BODEMSANERINGSDEKREET. Voer voor labo’s en juristen

Steek je hoofd niet in het zand, maar neem een bodemstaal, vooraleer OVAM je ambtshalve een sanering oplegt.

“De Vlaamse Milieu-inspektie, die vorig jaar bij 26 ondernemingen een zware vervuiling vaststelde, heeft deze firma’s ongewild een dienst bewezen. Volgens het bodemsaneringsdekreet vallen ze onder het voordelig regime van de historische vervuiling. Ook hebben ze gratis en voor niets een grondanalyse gekregen. “

Bart Gille, hoofd Juridische Dienst van het milieu-adviesbureau SGS EcoCare Consultants, advizeert de bedrijfsleiders pro-aktief te reageren : “Als je enig vermoeden hebt dat je terrein vervuild mocht zijn, laat je best binnen de zes maanden een bodemonderzoek uitvoeren. Daarna is de kans groot dat je als eigenaar of exploitant voor elke vastgestelde verontreiniging opdraait. “

Bedrijfsleiders mogen hun hoofd niet in het zand steken, vervolgt de milieujurist : “Indien ze nu niet de nodige voorzorgsmaatregelen nemen, bestaat het gevaar dat ze onder de strenge regeling van de nieuwe kontaminaties vallen. Volgens het bodemsaneringsdekreet, dat de Vlaamse Raad begin februari goedkeurde, zijn de vervuilers voortaan objektief aansprakelijk. Dit betekent dat zij zonder bewijs van fout de rekening van de schoonmaakoperatie moeten betalen. “

Historische bodemverontreiniging geniet een soepeler regime. Hier bestaat geen automatische saneringsplicht noch objektieve aansprakelijkheid. Enkel wanneer de vervuiling een ernstige bedreiging voor de leefomgeving vormt, kan de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) de exploitant aanmanen tot schoonmaak. De kosten van deze operatie vallen slechts op de schouders van de oorspronkelijke verontreiniger als hij in het verleden een fout heeft begaan. Maar dat is vaak moeilijk te bewijzen.

Tenslotte zal het bodemsaneringsdekreet een boom voor de Vlaamse labo’s en grondreinigingsbedrijven teweegbrengen, aldus Gille. Als voorbeeld verwijst hij naar Nederland, waar een gelijkaardige wet uit ’83 de schoonmaakaktiviteiten tot 750.000 ton in ’92 verhoogde (nvdr toch verdwijnt naar schatting nog altijd één miljoen ton gifgrond per jaar op het stort). Ook is de wet een opportuniteit voor advokaten, notarissen, bedrijfsrevisoren, verzekeringen en banken.

INVENTARIZATIE.

Op 1 april start OVAM met haar speurtocht naar 2850 verontreinigde fabrieksterreinen (budget van 40 miljoen frank, gespreid over twee jaar). In een eerste faze werden al 2250 van de naar schatting 9000 Vlaamse black points (zie Trends van 20 februari 1995, blz. 48) geïnventarizeerd en in kaart gebracht.

Dit onderzoek past in het nieuwe bodemsaneringsdekreet. Naast een register van de vervuilde sites, voorziet de wet vanaf september ’95 een saneringsplicht voor nieuwe bodemverontreinigingen volgens het Europese BATNEEC-principe (best available technology not exceeding excessive costs). Gille : “Hier wordt dus een juridisch poortje opengelaten voor vervuilingen, wier schoonmaak onredelijk hoge kosten met zich brengen. Wel kan OVAM dan gebruiksbeperkingen of andere veiligheidsmaatregelen treffen. Anderzijds is de vervuiler objektief aansprakelijk, d.w.z. hij draait zonder bewijs van fout op voor de kosten.

Wat de historische verontreinigingen betreft, worden alleen die sites aangepakt, die een ernstige bedreiging voor de leefomgeving vormen. De beoordeling van deze niet-gekwantificeerde norm ligt in de handen van de OVAM, die op basis van een risico-analyse zal evalueren of de grond al dan niet gereinigd moet worden. De saneringsplicht ligt in eerste instantie bij de exploitant. Dit betekent dat hij de kosten moet prefinancieren, tenzij hij kumulatief kan bewijzen dat hij de vervuiling niet heeft veroorzaakt noch op de hoogte was.

Achteraf bestaat wel de mogelijkheid de rekening te verhalen op de oospronkelijke vervuiler, op voorwaarde dat deze een fout heeft gemaakt, conform artikels 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek. Deze fout kan zowel bestaan uit de overtreding van een wettelijke bepaling, de niet-naleving van bepaalde vergunningsvoorwaarden of de schending van de zorgvuldigheidsnorm. Agalev-volksvertegenwoordiger Luc Barbé : “Een belangrijk deel van de (zeer hoge) saneringskosten zal dus op de gemeenschap afgewenteld worden” (zie kader).

Gille : “Op het eerste gezicht lijkt deze zakelijke aanpak een discriminatie. Maar in de praktijk is een globale sanering van alle historische verontreinigingen niet mogelijk. Bovendien zijn vele vervuilingen binnen de toenmalige normen verlopen en door opeenvolgende exploitanten in de loop der jaren veroorzaakt. In zulke complexe gevallen is het vaak moeilijk de schuldige aan te wijzen. “

Voorts bevat het dekreet een procedure voor de overdracht van industriegronden. Eén jaar na de inwerkingtreding geldt een algemene informatieplicht over de potentiële verontreiniging. Dit gebeurt door middel van een bodemattest in de notariële akte. Anders is de transaktie nietig. Bij de verkoop van zogenaamde risicogronden de Vlaamse regering stelt bij uitvoeringsbesluit een lijst vast legt OVAM biezondere verplichtingen, zoals een oriënterend of beschrijvend bodemonderzoek, op.

REVOLUTIE.

Het nieuwe bodemsaneringsdekreet zit juridisch goed in elkaar en getuigt van realiteitszin, besluit Gille.

In de eerste plaats erkent de wetgever eindelijk het specifieke karakter van de bodemproblematiek, aldus de jurist van SGS EcoCare : “De summiere bepaling in het Afvalstoffendekreet was geen bruikbaar instrument om de schoonmaakkosten op de vervuiler te verhalen. Zo schorste de Raad van State in haar arresten van 24 september 1992 en 5 juli 1993 de ambtshalve sanering van de voormalige arseenfabriek in Bocholt en Meeuwen-Gruitrode. “

Gille : “Op wetgevend vlak steken we Nederland voorbij. Onze noorderburen eisen multifunktionaliteit van de bodem. Dit betekent dat de vervuilde gronden na sanering aan de normen van alle mogelijke bestemmingen van industrie tot natuurgebied moeten voldoen. Maar dat is irrealistisch en onbetaalbaar. Denk bijvoorbeeld aan de Antwerpse Haven. Het Vlaams dekreet daarentegen schrikt geen buitenlands kapitaal af. Integendeel, internationale investeerders zullen via het bodemattest een duidelijk beeld krijgen van de kwaliteit van de gronden, die ze wensen te kopen. Tenslotte zetten de maatregelen de bedrijven aan hun milieustrategie bij te spijkeren, wat op termijn onze konkurrentiepositie verbetert”.

E.P.

BART GILLE, HOOFD JURIDISCHE DIENST SGS ECOCARE CONSULTANTS Bodemsaneringsdekreet verbetert onze konkurrentiepositie.

LUC BARBÉ (AGALEV) Bij historische vervuiling draait vooral de gemeenschap op voor de kosten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content