Berlijnse Muur en 11.11.11

De afstand tussen de twee symbolische datums is miniem. Ondanks die nabijheid wordt de brug tussen de beide momenten zelden gelegd. Op 11 november is het jaarlijkse hoogtepunt van de actie 11.11.11 en verschijnen in het straatbeeld de collectebussen en de affiches die u een schuldgevoelen willen opdringen. Op 9 november 1989 – datum die we dienen te herdenken, jaar na jaar – viel de Berlijnse Muur; de start van de ontrafeling en de verdwijning van de generatielange onderdrukking, onmenselijkheid en economische achterstand in Centraal- en Oost-Europa. Zelfs het socialisme met een menselijk gelaat bleek niet te stroken met groei, geluk en toekomst. Het hardere type, het socialisme met een onmenselijk gelaat, dat op 9 november 1989 onversneden werd gehuldigd in de meeste landen van het rode blok, bleek een mega-gevangenis te zijn.

De actievoerders van 11.11.11. verdienen enerzijds de sympathie die elke inzet voor meer dan het eigen voordeel verdient, anderzijds verdienen zij evenzeer de antipathie om hun jaarlijkse herkauwen van socialistische gemeenplaatsen. Als de Derde Wereld vandaag achterstand heeft, aldus hun uitgangspunt, is dat te wijten aan de roversmentaliteit van het foute Westen en zijn dominante economische filosofie, het kapitalisme. Ook nadat de beschuldigingen al vele malen werden weerlegd, haalt bij de beroepsmilitanten van het tiersmondisme een anti-kapitalistische, anti-vrijemarkthouding de bovenhand. Wat hen in het noordelijk halfrond nooit meer zal lukken, de opbouw van een socialistische heilstaat, trachten ze in het zuidelijk halfrond door te drukken als het meest humane ontwikkelingspatroon.

Tien jaar dus na de val van het socialisme in Oost-Europa en acht jaar na de verbrokkeling van het sovjetrijk blijft de discussie voortgaan over de inferioriteit of de superioriteit van het vrije ondernemen en een minimale overheid. NCOS, Oxfam/Wereldwinkel, Christian Aid, Unesco, Mensenbroeders misbruiken de problemen van de landen in ontwikkeling. Het Agenda voor een Betere Wereld van de ontwikkelingseconomen Alfred O. Hirschman, Jan Tinbergen, P.C. Mahalanobis, Paul Rosenstein-Rodan, Hans Singer focuste op het socialisme, het staatsinitiatief, het interventionisme en de macro-economie. Het is vandaag wetenschappelijke voorbij, passé, maar vegeteert verder bij de militanten van het westerse schuldgevoelen.

In tegenstelling met wat 11.11.11. wil doen geloven, levert de Derde Wereld de meest spectaculaire bewijzen dat de markt, legaal of illegaal, het best de productieve talenten van elk individu tot wasdom brengt, ten voordele van zijn gemeenschap en land. De Peruaanse econoom Hernando de Soto documenteerde in The Other Path de aangeboren creativiteit van de boeren en de kleine mensen van zijn land. Het Andere Pad wilde het contrast uitlichten met het marxistisch terrorisme van het Lichtende Pad in Peru en de paternalistische bevrijdingstheologie van de kerk. Jan Tinbergen wordt nog altijd gelezen bij de tiersmondisten, Hernando de Soto wordt weggemoffeld.

Waar gaat het probleem ten gronde over? De verwerping van het kapitalisme wordt gemaakt op basis van een socialisme dat zogenaamd superieur is. Het kapitalisme is niet zonder fouten, en de verdedigers van het systeem verzwakken hun overtuigingskracht door ze te ontkennen. De kracht van het kapitalisme is dat de markt en de prijsvorming, de onzichtbare hand van Adam Smith, de gebreken sneller minimaliseren en uitbannen. De verdediger van het kapitalisme moet geen schrik hebben om de tekorten van dit stelsel toe te geven, omdat ze worden verklaard door menselijke en natuurlijke omstandigheden die voor iedereen en voor elk stelsel opgaan. Het kapitalisme is superieur aan het socialisme omdat het socialisme lijdt aan dezelfde nadelen als het kapitalisme – werkloosheid, inflatie, ongelijkheid, armoede – en de oplossing wordt belet door de symptomen onder het socialisme te ontkennen. Over het autocratische systeem dat instortte op 9 november 1989 hoeven we het niet te hebben. Onder de sociaal-democratie in West-Europa werden en worden werkloosheid, inflatie, ongelijkheid en armoede verstopt achter toelagen, opgesmukte statistieken en de ondergrondse economie waarin de burgers hun heil zoeken.

Ze hadden de inflatie uitgeroeid en ze zouden het Westen voorbijsteken. Een kijkje in de winkelrekken in Moskou in de jaren tachtig bewees voldoende. Het socialisme legde daar en elders vormen van oorlogseconomie op met rantsoeneringen, voorschriften, papieren, stempels, bureaucraten, toelagen. Zo kan je analfabeten politiek besturen, maar geen burgers in een wereld met steeds meer keuzemogelijkheden. Slecht zaakmanschap wordt altijd bestraft – in de ontwikkelde wereld en in de wereld in ontwikkeling. In het kapitalisme onmiddellijk, in het socialisme na decennia en met soms dood en vernieling.

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content