Biënnale van Firenze

Van catwalk naar museum

De mode flirt al eeuwen met de kunst. Als ontwikkelde vrouw kleedde Catharina di Medici zich met smaak en de modieuze Sonia Delaunay liet haar stempel na op de moderne kunst. Maar niet alles wat zich mode noemt, verdient een plaatsje in het museum. De meeste kledingstukken zijn best tevreden met een gewone ruimte, als ze maar een warm lichaam krijgen. Voor de andere heeft Firenze een biënnale georganiseerd.

TEKST : SERGE VANMAERCKE

Het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel had ze al eens bij elkaar gebracht, mode en kunst, in een originele tentoonstelling in 1994. Firenze wijdt er zijn eerste Biënnale aan. Ze loopt nog tot 12 januari 1997. Het doel van de organisatoren is hetzelfde, alleen de middelen verschillen.

In Arte/Moda in het fort Belvedere, hoog boven Firenze, zien we hoe deze twee activiteiten al sinds het begin van deze eeuw herhaaldelijk samensmelten. In prachtige paviljoenen van gekleurd hout, van de architect Arata Tsozaki, is telkens werk bijeengebracht van een kunstenaar en een modeontwerper, Roy Lichtenstein en Versace bijvoorbeeld. Ook Jan Fabre is van de partij.

Veel verder, in een oud afgedankt station, spitst New Persona/New Universe zich resoluut toe op het heden en de toekomst met multimedia-installaties van kunstenaars en modeontwerpers, waaronder de Belgen Ann Demeulemeester en Walter Van Beirendonck.

Visitors

is verspreid over achttien musea waarin twintig modeontwerpers aan bod komen, ondermeer de Belg Martin Margiela. Het is een verrassende interactie tussen mode en kunst enerzijds, wetenschap of techniek andersijds, en een unieke kans om musea te ontdekken die je op andere momenten waarschijnlijk links zou laten liggen. Kostuums en opschik van Dolce & Gabbana in het Antropologisch Museum : ze lijken er wel voor gemaakt. Fresco’s en aërodynamische structuren zijn een gedroomd decor voor de hoeden van Philip Treacy. Manolo Blahnik in de Studiolo di Francesco I, is zoiets als Romy Schneider in Ludwig van Luchino Visconti. En Christian Lacroix laat zijn werk voorafgaan door een ontroerende verklaring, te ontdekken in de minimalistische zaal van het oude Museo di Orsanmichele in de hemel van Firenze. In het Palazzo Pitti wordt een retrospectieve Emilio Pucci gehouden, voorloper van de moderne garderobe van de vrouwen uit de jaren vijftig en zestig en die destijds in datzelfde paleis zijn modeshows hield. Dottora Stefania Ricci, die veel opzoekingswerk voor deze tentoonstelling heeft gedaan, wist ons te vertellen dat deze aristocraat (een markies) ook de ontwerper was van een scooter, een aantal tapijten, een logo voor de vlucht van de Apollo XV, daarnaast ook de nationale Italiaanse skiploeg leidde in 1934 en in de oorlog zijn sporen verdiende als gevechtspiloot. Een schitterende tentoonstelling die de algemene titel van de Biënnale ten volle illustreert.

Niet ver daarvandaan krijgt ook Bruce Weber een mooie retrospectieve. Hij is vooral bekend om zijn modefoto’s en foto’s van mooie mannen. Met zijn toch wel onverwachte opnamen wordt meteen een nieuwe tentoonstellingsruimte ingewijd in het Palazzo Spini Feroni, hoofdkwartier van Salvatore Ferragamo, aan de Arno.

Van alle tentoonstellingen is Habitus, Abito, Abitare ongetwijfeld de meest hedendaagse, en de minst toegankelijke zowel letterlijk als figuurlijk (ze vindt plaats buiten het centrum van het stadje Prato). Maar dat vergroot alleen maar haar status van Workshop, waarin zowel bekende als onbekende adepten van de meest uiteenlopende moderne disciplines worden samengebracht. In de Reali Poste van het Uffizi in Firenze, op een boogscheut van de prachtige Piazza della Signoria, is er tenslotte nog de tentoonstelling Metamorphosis met daarin parafernalia van Elton John : een piano, kostuums waarmee hij de scène opging en die door grote modeontwerpers werden bedacht en heel wat van zijn brillen. Wie niet alles kan doen, zouden we aanraden deze tentoonstelling het eerst van zijn lijstje te schrappen.

