Bittere Belgen

Op 18 december 1950 vertrokken de eerste Belgische soldaten van het Vrijwilligerskorps Korea naar het front. Hun (vaak bittere) getuigenissen staan nu te boek.

“De klaroenen van de vijand bezorgden ons kippenvel en moesten, samen met de massale aanvallen, ons moreel breken. Links van ons lag Claes dood over zijn mitrailleur. (…) Als ik mij wil oprichten om een millsgranaat te gooien, hoor ik het typische geluid van een kogelinslag. Ik zeg nog tegen Persyn: Oei, die was dichtbij. Waarop hij antwoordt: Dichtbij? Die kogel is door jouw helm gegaan! Dat gaf een serieuze klap. Men had ons altijd voorgehouden de schutterskuil zo diep mogelijk te graven, maar met die rotsachtige bodem was dat uiterst moeilijk. (…) Toen ik hijgende stemmen hoorde, trok ik het dode lichaam van Claes over me heen, wachtte met een bang hart af en hoopte dat de vijand niet met de bajonet zou toesteken, wat inderdaad niet gebeurde. Wel kwam er plots in mijn omgeving een regen van mortiergranaten neer en hoorde ik rondom mij de kreten van gewonde Chinezen. (…) Ik kan u eerlijk vertellen dat ik in mijn broek heb geplast. Nadat het schieten sterk verminderd was, heb ik mijn kuil verlaten en liep ik wezenloos rond om te zien wie er nog was. We zijn dan naar beneden gegaan, aangezien er niemand meer was om ons te bevelen. Het was gedaan. Ik herinner mij nog dat we beneden boterhammen kregen. Veel méér weet ik daar niet meer van, want ik had me voorgenomen alles zo snel mogelijk te vergeten.”

Deze flarden bloemlezen we in Operatie in Korea, een boek over de belevenissen van een peloton Belgische vrijwilligers, vanaf hun vertrek tot aan hun belangrijkste veldslag. De getuigenissen werden verzameld en omkaderd door historica Petra Gunst ( Universiteit Gent). Ze kreeg de hulp van twee Korea-veteranen, pelotonscommandant Benoît Verhaegen en diens adjunct Armand Philips. Ze bundelden onder meer het vaak schrijnende relaas van overlevenden, die bijna een halve eeuw geleden aan het Koreaanse front vochten.

KOELE ONTVANGST.

Wie aan de vooravond van de vijftigste verjaardag van de Koreaanse Oorlog op zoek trekt naar studies, duidingen en getuigenissen, stuit op een schaars Belgisch aanbod. De Belgische deelname aan het conflict heeft altijd in de schaduw gestaan van andere turbulente gebeurtenissen. In die periode worstelde het land met de Koningskwestie en wat later verschoof de aandacht naar de problemen in Congo. Het valt ook op dat België alleen vrijwilligers naar Korea liet gaan. Het door de regering beloofde contingent van duizend soldaten werd zelfs nooit gehaald. Uiteindelijk telde het Vrijwilligerskorps Korea ongeveer 650 leden.

Veel lauweren vielen hen niet te beurt. De overheid liet hen grotendeels in de kou staan. Wellicht heeft die koele thuiskomst de bitterheid in de getuigenissen nog aangescherpt, al heeft die ook te maken met de soms absurde bevelen die de Belgische pelotons van de Britse en Amerikaanse bevelhebbers kregen. Al spreken sommige getuigenissen elkaar frontaal tegen, finaal wordt duidelijk dat de rommelige leiding van Britten en Amerikanen destijds ook Belgen het leven gekost heeft.

De Koreaanse crisis ontstond in zekere zin al tijdens de Conferentie van Jalta, in februari 1945. De Japanse bezetters waren verdreven. De Amerikaanse president Roosevelt en de Sovjet-leider Stalin verdeelden het land in twee. De inmiddels beruchte, willekeurig bepaalde 38ste breedtegraad scheidde het communistische noorden van het onder Amerikaanse invloed ontkiemde zuiden.

Al gauw kreeg het noorden meer Sovjetsteun. Ondertussen stapelden de Amerikanen in het zuiden de fouten op. Daardoor ontstond een corrupt land, met een niet aanvaarde leiding. Het werd verzwakt door interne verdeeldheid en een guerrilla, gevoed door het noorden. “Geen enkele historicus trekt vandaag nog in twijfel dat Noord-Korea Zuid-Korea is binnengevallen, met als doel beide Korea’s te verenigen, en niet omgekeerd. Die operatie was niet mogelijk geweest zonder Stalins toestemming en de militaire steun van de Sovjetunie. De Chinese leider Mao Zedong werd geraadpleegd en stemde ermee in”, stelt Petra Gunst.

LEGE STOEL.

Op zondag 25 juni 1950 viel Noord-Korea massaal het vrijwel weerloze zuiden binnen. Kort daarop riep de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties de leden op om het zuiden “alle nodige steun te verlenen om de aanvallers terug te drijven en de internationale vrede en veiligheid in deze regio te herstellen”. Alle strijdmachten werden onder het commando van de VS geplaatst. Die resoluties kwamen er vlot, omdat de Sovjetunie de “politiek van de lege stoel” beoefende.

De eerste Belgische soldaten reisden af op 18 december 1950. Het boek volgt hen op het overvolle troepentransportschip Kamina, dat er zowat anderhalve maand over deed om zijn bestemming te bereiken. De inleiding en vooral de getuigenissen over de hel van het front beklijven. Structureel en stilistisch is de uitgave evenwel geen hoogvlieger.

Petra Gunst, Armand Philips & Benoît Verhaegen, Operatie in Korea. Lannoo, 238 blz., 595 fr. ISBN 9020937359.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content