Boarders zijn geen skiërs

Je raakt er het komende skiseizoen niet op uitgekeken : het snowboarden krijgt een steeds groter deel van de wintersporters in zijn greep. Niet enkel avontuurlijke tieners in veel te grote kleren, maar echte dames en heren wagen zich aan de nieuwste hype.

TEKST : PASCAL BAETENS

Elk zichzelf respecterend skistation je hoeft niet echt meer te zoeken heeft ondertussen zijn halfpipe en snowboardschool, liefst onafhankelijk van de officiële skischool. Want boarders zijn geen skiërs. Toch maakt de vroegere wederzijdse agressie stilaan plaats voor respect. Snowboarding is salonfähig geworden.

Het resultaat is navenant : vaders willen wel eens weten wat zoon- of dochterlief op die onstabiele planken drijft, moeders schrikken zich geen ongeluk meer als er weer één voorbijgezoefd komt. Dertigers en veertigers maken volop kennis met de wereld van carven en jumpen. Maar wat is snowboarding nu eigenlijk ?

Een snowboard

heeft zoals een ski twee staalkanten en een zacht glijvlak. De draai- en glijprincipes zijn dezelfde als bij het skiën : snijdt een plank met een kant in de sneeuw, dan draait hij in de richting van de zijde waar ‘gekant’ wordt. Staat het board vlak, glijdt ze in de richting van de hellingslijn naar beneden.

Naargelang van de gewenste specifieke draai- en glijkarakteristieken worden verschillende planken ontworpen, die je in twee grote groepen kan indelen : de freeride en de alpiene boarden.

Dit onderscheid hoeft je als beginner niet te verontrusten : je krijgt een heel wendbare allroundplank om je op lage snelheid aan je eerste glijpogingen te wagen. Vergelijk het met een ski voor beginnende skiërs, die immers ook niets met een slalomski kunnen aanvangen. Als je na enkele dagen zonder problemen blauwe en rode pistes afdaalt, verdwijnt het eerdere dilemma tussen alpiene en freeride borden vanzelf : hou je van het lang, rond uitsnijden van de bochten, het ‘carven’, dan kies je voor een harde en getailleerde alpiene plank. Ben je eerder verlekkerd op sprongen en halfpipes, dan is een breder en soepeler freeride board eerder aangewezen. In de beide groepen boards heb je planken voor het extremere, spectaculaire of competitiegerichte werk en voor meer gemoedelijk genieten.

Ook schoenen

en bindingen verschillen : op een freeride board draag je soft boots in zachte bindingen, om zo soepel en wendbaar mogelijk op de plank te staan. Bij alpiene planken is het de bedoeling tegen hoge snelheid vlijmscherp door de sneeuw te klieven, waarbij de kleinste impuls van de voet door de plank naar de sneeuw moet overgebracht worden. Daarom worden er hier harde schoenen in harde bindingen gebruikt, vergelijkbaar met de klassieke skischoenen en -bindingen.

Het verschil kan men in geringere mate ook in de kledij doortrekken. De ‘carvers’, zeker zij die naar competitie neigen, dragen eerder nauwsluitende en aërodynamische kledij, in tegenstelling tot de freeriders. Die moeten met hun armen en romp kunnen zwaaien om de nodige sprongen en rotaties te maken. Zij hebben vooral ruim zittende kleren nodig. De broeken zitten los om de benen en de jassen (snowboarders dragen nooit pakken uit één stuk) komen om twee wel heel evidente redenen tot onder het zitvlak : bij het zwaaien met alle mogelijke lichaamsdelen houdt zo’n jas de onderrug warm en bij het uitrusten (wat voor een snowboarder nogal moeilijk staande kan) blijven de billetjes droog. De oversized look van de snowboarder is dus zeker functioneel te verklaren.

En ondanks hun schijnbare nonchalance zijn snowboarders net zo fier op hun materiaal als de scholieren in de jaren ’80 op hun Millet-vesten, iets wat de kledingsindustrie heel snel begrepen heeft. Opvallend is wel dat geen enkel merk dat succesvol is bij skiërs, bij snowboarders een voet aan de grond schijnt te krijgen. Dat heeft dan weer met de ontstaansgeschiedenis van het snowboarden te maken.

Groepjes

jonge Amerikaanse skaters brachten aan het eind van de jaren ’70 hun passie over naar de sneeuw, waarbij ze grotendeels hun eigen planken maakten. Ze raakten betrokken in het professionele skicircus, waar tot dan toe professioneel betaalde skiërs extreme en freestyle afdalingen deden en parallelslalommen organiseerden, voornamelijk in Noord-Amerika en Japan. De Internationale Ski Federatie (FIS), die het amateurisme hoog in het vaandel voerde en zich distantieerde van dat professionele skicircuit, deed het snowboarden aanvankelijk af als een tijdelijke uitwas van verveelde skiërs, zoals destijds het monoskiën en de swingbo, en ontzegde de ontstaande snowboardingfederaties elke steun.

Vanaf het moment dat de FIS de leefbaarheid (en het financiële belang) van het snowboarden inzag, wou ze de snowboardstructuren gewoon onder haar vleugels nemen en naar haar ‘amateur’normen kneden, wat uiteraard bij de snowboarders niet in goede aarde viel. “Snowboarders against FIS-control” lees je nog steeds op enkele Nitro-planken. Snowboarders gingen zich dan ook ostentatief anders dan skiërs gedragen, vanuit hun skate-cultuur en door de tegenwind van de ski-instanties.

Skiërs van hun kant werden meer dan eens onaangenaam geconfronteerd met onervaren snowboarders die de sneeuw van de skipistes schraapten, in groepjes hele skipistes bezet hielden of aan de rand van holle (dus smalle) pistes springsessies organiseerden.

De skistations

hebben gedurende de laatste jaren veel in snowboarding-accommodaties geïnvesteerd en die aanpak werpt zijn vruchten af. Beginners worden opgevangen in snowboardscholen met opgeleide lesgevers en eigen beginnelingenpistes, freeriders kunnen hun hart nu in uitgebouwde halfpipes ophalen. En het charme-offensief van het snowboarden gaat verder : stations als Davos en Les 2 Alpes (en vele andere) nodigen ook de klassieke skiër uit voor een eerste glij-initiatie op de magische plank. Demonstraties, wedstrijden (ook voor toeristen), beurzen en après-ski happenings moeten daarbij helpen. Het ziet ernaar uit dat het snowboarden dit seizoen een explosieve groei te wachten staat, en voor het eerst niet alleen bij de jeugd.

De Belgische Snowboardfederatie organiseert lessen voor elke snowboarder, van initiaties tot competitie, in de sneeuw en op kunstpistes. Tel & fax : (03) 458.43.41.Informatie omtrent skigebieden met specifieke snowboardfaciliteiten vind je bij de toeristische diensten : Zwitserland (02) 345.54.45 ; Oostenrijk (02) 646.06.10 ; Frankrijk (02) 513.07.62 ; Duitsland (02) 245.97.00 ; Andorra (02) 502.12.11.

De wederzijdse agressie tussen skiërs en boarders maakt stilaan plaats voor respect. Snowboarding is salonfähig geworden.

Vele skistations hebben de laatste jaren geïnvesteerd in snowboarding-accommodaties.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content