“Betafence ligt mijlen voor op zijn businessplan”

De Zwevegemse afrasteringsspecialist Betafence doet een nieuwe stap in zijn ontwikkeling. De overname van Payne Fence moet de belangrijke Amerikaanse markt openen. Intussen wordt een joint venture in Rusland overwogen. Sinds de ex-Bekaertdochter op eigen benen staat, zit het bedrijf meer dan op koers.

Door Lieven Desmet/Foto Thomas De Boever

Door Lieven Desmet/Foto Thomas De Boever

Goede buren maakt goede vrienden. Sinds Bekaert zijn afrasteringsdivisie in 2005 verzelfstandigde, gaat het opperbest met het tot Betafence omgedoopte bedrijf. Betafence, dat in de schaduw van Bekaert gevestigd is, produceert en verkoopt (veiligheids)afrasteringen en afrasteringssystemen voor de residentiële, industriële en landbouwmarkt. De groep heeft 2000 werknemers en, naast het hoofdkantoor in Zwevegem, productievestigingen in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Italië, Spanje, Polen, Zuid-Afrika, Turkije en China.

Gedelegeerd bestuurder Patrick Lecluyse, die in 2006 de fakkel overnam van zijn voormalige baas Geo Pil, oogt ontspannen wanneer hij ons ontvangt in zijn sober kantoor. Maar schijn bedriegt, want de topman van Betafence heeft er drukke weken opzitten. Hij en zijn acquisitieteam pendelden over en weer naar de Verenigde Staten waar ze met John Payne tot een overeenkomst kwamen om diens beveiligingsbedrijf Payne Metal Works te integreren in de nieuwe structuur die Payne Fence werd gedoopt. Betafence houdt een belang van 60 % in die joint venture, die Payne Metal Works volledig opslokt. John Payne, een veertiger, leidt de joint venture. “Hij is er de geknipte man voor”, zegt Lecluyse, die het grote belang van de relatief kleine overname (20 miljoen dollar omzet of 12,7 miljoen euro, een veertigtal werknemers) onderstreept. Payne is actief in het hogere segment van de beveiligingssystemen, een segment dat sinds 9/11 vooral in de VS aan belang heeft gewonnen. Door de aanhoudende terreurdreiging worden luchthavens, zeehavens, water- en voedselopslagplaatsen en gas- en olieterminals efficiënter beveiligd. Een gegeven dat zich overigens niet alleen beperkt tot de VS.

Enorm potentieel

“De overname opent de markt in de VS, waar we tot nu haast niet aanwezig waren”, zegt Lecluyse. “Sinds de verzelfstandiging van Betafence, dat in maart 2005 in handen kwam van de private-equitygroepen Gilde en CVC, liep een driejarige overeenkomst om niet in de VS actief te worden, tenzij via moederbedrijf Bekaert als agent. Die termijn is nu verstreken, en omdat dit een te belangrijke markt is, konden we ze niet langer links laten liggen”, vervolgt Lecluyse. Hij beklemtoont dat de deal in volle transparantie met grote buur Bekaert is verlopen. De acquisitie past volledig in de strategie van Betafence: geografische expansie, verder evolueren van een loutere componentenleverancier naar een leverancier van totaaloplossingen voor buitenbeveiliging en een kostenefficiënte producent van die componenten zijn. “We hebben een industriële achtergrond en wensen die niet te verloochenen. We worden geen assembleur.”

Payne Fence heeft een rist gepatenteerde systemen in portefeuille, waar Betafence ook buiten de VS kan van profiteren. “John Payne wist ook wel dat als hij die enorme markt op wilde, hij voordelen kon halen uit een huwelijk met Betafence. Wij hebben veel meer resources, en niet enkel financieel. Ook het verkoopnetwerk is een enorme multiplicator. Betafence heeft ook een imago van technologieleider. Mocht hij alles op zijn eentje willen doen, dan zou het hem jaren hebben gekost om op dat niveau te komen.” Payne behoort in de VS tot de top vijf in hogebeveiligingssystemen, maar op de algemene afrasteringmarkt is het een eerder kleine speler. De VS telt een rist producenten die omzetten van 400 miljoen dollar (255,3 miljoen euro) draaien. Vreemd genoeg is die markt eerder conservatief. “Men heeft blijkbaar nooit de switch gemaakt naar hogere standaarden zoals gelaste hekwerken. Nochtans zijn dergelijke afrasteringen niet alleen steviger, het duurt ook veel langer om er een gat in knippen. Ook in de klassieke afrastering zien we dus nog een groot potentieel in de VS.”

Quo vadis Zwevegem?

Intussen kijkt Betafence aan tegen stijgende grondstof- en energieprijzen. Ook de loonkostenhandicap wordt er met de automatische indexering niet kleiner op. Knabbelt dit alles niet te veel aan de marges? “Onze verkopers hebben dit jaar al drie keer een prijsstijging moeten aankondigen. De prijs van walsdraad is verdubbeld sinds begin dit jaar. Tel daarbij de stijgende energie- en transportkosten en de financieringskosten, want onze stocks worden ook zoveel duurder. We zijn zeer rigoureus, omdat we geen alternatief hebben. Anders smelt onze rendabiliteit behoorlijk snel weg.”

