België heeft arbitrage of een dictator nodig

De verkiezingsuitslag heeft hooggespannen verwachtingen gewekt voor de communautaire vrede en het voortbestaan van België, na decennia gehakketak met de bijbehorende verkwistende compensatiecarrousels. Op een meer afgetekende verkiezingsuitslag kon je niet hopen, maar het noodzakelijke verstandshuwelijk tussen de winnende partijen, nodig voor een regeringsvorming, lijkt op zijn zachtst gezegd niet evident.

De intenties van de hoofdonderhandelaars zijn zoals verwacht impressionant of utopisch en de voorgenomen tijdsspanne voor een regeringsvorming optimistisch. Ik hoop, zoals velen onder ons, dat een regeringsvorming in de weliswaar al te late, maar levensnoodzakelijke grondige staatshervorming slaagt.

De vrees lijkt meer dan gegrond dat de onderhandelingsruimte niet verder reikt dan een opwaardering van de vroegere borrelnootjes naar aperitiefhapjes. Ik hoop van harte ongelijk te krijgen, maar vind toch dat er nu al aan een plan B moet worden gedacht. Hierbij twee scenario’s, die op het eerste gezicht esoterisch lijken, maar die ons toch uit deze drijfzandsituatie kunnen halen.

Het uitgangspunt is de vaststelling dat de vennootschap België politiek in een patstelling is verzeild. Daardoor kunnen we niet meer vooruit, maar alleen nog achteruit. Daarenboven zijn we moreel verplicht de toenemende staatsschuld een halt toe te roepen, ze is toch goeddeels te wijten aan een inefficiënte verdeling van bevoegdheden en financiering tussen onze overtallige overheden. Vooral, maar niet alleen, voor onze (klein)kinderen en hun vergrijzende (groot)ouders.

In het bedrijfsleven of in het huwelijk worden hopeloos vastgelopen situaties opgelost met externe rechtspraak. Waarom nemen we hier geen voorbeeld aan? Aangezien wij toch geleidelijk naar Europese integratie evolueren, kunnen we een arbitrage op dit niveau overwegen, misschien door een college experts. Hopelijk zelfs onder het voorzitterschap van Catherine Ashton, de Europese minister van Buitenlandse Zaken, want president Herman Van Rompuy zou in deze toch gewraakt worden.

Met een bindend vonnis volgens een vastgelegde procedure en tijdslijn zou onze communautaire etterbuil dan definitief geëvacueerd zijn – volgens het Hippocrates-beginsel ‘ubi pus, ibi vacua’ (waar etter zit, moet je hem weghalen). Dan kunnen we weer aan onze toekomst en die van onze kinderen werken.

Indien externe arbitrage voor onze politici als onaanvaardbaar gezichtsverlies overkomt, kunnen we als alternatief het voorbeeld van het antieke republikeinse Rome toepassen. Als de Romeinse senaat zich vastgereden had, stelde hij een dictator – in de positieve zin van het woord – aan die dan moest beslissen hoe de staat uit de impasse raakte.

Is het niet aangewezen om de grote lijnen van een diepgaande staatshervorming te laten uittekenen door twee doorwinterde, maar wijze staatslieden, een Nederlandstalige en een Franstalige? Zij kunnen dan een bindende overeenkomst opstellen die alleen in consensus tussen de deelstaten kan worden gewijzigd.

Dames en heren politici, voor een diepgaande, maar noodzakelijke staatshervorming volgens één of beide van deze scenario’s is maar 30 seconden politieke moed nodig, namelijk de tijd om te stellen dat u er zelf niet meer uitkomt en de handdoek in de ring gooit.

Een externe onafhankelijke oplossing met verregaande decentralisering en gedeeltelijke boedelscheiding kan dan nog altijd aangepast worden aan specifieke noden voor het algemeen belang door onderhandelde herfederalisering van bepaalde takenpakketten. Wij kunnen dan als gemeenschappen en/of gewesten weer con-structief samenwerken om win-win-situaties te creëren en niet langer te proberen elkaars vliegen te vangen ten koste van de volgende generaties.

Trouwens, aangezien de gemiddelde Belg hoog en droog op een berg geld zit – 900 miljard roerend en 1000 miljard onroerend vermogen – kan het toch niet zo moeilijk zijn om de 20 miljard euro te vinden om het begrotingsgat te dichten zonder arbeid verder te belasten.

Indien de helft hiervan uit besparingen komt, is er nog 10 miljard nodig uit andere bronnen, waaronder de berg van 1900 miljard, of ongeveer 0,55 percent hiervan. Voorwaarde is echter dat iedereen naar godsvrucht en vermogen bijdraagt.

Spijtig genoeg wordt solidariteit door de meeste sociale partners zo niet gezien, maar wel volgens het motto “waarom iets bijdragen als ge er een ander voor kunt laten opdraaien”. Komt er ooit een einde aan deze geïnstitutionaliseerde huichelarij?

De auteur is gewoon hoogleraar emeritus aan de KULEUVEN.

Désiré Collen

In het bedrijfsleven en in het huwelijk worden hopeloos vastgelopen situaties opgelost met externe rechtspraak.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content