Betaalt u belasting op aandelenopties nu of later?

Een werknemer die aandelenopties aanvaardt, staat voor een dilemma. Wil hij vandaag belastingen betalen op opties die in de toekomst misschien niets meer waard zullen zijn? Minister Didier Reynders past er een mouw aan en biedt werknemers de mogelijkheid om pas belastingen te betalen als de opties worden uitgevoerd. Maar dat kan heel wat duurder uitvallen.

Werknemers die aandelenopties als extralegaal voordeel ontvangen, krijgen soms een ijskoude douche. Ze betalen belastingen op opties die bij uitoefening waardeloos zijn geworden. Minister van Financiën Didier Reynders ( MR) heeft nu een opening gecreëerd om de belasting uit te stellen tot bij de uitoefening van de opties. De liberaal verraste vriend en vijand met zijn antwoord op een parlementaire vraag. Maar het schijnbaar perfecte systeem heeft ook zo zijn nadelen. De overheid laat toe op een ander moment belastingen te betalen, maar berekent die belastingen dan op een andere manier. En u raadt het al: niet altijd in het voordeel van de werknemer.

Wat verandert er?

Vóór januari 2003 werden aandelenopties verondersteld belastbaar te zijn op de zestigste dag na het aanbod van de werkgever. Tenzij de werknemer binnen deze periode uitdrukkelijk en schriftelijk weigerde de opties te aanvaarden. Maar het systeem werkte niet in de praktijk. Werknemers die niet op de hoogte waren of vergaten de niet-aanvaarding te melden, kregen toch een belastingaanslag in de bus. Bovendien zorgde het slechte beursklimaat vaak voor een belastingschuld op waardeloze aandelenopties. “Daarom werd in de wet de uitdrukkelijke weigering vervangen door de schriftelijke aanvaarding,” verklaart Patrick Derthoo, partner bij Deloitte. De begunstigde werknemer moet voortaan de aandelenopties schriftelijk aanvaarden. “Zonder deze aanvaarding wordt het aanbod van de aandelenopties verondersteld geweigerd te zijn,” bevestigt Derthoo.

Maar hoe moet het met de werknemer die zijn opties wel aanvaardde, maar dat vergat te melden binnen zestig dagen? Hoe moet hij belast worden wanneer hij zijn opties uitoefent? Geen probleem, antwoordde Reynders. Bij een laattijdige aanvaarding van de aandelenopties zal de werknemer belast worden als zou hij de aandelen tegen een verminderde prijs van zijn werkgever gekregen hebben. Jan Lambrechts, vennoot bij Ernst & Young Tax Consultants legt uit: “We kunnen ervan uitgaan dat de werknemer zal worden belast op het verschil tussen de intrinsieke waarde van de aandelen op het moment van de uitoefening van de optie en de werkelijke prijs die de optiehouder betaalt.”

En in welk systeem is de werknemer financieel het beste af? In eerste instantie lijkt het zonneklaar dat de werknemer beter pas belastingen betaalt als hij effectief zijn opties uitoefent. Zo vermijdt hij immers geld aan de staat over te dragen voor opties die hij misschien nooit kan uitoefenen en waarvan hij zelf nooit voordeel heeft. Maar er is niet meteen een optimaal systeem, zegt Géry Bombeke, advocaat bij Laga & Philippe. “Alles hangt af van de concrete situa- tie. Een niet onbelangrijk gegeven is de waarde van het aandeel. Of liever, de verwachte waarde van dat aandeel.” Ook Lambrechts wijst op het gevaar van een afwachtende houding. “De belasting bij de lichting van de opties zal vaak hoger uitvallen dan de forfaitaire belasting bij de toekenning van de opties. Vooral als het aandeel sterk presteert.”

Bereken zelf de beste oplossing

Hugo is een werknemer van de beursgenoteerde NV Motivatie. Op 1 mei 2004 biedt Motivatie Hugo duizend opties aan met een uitoefenprijs van 25 euro. De looptijd van de opties bedraagt vijf jaar.

* Scenario 1: Hugo aanvaardt de opties binnen zestig dagen.

Omdat Hugo binnen zestig dagen de opties schriftelijk aanvaardt, moet hij ook meteen belastingen betalen. De fiscus rekent het belastbare bedrag als volgt uit: duizend opties tegen 25 euro is 25.000 euro. Daarop wordt een tarief van 15 % toegepast. Het belastbare bedrag bedraagt dus 3750 euro. Het belastingtarief van 15 % is vast. Alleen als een bedrijf aan al zijn werknemers opties aanbiedt, geldt een percentage van 7,5 %. Hugo moet in zijn belastingbrief 3750 aangeven, waarop hij – afhankelijk van de schaal waaronder hij valt – bijvoorbeeld 50 % belastingen betaalt. Op het einde van de rit betaalt Hugo 1875 euro aan de staat, omdat hij de opties aanvaard heeft.

