Bloed aan de wimpel

Arie Elshout focust op de ideologische verdwazing van deze eeuw via beklijvende getuigenissen, vooral van onbekenden. Spectaculair, leerzaam, vaak ontroerend.

Bij de harde kern van de Internationale Brigades trilt ook na zestig jaar de stem nog. Maar het is niet langer van hoop, zoals George Orwell schreef over juli 1936, toen de Volksfrontregering van de Spaanse republiek wapens aan het volk uitdeelde om de opstand van Franco neer te slaan. “Als het erop aankomt om iemand te doden en zijn ingewanden eruit te halen, dan doe je dat. Het is je taak. Je hebt rechtvaardige en onrechtvaardige oorlogen,” verklaart de hoogbejaarde Arie van Poelgeest.

Kort na het uitbreken van de Spaanse burgeroorlog trok de Amsterdamse schippersknecht, telg uit een rigoureus gereformeerde schippersfamilie, via Parijs naar het front. Zijn vader roept hem minachtend na dat hij een goddeloos mens is, maar voor de tot communist bekeerde twintiger staat het als een paal boven water dat hij aan de goede kant staat.

Om die overtuiging is het de Nederlandse journalist Arie Elshout (Het Parool) te doen. In Reis door het schimmenrijk onderzoekt hij de extreme ideologisering, “typisch een verschijnsel van de afgelopen honderd jaar”. Hij raadpleegde de geschiedenisboeken, sloeg er de grote tegenpolen op na en interviewde theoretici als Francis Fukuyama. Hobsbawm, Galbraith en practicus Gorbatsjov ontbreken evenmin. Maar het boek beklijft om een andere reden. Elshout houdt de theorie bondig en tekent vooral de verhalen op van onbekenden, die onbewust of net gezocht een rol speelden bij de Europese scharniermomenten van deze eeuw.

HITLERS AUSCHWITZ.

Sarajevo vormt het onvermijdelijke begin- en eindpunt. Op 28 juni 1914 weerklonk er de oerknal waarmee volgens de Amerikaans-Hongaarse historicus John Lukacs de twintigste eeuw begon. Toen werd de Habsburgse troonopvolger vermoord. In de jaren negentig trekt de auteur zelf naar Sarajevo, waar hij een tijdlang overgeleverd is aan de willekeur van de sluipschutters.

“De twintigste eeuw leent zich niet zo goed voor een snel, eendimensionaal oordeel,” waarschuwt Elshout. Hij gidst ons door de historische plaatsen aan de hand van rechtstreekse getuigen. Zo geeft hij de geschiedenis een menselijk gezicht. “In mijn boek heb ik de mensen die zich lieten inspireren, bedwelmen, opzwepen of mangelen door idealen, naar voren gehaald in een poging de geschiedenis met een kleine g te schrijven.”

Die aanpak levert taferelen op die je niet licht vergeet. Soms gaat het om een spectaculair verhaal, soms een verwarrend of ontroerend. In Auschwitz praat hij met een 47-jarige Duitse vrouw die er voor het eerst komt en zich geen raad meer weet: “Als ik in de paviljoenen die kinderschoenen zie, en die haren, mijn god, die haren. O, wat waren wij Duitsers effectief. Kledingstof hebben we eruit gemaakt.” Later zit hij naast een Nederlandse jood. Als ze bij de spoorweg komen, waar de treinen met gevangenen stopten, durft Elshout geen vragen meer te stellen. Zelden heb ik een reportageboek gelezen waarin je stiltes vindt. Stiltes die veelzeggend en prangend overkomen.

STALINS GOELAG.

Op 6 juni 1994 bezocht Elshout samen met de Amerikaanse oorlogsveteraan Bob Bearden de herdenking van D-Day, die exact een halve eeuw voordien plaatshad. Ze bezoeken het graf van Bobs beste vriend in Normandië. De Amerikaan vertelt zijn wedervaren. Zelfs zijn zoon hoort het voor het eerst helemaal. De jonge winkelbediende uit Texas, die een knokpartij niet uit de weg ging, gaf zich op als vrijwilliger. Bij de landing op Normandië werd hij gedropt als parachutist. Oorlog bleek al gauw chaos en veel improviseren. Ze landen op de verkeerde plaats, geraken geïsoleerd en worden later krijgsgevangen genomen. Na een danteske treinrit belandt hij in een gevangenenkamp bij Berlijn. Terwijl de Russische troepen oprukken, geraakt hij weg en sukkelt tot in Moskou. Op het nippertje ontsnapt hij daar aan Stalins Goelag. Hij was één van de laatste Amerikanen die er weggeraakten zonder die hel meegemaakt te hebben.

Elshout heeft het onomwonden over een mislukte eeuw, aan gruizelementen geslagen door de radicalisering van overtuigingen. En nu? Fukuyama blaakt van optimisme over de liberale overwinning. Elshout merkt nuchter op: “Maar zelden zal een overwinning op wereldhistorische schaal zo ingetogen zijn gevierd.” Met Fukuyama relativeert hij de dreiging van het islamitische fundamentalisme en nationalisme, maar ook hij waarschuwt voor de Oost-Aziatische regimes: “Als die ervan overtuigd raken dat hun economische succes te danken is aan hun eigen autoritaire culturen en als zij niet langer bereid zijn westerse ideeën te absorberen, zouden deze landen zich kunnen ontwikkelen tot een ondemocratisch, maar economisch efficiënt alternatief model.” Prompt stelt hij de vraag wat het effect zal zijn van de huidige crisis. Worden ze daardoor gedwongen zich te conformeren aan het westerse democratische model?

Arie Elshout, Reis door het schimmenrijk – Op het breukvlak van een mislukte eeuw. Contact, 256 blz., 995 fr.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content