België moet een digitaal tandje bijsteken

België staat op de elfde plaats als het op internationale handelsstromen aankomt. Dat blijkt uit de MGI Connectedness Index van het McKinsey Global Institute (MGI), de internationale denktank van de consultancygroep. Duitsland, Hongkong en de VS vormen de top drie.

Het MGI heeft de wereldwijde handelsstromen in kaart gebracht en maakte een rangschikking van 131 landen op. Nieuw is dat verder wordt gekeken dan de klassieke goederenstromen. McKinsey onderzocht voor deze index de dynamiek van vijf stromen: goederen, diensten, financiële stromen, migratiebewegingen en data- en communicatiestromen. De landen werden niet alleen vergeleken volgens de graad van openheid van hun economie, maar ook volgens hun bijdrage in de globalisering van de onderzochte stromen.

Globaal en digitaal

Volgens onze landgenoot Jacques Bughin, die als director en senior partner bij McKinsey meewerkte aan de internationale studie, hebben niet alle stromen evenveel invloed op de productiviteit van een economie. “Het effect van de data- en communicatiestromen op de economie is dubbel zo groot als het effect van de internationale handel in goederen. De interneteconomie in België is in aandeel in het bruto binnenlands product twee keer zo klein als die van landen als Zweden, Nederland of het Verenigd Koninkrijk, en de grensoverschrijdende gegevensstromen groeien minder snel in ons land dan in de rest van Europa”, stelt Bughin. De wereld wordt dus globaal, maar vooral digitaal en de digitalisering is volgens Jacques Bughin meer en meer de motor van de groei. Het wordt dus opletten dat we de digitale trein niet missen.

De top drie van de rangschikking bestaat uit Duitsland, Hongkong en de Verenigde Staten. Exportland Duitsland scoort sterk in alle stromen, zonder koploper te zijn in één ervan. De beste prestatie leveren de Duitsers in de data- en communicatiestromen, goed voor een tweede plaats, na Nederland. Voor de goederentrafiek haalt Duitsland een derde plaats, na Hongkong en Singapore. Voor de services en migratie sleept het land een vijfde plaats in de wacht. Wat de financiële transacties betreft, is er nog ruimte voor verbetering. Duitsland eindigt er als zevende. Als centrale draaischijf voor Azië en China scoort Hongkong een eerste plaats in goederenstromen. De Verenigde Staten zijn dan weer leider in de migratiebewegingen. Rusland haalt met een negende plaats de hoogste score van de BRIC-landen. Exportgigant China vinden we terug op de 25ste plaats, net na Luxemburg, dat een eerste plaats scoort voor financiële stromen en een tweede plaats voor services (na Ierland). Voor China rapporteert McKinsey een vijfde plaats voor goederenstromen en een zesde plaats voor financiële bewegingen. De mobiliteit van mensen en data blijft er volgens de onderzoekers beperkt.

Pijnpunten voor België

België haalt in de index een elfde plaats, niet meteen een verrassing voor onze kleine, open economie. Uit cijfers van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) blijkt dat we het twaalfde exportland en het dertiende importland zijn, dus een elfde plaats ligt in de lijn der verwachtingen. “In de handel in goederen en diensten presteert België inderdaad goed in internationale handelsrelaties, maar het raakt daar langzaamaan in ademnood in vergelijking met zijn belangrijkste handelspartners zoals Duitsland, Frankrijk en Nederland”, stelt Jacques Bughin vast. De Belgische handel is nog (te) sterk gefocust op de buurlanden en er zijn te weinig connecties met de groeiende netwerken van de opkomende landen.

Uit de studie van McKinsey blijkt ook dat België een aanzienlijke achterstand heeft in de digitalisering van de stromen. “Terwijl net die datastromen op termijn de sterkste hefboom vormen voor de groei van een land”, voorspelt Bughin. In data- en communicatiestromen strandt België op een elfde plaats, na Europese landen als Oostenrijk, Zweden, Italië en Frankrijk. Nederland staat aan de top voor informatiestromen. Het netwerk van onze noorderburen speelt mee bij 60 procent van de internationale gegevensuitwisselingen, terwijl dat voor België nauwelijks 10 procent is. Digitaal boeren we achteruit.

“Terwijl aan het begin van de jaren 2000 de data-uitwisseling minder dan 10 procent van het huidige volume bedroeg, had België toen invloed op 30 procent van die stromen. Na de wereldwijde explosie van de digitalisering en het internet is die invloed snel verwaterd”, weet Jacques Bughin. Landen waar de onlinecultuur veel verder staat, zoals Duitsland, Nederland en Zweden, profiteren van een groter hefboomeffect en winnen meer bij de explosieve groei van data-uitwisseling.

Voor financiële stromen en migratiebewegingen behaalt België ronduit zwakke scores met respectievelijk een 30ste en 39ste plaats in de ranglijst. Het opdrogen van de financiële stromen is te verklaren door de crisis, die het bankenlandschap in ons land zwaar geraakt heeft. Ook voor migratiestromen kan het beter. “We hebben migratie, maar de beste talenten komen waarschijnlijk niet naar België”, merkt Bughin op.

Actie ondernemen

De klassieke positie van België staat onder druk. Onze centrale ligging blijft een troef, maar de wereld verandert en het zwaartepunt verschuift naar het oosten. Jacques Bughin: “Het wordt tijd dat België ook op de nieuwe connectiegolven gaat surfen en opnieuw een netwerk uitbouwt dat dichter bij het zwaartepunt van de stromen komt, of het nu gaat over de informatiestromen met Nederland, de migratiestromen met de Verenigde Staten of de servicestromen met Ierland.”

Om die pijnpunten aan te pakken wijst Jacques Bughin op een viertal elementen. “Meer inzetten op verdere digitalisering opent de deur naar internationale expansie voor kmo’s. Veel bedrijven zijn amper actief op het internet. Zo missen ze kansen. Het beleid moet erop gericht zijn kmo’s te helpen die kans te grijpen. Dat is een noodzakelijke voorwaarde voor meer groei”, stelt Bughin.

Een tweede punt is het investeringsklimaat. België heeft volgens de consultant een aantrekkelijk klimaat voor rechtstreekse investeringen in het land. Maar de investeringen staan onder druk en ze blijven geconcentreerd in een handvol klassieke landen. “Een proactief beleid dat zich richt op de belangrijkste landen in het centrum van de investeringsstromen is cruciaal”, aldus Jacques Bughin.

Voorts focust onze productie nog te veel op het creëren van intermediaire toegevoegde waarde in de internationale stromen. Er moet een shift komen van de productie van halffabricaten met weinig toegevoegde waarde naar hightech eindproducten die hun weg vinden naar de wereldmarkt. Jacques Bughin wijst ten slotte ook op de nood aan meer getalenteerde Belgische managers die het maken in het buitenland en dan vooral in sectoren waarin digitale technologie belangrijk wordt.

KURT DE CAT

De digitalisering is meer en meer de motor van de groei.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content