Bescherming of belemmering ?

De socio-economische vergunning bezorgt franchisegevers nog altijd kopbrekens. Minister van Economische Zaken Elio Di Rupo belooft evenwel beterschap.

Verleden maand vond voor de tweede maal de Beurs voor Franchise & Commerciële Samenwerking plaats. Zo’n 4000 bezoekers 500 meer dan vorig jaar zakten af naar het Brusselse Rogierplein. Een honderdtal franchiseketens uit diverse sectoren waren present om hun concept voor te stellen. Immo-Trends bleef niet achter en organiseerde een workshop over de socio-economische vergunning. Meester Jan Ghysels, advocaat en Eric Van Dijck, partner van Healey & Baker verleenden tekst en uitleg.

De socio-economische vergunning buigt zich over de economische haalbaarheid van een franchisingproject, evenals over de weerslag ervan op de omgeving. Ze wordt toegekend door een comité dat is samengesteld uit een tiental personen, waaronder vertegenwoordigers van de ministeries van Economische Zaken en Middenstand. Het comité evalueert een project aan de hand van verschillende factoren. Meer bepaald : de concurrentie, de creatie van werkgelegenheid, de ligging, de omvang en de commerciële weerslag.

INERTIE.

Vooraleer een socio-economische vergunning te kunnen aanvragen, dient de initiatiefnemer een bouwvergunning op zak te hebben. “De volgorde van de procedures werd ingegeven door de nood aan een integrale bezinning over een project,” legt meester Ghysels uit. “Men wilde paal en perk stellen aan de vastberadenheid van sommige personen die zich blindelings op een project stortten.”

Ondanks positieve aspecten roept de socio-economische vergunning kritische reflecties op. Sommige specialisten stellen onomwonden dat de wet die beschermend wou zijn, eerder leidt tot totaleinertie. De geweigerde dossiers kunnen niet op twee handen worden geteld en worden op geen enkele manier gemotiveerd. Het verdict laat vaak een jaar of meer op zich wachten en in beroep gaan is uit den boze. Ook een nieuwe poging tot het verkrijgen van de vergunning loopt steevast op een sisser uit.

Ander knelpunt : de wirwar van bevoegde instanties. Het verlenen van een bouwvergunning behoort tot de bevoegdheid van gemeenten en gewesten. De socio-economische vergunning daarentegen hangt af van het federaal niveau.

NIEUWE WIND.

De vergunning blijft een heet hangijzer. Van Dijck, lid van de Belgische Luxemburgse Raad van Winkelcentra (BLRW), ziet verschillende elementen die voor verbetering vatbaar zijn. “Eerst en vooral moet de chronologische volgorde worden afgeschaft. De aanvraag voor een bouwvergunning gaat gepaard met aanzienlijke kosten. Voor grote projecten lopen de kosten soms tot in de miljoenen… En dit alles, zonder te weten of je op het einde van de rit de socio-economische vergunning zal verkrijgen.”

Van zijn kant kondigde minster van Economische Zaken Elio Di Rupo een herziening van de wet van 1975 aan. Er zou een beroepsmogelijkheid worden voorzien, evenals een procedure die de initiatiefnemer toelaat zijn visie te geven. Bovendien zou het overschrijden van de afgesproken termijn leiden tot de goedkeuring van het project. Last but not least zullen de evaluatiecriteria een updating ondergaan. De KU leuven en de ULB buigen zich momenteel over 950 vroegere dossiers. Hun conclusies zullen leiden tot een wetsontwerp. September zal ongetwijfeld meer klaarheid brengen.

V.P.

FRANCHISING De procedure inzake socio-economische vergunningen wordt herzien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content