Bier kan België redden

Elf jaar geleden mocht ik voor het eerst, als een in het buitenland wonende Belg, gaan stemmen. Toevallig was het ook een 13 juni. Het was de tijd van de dioxinecrisis die niet verwonderlijk Jean-Luc Dehaene de kop kostte. Het lukte mij echter zoals de meeste andere van de 560.000 buitenlandse Belgen niet om te gaan stemmen: 18 slaagden er wel in. Ik vond het getuigschrift dat ik voldaan had aan mijn militieplicht niet meer. Vier jaar later pakte de minister van Buitenlandse Zaken, Louis Michel, het grootser aan: voor Belgen in het buitenland gold van nu af aan ook de stemplicht. Geen opkomstplicht, want de verkiezingspapieren, inclusief het rode potlood, werden netjes per DHL verstuurd aan alle buitenlandse Belgen, waar ze zich ook bevonden. Zo ontving ik alle verkiezingspapieren hier thuis in Maastricht met het verzoek ze terug te sturen per DHL naar een adres in Breda. Dit alles op kosten van de Belgische staat.

De tijden zijn veranderd. DHL is weg uit Zaventem en wil je deze keer stemmen als Belg die in het buitenland woont, dan had je je moeten inschrijven en zorgen dat het inschrijfformulier uiterlijk op 17 mei bij de ambassade was beland. Deze keer dus geen stemplicht, geen opkomstplicht, maar een harde natuurlijke selectie. Enkel de best geïnformeerde Belgen in het buitenland kunnen stemmen. Daar kan Stijn Meuris nog wat van leren.

Natuurlijk kan de vraag gesteld worden waarom zo nodig Belgen in het buitenland de mogelijkheid geboden moet worden te kunnen stemmen. Ze betalen veelal geen belastingen en dragen evenmin bij aan het begrotingstekort. Maar ze zijn wel een goed ijkpunt van de internationale perceptie van ons land. Een blik vanuit het buitenland op de Belgische politiek kan mogelijk iets toevoegen: iets dat in interne discussies misschien onderbelicht blijft. Hieronder dan ook een persoonlijke, misschien wat naïeve poging.

Het eerste wat vanuit het buitenland sterk opvalt, is hoe de Belgische welvaarts- en concurrentiepositie de jongste jaren achteruitging. In economisch jargon: de opportuniteitskosten van de Belgische communautaire problemen zijn gedurende de afgelopen drie jaar bijzonder hoog geweest. Eerst was er natuurlijk het jaar 2007: in Europa zowat het piekjaar in economische groei van het vorige decennium. Het jaar waarin beleid een verschil kon maken, maar waarin België min of meer het hele jaar niet geregeerd werd.

En toen kwam de financiële crisis, die zowat alle voorzichtige stappen naar een afbouw van de staatschuld in één grote klap tenietdeed, zodat het land uitzicht heeft op een pensioen-financieringsprobleem dat veel weg heeft van de Club Med-landen. En ten slotte is er de politieke crisis op het moment dat de financiële crisis zich in de landen van de eurozone uitbreidt tot een kredietwaardigheidscrisis. Een wel heel hoge prijs die zich economisch vertaalt in concurrentieverlies tegenover Duitsland, en politiek in reputatieschade.

Naar aanleiding van de Belgische crisis ben ik deze maand lid geworden van twee Facebook-groepen. De eerste is ‘Ik wil kunnen stemmen voor een Waal. Je veux pouvoir voter pour un Flamand’. Die ijvert in feite voor de vrijheid die Belgen in het buitenland hebben: ik mag, als het mij lukt mij op tijd in te schrijven, stemmen in de gemeente van mijn keuze.

Mijn tweede lidmaatschap is ingegeven door een Europees verantwoordelijkheidsgevoel: om nog te redden wat er te redden valt van het komende Belgische voorzitterschap van de Europese Unie. Het lijkt erop dat met de aanstelling van Herman Van Rompuy als voorzitter van de Europese Raad, Europa er niet meer toe doet bij Belgische politici. Ik zeg wel Belgische, niet Vlaamse politici. Dat een ontslagnemende regering miljarden toezegt aan achtergestelde leningen aan Griekenland, soit. Als de Grieken straks niet kunnen terugbetalen en onze staatsschuld weer met enkele miljarden stijgt, zullen weinigen het verschil zien. Maar de Europese Raad voorzitten met slechts een regering van lopende zaken, uitgerekend op een moment dat cruciale beslissingen genomen moeten worden, terwijl de aandacht voortdurend wegglipt naar de Belgische institutionele problemen, dat kan niet goed gaan. Hoe kan lidmaatschap van een Facebook-groep dit oplossen? Wel, ik ben lid geworden van ‘Serve Belgian beer during EU presidency’. We zijn al met 285.

Ik moet mijn bijdrage nog uitwerken, maar mijn eerste voorstel zou zijn om tijdens de discussies over de euro aan de landen met de grootste uitstaande bankleningen aan Griekenland, Kwak te schenken; aan de Portugese, Spaanse en Ierse vertegenwoordigers Malheur en aan de Grieken Mort Subite. Zal direct goed zijn voor het Europese vertrouwen in het Belgische voorzitterschap. Benieuwd of Herman Van Rompuy het er mee eens is.

DE AUTEUR IS PROFESSOR ECONOMIE AAN DE UNIVERSITEIT VAN MAASTRICHT.

Luc Soete

Als de Grieken straks niet kunnen terugbetalen en onze staatsschuld weer met enkele miljarden stijgt, zullen weinigen het verschil zien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content