zijn gloednieuw. Vandaele: “Maar uiteindelijk wint iedereen. Transparante cijfers leveren interessante informatie voor zowel het interne management als de externe aandeelhouders op. Jammer genoeg blijft er nog altijd een verschil met de Amerikaanse standaarden bestaan, zodat een volledige vergelijking op internationaal vlak nog altijd niet mogelijk is. Op termijn verwacht ik echter een wereldwijde uniformisering.” Maar het eindresultaat wijkt niet veel af van de vroegere aanpak, besluit de CFO van Bekaert. “Dat betekent dat wij vroeger al over een duidelijk rapporteringssysteem beschikten.”

Ook voor niet-genoteerde groepen

“De invoering van IAS vergt in de eerste plaats een mentaliteitsverandering”, waarschuwt William Blomme. “De Belgische boekhouding gebeurt op historische kostbasis en is vaak fiscaal geïnspireerd. IAS daarentegen streeft de juiste weergave van de bedrijfseconomische werkelijkheid na. In dit nieuwe stelsel zijn alleen voorzieningen mogelijk die wettelijk verplicht zijn, zoals de garantieverplichtingen. Een provisie voor groot onderhoud kan voortaan niet meer. Wel moeten voorzieningen voor belastingen en pensioenen worden aangelegd. Ook vereist IAS meer voorzichtigheid wat de inbreng van knowhow betreft. De vraag is nu hoe het management zich zal voelen bij het gebruik van marktconforme waarden en de daaruit volgende volatiliteit van het resultaat.”

Ten slotte pleit professor Weets van de UA voor het gebruik van de IAS-normen door niet-beursgenoteerde groepen, voor zover zij een geconsolideerde jaarrekening publiceren. “Dat zal de kwaliteit van hun financiële rapportering gevoelig verbeteren, waardoor hun imago bij het publiek – zowel de klanten als de leveranciers en de beleggers – stijgt.”

Eric Pompen [{ssquf}], epompen@trends.be

In tegenstelling tot het Belgische boekhoudrecht verplichten de internationale normen álles op de balans te plaatsen, ook opties, swaps en pensioenverplichtingen.

“Drie maanden lang hebben we met vijf medewerkers dag en nacht aan dit nieuwe boekhoudsysteem gewerkt.”

Guy Servotte, Zenitel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content