Ook al werden de belangrijkste musea van de stad erbij betrokken, toch zijn Firenze en de Biënnale zo voorzichtig geweest om de gebeurtenis niet ‘Arte e Moda’ te noemen, maar wel ‘Il Tempo e la Moda’. Het gaat om cultuur en niet om variété. Dus geen aanstellerij of topmodellen hier. Net zoals bepaalde werken van Roland Barthes of Umberto Eco dat in het verleden hebben gedaan, richt dit Florentijnse gebeuren zich tot de kleine filosoof, criticus, historicus of socioloog in elk van ons.

Tussen mode

en kunst is het nog nooit tot een duurzaam huwelijk gekomen, maar beide domeinen spreken het lichaam en het wezen aan, de existentie en het uiterlijk, de werkelijkheid en de afbeelding, en allebei zijn ze wezenlijke elementen van de stijl, de gevoeligheid en de communicatie van individuen en groepen. Het is iets dat voortdurend in beweging is en waar misschien wel vooruitgang inzit.

De tentoonstelling die dat het best illustreert en die het meeste succes heeft, is New Persona/New Universe in het Stazione Leopolda. Een dertigtal ruimten grote futuristische iglo’s, met elkaar verbonden of juist niet schokken, ontroeren, brengen je in de war en laten je vooral nadenken. Versmelting en bevrijding van het mannelijke en het vrouwelijke, onder dat thema laat Ann Demeulemeester de bezoeker kennismaken met haar vriendenkring. Een ronde muur symboliseert die kring en op ooghoogte zitten er tientallen kleine patrijspoorten in met daarachter telkens een ring van een vriend/vriendin of iemand die voor haar belangrijk is. Een ring van onze collega’s Agnes Goyvaerts (De Morgen) en Pascale Renaux (Le Soir), maar ook een klein zwart touwtje van Patti Smith of een stukje karton van Nick Cave waarop te lezen staat : “Dear Ann, nobody gets my ring and I mean nobody, Love. Nick Cave.”

Terwijl hij iedereen die het maar wil horen vertelt dat hij geen kunstenaar is, stelt Calvin Klein hier een minimalistisch werkje tentoon, zijn vriend Donald Judd waardig. Acht rechthoekige aluminium bakken bevatten in repetitieve rijen een cosmetisch product, dozen met herenslips, een jeans, enz. En al even minimalistisch : Giorgio Armani die, van onderuit belicht, een reeks stoffen panelen toont, met onderling licht afwijkende texturen, maar allemaal in alle schakeringen van crème en perzik. De eenvoud zelf, maar een schitterende ode aan de zachtheid. Elders slapende mensen op een reusachtig bed, die beginnen te bewegen zogauw je erover loopt. Het zijn natuurlijk projecties van slapende mensen. Hun bed is een tapijt van cellen die op voetstappen reageren : een ingenieuze installatie van Studio Azzuro.

Moschino neemt je mee in een schitterend labyrint dat een hart blijkt te zijn dat speelt met de kwellingen van de zinnen en het gevoel. Een reuzegrote stewardess ; een hermafrodiet met een muurtje rond de taille ; jeugdige gezichten, waarin lichaamsdelen verwerkt zitten die meestal goed verborgen blijven ; viriele mannen met vrouwenhanden ; bewerkte foto’s van vrouwen : de tentoonstelling gaat ver, heel ver. Een vrije wind of moeten we zeggen een orkaan heeft ervoor gezorgd dat kunstenaars en modeontwerpers zich hier ongebreideld hebben uitgedrukt.

Bij een gebeurtenis

als deze spelen ongetwijfeld commerciële belangen mee, maar voor de organisatoren moet deze Biënnale vooral de discussie losweken over de mens van vandaag, over het beeld dat hij over zichzelf heeft en over zijn plaats in een wereld die razendsnel uitbreidt. De renaissance, de periode die de mens centraal in het universum heeft geplaatst, begon in Firenze, de culturele bakermat van Toscane. Maar de talloze melkwegstelsels die vorig jaar met de Hubble Telescope werden ontdekt, maken dat we de plaats van de mens in het universum moeten herzien. Het zou heel aanmatigend zijn onszelf als het centrum daarvan te blijven beschouwen.

Een kleine kunstvorm als de mode regelt hier de klok wat bij. Doorheen deze tentoonstelling roept de mode de bescherming en de autoriteit van de Schone Kunsten in, niet alleen om zich over het culturele erfgoed te buigen, maar om op haar beurt de rol van telescoop te spelen, gericht op de toekomst van de mens : op de culturele, sociale, economische en wetenschappelijke niveaus die in de kunst en de mode een rol spelen. En die ze nooit meer terzijde mogen schuiven. Wat de profetische waarde van de Biënnale van Firenze is weten we niet, maar ze is alleszins een signaal.

Een creatie van Richard Tyler, temidden van instrumenten van het Museum van Wetenschappen.

Donna Karan.

Calvin Klein.

Issey Miyake.

Rifat Ozbek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content