Hugo heeft geluk. Het aandeel van Motivatie is geliefd op de beurs en op 1 mei 2008 klokt de koers af op 40 euro. Hugo oefent zijn opties uit. Hij koopt zijn duizend aandelen voor 25 euro en verkoopt ze diezelfde dag voor 40 euro. Netto houdt Hugo aan de operatie 13.125 euro over (40.000 – 25.000 – 1875).

* Scenario 2: Hugo meldt de aanvaarding van zijn opties niet aan de fiscus, maar oefent ze wel uit op 1 mei 2008.

Omdat Hugo de opties niet schriftelijk heeft aanvaard binnen zestig dagen, heeft hij ook nooit belastingen betaalt. Maar Hugo heeft de opties wel in handen en oefent ze uit op 1 mei 2008. Hij kan dus niet ontsnappen aan de belastingen. De fiscus zal het belastbare bedrag als volgt berekenen: (huidige koers van het aandeel – uitoefenprijs van de opties) x aantal opties, dus: (40-25) x 1000. De belastbare basis bedraagt 15.000 euro. Hij moet dit bedrag in zijn volgende belastingbrief aangeven en betaalt er 50 % belasting op, of 7500 euro. Netto houdt Hugo aan de operatie 7500 euro over (40.000 – 25.000 – 7500).

Bereken de kritische koers

De voorbeelden tonen aan dat wachten niet de beste oplossing was. Omdat de manier waarop de belastbare basis wordt berekend zo verschillend is, kan niet eenduidig worden gezegd welke oplossing de beste is voor de werknemer. Alles hangt af van de waarde van de koers op het moment dat de opties worden uitgeoefend. De werknemer kan wel berekenen vanaf welke koers het tweede scenario financieel nadeliger wordt. Als Hugo weet dat bij dadelijke aanvaarding van de opties zijn belastbare bedrag 3750 euro bedraagt, kan hij met een eenvoudige vergelijking (zie kader: Vanaf welke koers is wachten duurder?) berekenen dat hij bij een beurskoers van 28,75 euro in het tweede scenario evenveel zal betalen. En weet hij dat wachten duurder is vanaf het moment dat de koers hoger dan 28,75 euro klimt.

De keuze voor de ene of andere methode is ook psychologisch geladen. Jan Lambrechts (E&Y): “Wie vandaag opties krijgt en aanvaardt, moet al in 2004 belasting betalen, terwijl het inkomen pas jaren later kan binnenkomen. Bovendien hebben aandelen een onzeker waardeverloop. Er is daarom een inherent risico van belasting zonder dat er effectief inkomen gerealiseerd wordt. Als de heffing bij uitoefening van de opties gebeurt, ligt de belasting misschien hoger maar is er ook zekerheid over het inkomen.”

Juridisch getouwtrek

Laatste adder onder het gras is de juridische onzekerheid. Een antwoord van de minister van Financiën op een parlementaire vraag kan immers niet gelijkgesteld worden met een wet. Zo’n antwoord geeft alleen het standpunt weer van de minister en zijn administratie omtrent het onderwerp. De belastingplichtige is echter niet gebonden aan zo’n standpunt. Het staat hem met andere woorden vrij om er een andere interpretatie op na te houden en bij conflicten met de fiscus de rechtbank in te schakelen. Ook die is niet gebonden aan de interpretatie van een minister. Aandelenopties geven overigens in de meeste landen aanleiding tot complexe interpretatievraagstukken.

Een andere mogelijke splijtzwam zijn de sociale bijdragen. Wie kiest voor een belasting bij toekenning van de aandelenopties, betaalt geen sociale bijdragen, zo stelt de belastingwet uit 1999. Kunnen we de lijn doortrekken en aannemen dat ook bij de uitoefening van de opties automatisch geen sociale bijdrage is verschuldigd? “Het woordje automatisch is er te veel aan, maar ik vermoed dat we er inderdaad van kunnen uitgaan dat ook hier geen sociale bijdrage betaald hoeft te worden,” meent Jan Lambrechts. “Er bestaat overigens een Cassatie-arrest dat, hoewel niet met zoveel woorden, in die richting gaat.”

Daar is Patrick Derthoo het niet mee eens. Volgens hem mogen we er integendeel van uitgaan dat er wel degelijk sociale bijdragen betaald moeten worden op de winsten bij uitoefening. “Zullen bedrijven in dat geval de keuze overlaten aan hun werknemers wanneer ze hun belastingen betalen? We kunnen ervan uitgaan dat die vraag binnenkort door de administratie gesteld en geïnterpreteerd zal worden.”

An Goovaerts – Lieven Desmet

“De belasting bij de lichting van de opties zal vaak hoger uitvallen dan de forfaitaire belasting bij de toekenning van de opties.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content