Toch is Patrick Lecluyse eerder optimistisch. De omzet over 2007 klom met 10 % tot 490 miljoen euro, en voor dit jaar verwacht hij een stijging tot 512 miljoen euro, zonder acquisities. De operationele winst van 34,7 miljoen euro die Betafence op holdingniveau in 2006 boekte (geconsolideerde resultaten voor 2007 zijn er nog niet) werd tenietgedaan door 26,8 miljoen euro aan uitzonderlijke kosten. Vooral de pensioenverplichtingen in het Verenigd Koninkrijk, die 19,6 miljoen euro weg hapten, zorgden daarvoor. “Door de gelijkschakeling van de pensioenleeftijd in het VK hebben we moeten onderhandelen met een aantal pensioenfondsen. Er werd een financieringsschema uitgewerkt. Maar dat zijn eenmalige kosten.” De cijfers in België laten eerder een status-quo zien, maar ook hier is het beeld genuanceerder. “We merken een verschuiving in de producten. De productsegmenten landbouw en industrieel groeien niet langer, maar dat wordt gecompenseerd door de beveiligingsoplossingen die fors in de lift zitten.”

Patrick Lecluyse begrijpt wel de onrust in de Zwevegemse hoofdzetel. “Ik heb mijn nieuwjaarsboodschap destijds opgebouwd rond het thema ‘Quo vadis Zwevegem?’ Ik heb letterlijk gezegd dat er een toekomst is voor Zwevegem, maar dat het geen extrapolatie zal zijn van het verleden. Betafence is van hieruit gegroeid en de exportmarkten zijn van hieruit ontwikkeld. Maar vanaf het moment dat een exportmarkt groot genoeg is en voldoende draagvlak heeft, of wanneer het competitief zin heeft, is het interessanter om ter plekke te produceren. Een ding kunnen de Chinezen niet, en dat is hun land naar hier brengen. De lokale markt moeten we dus van hieruit bedienen. Ook onze investeringen zijn daarop gebaseerd. Zo hebben we een uiterst flexibele multikleurencabine. We hebben nu ook een volledig geautomatiseerde poortenlijn, en onze plastificeerlijn is gerobotiseerd, waardoor de capaciteit is verdubbeld en de flexibiliteit werd verhoogd. Ik maak me dus geen zorgen over Zwevegem, op voorwaarde dat alle medewerkers willen inspelen op de nieuwe omgeving, en zich dus flexibel opstellen. Natuurlijk, dit bedrijf heeft 125 jaar geschiedenis, waarbij de ene cao de andere opvolgde. Maar ik ben optimistisch. Ik zie hoopgevende signalen dat de vakbonden Betafence los kunnen zien van die historische verworvenheden, maar dat ze ook kijken naar onze markt en noden.”

Beursgang is een optie

Betafence groeit operationeel beduidend beter dan destijds werd vooropgesteld. “Als we teruggrijpen naar ons businessplan, indertijd ‘The Bankcase’ gedoopt, dat we voorlegden aan de banken om onze schuldfinanciering los te krijgen, dan zijn we daar mijlenver van afgeweken, in positieve zin welteverstaan.” Er is meer dan de cijfers alleen, ook het businessmodel is gewijzigd. Betafence is internationaler geworden en is op de overnametoer gegaan. “We zijn niet langer het draadverwerkende bedrijf van weleer.”

Lecluyse steekt de loftrompet over zijn aandeelhouders, Gilde en CVC. “Ze hebben tot op vandaag enkel investeringsrecords gebroken. 18 miljoen euro vorig jaar, 19 miljoen euro dit jaar, zonder acquisities. Dat is dubbel zoveel als voor de verzelfstandiging. En ondanks hun voornamelijk financiële achtergrond zijn ze de ideale sparringpartners die op de raad van bestuur voornamelijk oog hebben voor de businesslogica.” Samen met pensioen gaan met zijn aandeelhouders zal er niet inzitten, dat is ook niet de rol van private-equityspelers. Maar een duidelijk zicht op hun exitstrategie heeft Lecluyse ook nog niet. “Het bedrijf is in volle transitie, en de aandeelhouders willen dat verhaal mee helpen schrijven. Over een beursgang wordt af en toe nagedacht. Maar wij zijn nog een maatje te klein. Ik denk dat wij eerst naar 800 miljoen euro omzet moeten groeien vooraleer we aan de beurs kunnen denken. Dat is een streefdoel.”

De groei moet zowel organisch, via nieuwe markten, als via acquisities komen. In China werd eind 2006 een vestiging geopend in Tianjin, en ook Rusland wordt met meer dan gewone aandacht gescreend. “We hebben al een verkoopkantoor in Moskou. De Russische markt is voor ons nu al groter dan de Chinese. Ik ontken niet dat als we morgen een goede partner vinden, we iets opstarten, we zijn goed bij de les. Maar alleen iets beginnen, is geen optie. Daarvoor is die markt iets te weinig transparant.” (T)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content