“Belastingtarief van 15 % maakt België weer aantrekkelijk”

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Vandaag, 6 mei, keurt de Europese Commissie het nieuwe alternatief voor de Belgische coördinatiecentra goed. Met een ruling kunnen de bedrijven fiscale zekerheid krijgen. Maar volgens adviesbureau PricewaterhouseCoopers blijft een substantiële verlaging van het nominale belastingtarief voor vennootschappen nodig om buitenlandse investeerders te lokken.

Sinds de uitbreiding van de Europese Unie op 1 mei bekleedt België de zeventiende plaats op 25 lidstaten met een belastingvoet van 33,99 % voor vennootschappen. “Willen we internationale investeringen blijven aantrekken, dan moeten we ons tarief dringend opnieuw verlagen,” zegt Frank Dierckx, partner van PricewaterhouseCoopersTax Consultants ( PwC). “Minstens naar 30 %, maar met 15 % zouden we pas echt aantrekkelijk worden.”

Met dit voorstel speelt Dierckx in op de plannen van premier Guy Verhofstadt ( VLD) om de nominale aanslagvoet verder te laten zakken. Tijdens een bijeenkomst van Forum 187 – een belangenvereniging van coördinatiecentra – eind april 2004 drukte de premier het voornemen uit onder de drempel van 30 % te willen zakken. Philippe Vanclooster, partner van PwC: “Uit tal van studies blijkt het nominale tarief immers het doorslaggevende element bij investeringsbeslissingen te zijn. Nu Ierland met 12,5 % de toon heeft gezet, zullen andere landen volgen. Nederland, Portugal en Oostenrijk hebben al de nodige hervormingen aangekondigd. De Europese Commissie laat immers geen fiscale gunstregimes meer toe. Van deze beperking maakt Zwitserland handig gebruik om met aantrekkelijke voorwaarden internationale groepen aan te trekken. Zo hebben de Amerikaanse multinationals Baxter, Polo Ralph Lauren, Gillette en General Mills al hun Europese hoofdzetel naar Zwitserland verhuisd.”

België probeert het tij nu te keren door middel van rulings. Via deze vrijwillige akkoorden met de fiscus kunnen bedrijven sinds 2003 fiscale zekerheid krijgen over hun geplande transacties. Maar het systeem werkt nog niet optimaal. De administratie heeft in één jaar tijd slechts 79 van de 350 aanvragen kunnen afwerken. Isabel Verlinden, partner van PwC: “De cel telt een tiental medewerkers en heeft nog steeds geen leidinggevend college.”

Roerende voorheffing op intrest afschaffen

PwC heeft een discussienota opgesteld met zes concrete voorstellen om België weer aantrekkelijk te maken voor buitenlandse investeerders. De drie belangrijkste zijn:

1. Een substantiële tariefverlaging is noodzakelijk. Dierckx: “Anders hol je achter de feiten aan. Bovendien mag je geen compenserende maatregelen nemen, zoals in 2003, want dan houden de bedrijven er netto niets aan over. Hoewel elke daling per schijf van 5 % ongeveer 1 miljard euro minder ontvangsten oplevert, milderen de terugverdieneffecten de kosten.”

2. PwC stelt een nieuw KB 15 voor om risicodragend kapitaal fiscaal aan te moedigen. Vanclooster: “Het huidige ARKimedes-plan van de Vlaamse regering beperkt zich tot KMO’s. Ook lijkt ons een interestaftrek en de afschaffing van de belasting op kapitaalinvesteringen (0,5 %) nodig om de discriminatie met klassieke schuldfinanciering weg te werken.”

3. PwC wil het Belgische holdingregime weer opkrikken door de roerende voorheffing van 15 % op interesten volledig af te schaffen. Vanclooster: “Vandaag bestaan er al vrijstellingen, maar het systeem is zo ingewikkeld dat bijna niemand nog door de bomen het bos ziet. Bovendien bestaat er in ons land geen fiscale consolidatie, zodat je de dividendenvrijstelling niet altijd kunt garanderen.”

De drie resterende wensen van PwC zijn: belastingkredieten voor onderzoek en ontwikkeling, een doeltreffende rulingcel en meer rechtszekerheid.

Artificiële manipulaties

PwC reageert wel enthousiast op het idee van minister van Financiën Didier Reynders ( MR) om voor pan-Europese groepen een grensoverschrijdend vennootschapsbelastingregime uit te werken. Over de haalbaarheid op korte of zelfs middellange termijn is Isabel Verlinden echter gematigd optimistisch. “Het Europees Hof van Justitie veroordeelt geregeld lidstaten omdat ze zich niet aan de vier fundamentele vrijheden houden: vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal. Je kunt dus pas een fiscale harmonisering verwachten als alle interne juridische problemen zijn opgelost. Op dat vlak verwacht ik tegen begin volgend jaar ten laatste een mijlpaalarrest rond de Britse winkelketen Marks & Spencer. Dat dossier draait rond de vraag of de fiscale verliezen van de Europese dochterondernemingen die buiten het moederland liggen, in Engeland aftrekbaar zijn. Oostenrijk speelt al in op de vermoedelijk positieve uitspraak door vanaf 2005 verliescompensatie over de grenzen heen mogelijk te maken.”

Zelfs als er ooit op Europees vlak een belastbare basis met eenvormig tarief komt, blijft de verdeling van de opbrengsten een heikel punt. Verlinden: “Vandaag veroorzaken de verrekenprijzen – de vergoedingen die ondernemingen binnen een multinationale groep elkaar aanrekenen voor onderling verleende goederen en diensten – al de nodige problemen. Volgens de huidige praktijken moeten deze prijzen marktconform zijn. Budgettair ligt dit voor de lidstaten moeilijk. Zij kunnen soms moeilijk aan de verleiding weerstaan om hun belastbare basis zo hoog mogelijk in te schatten. Maar dubbele belastingen zijn niet toegelaten. Daarom bespreekt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling ( Oeso) nu de mogelijkheid om het resultaat volgens een bepaalde formule te verdelen. Zo zou bijvoorbeeld de Europese belastinggrondslag opgedeeld kunnen worden in personeel (1/3), omzet (1/3) en ingezette activa (1/3). Hoewel op het eerste gezicht eenvoudig, zet dit systeem de deur open voor relatief eenvoudige artificiële manipulaties.”

Ten slotte is na 43 jaar lange discussie eindelijk het juridische kader voor de invoering van een Europese vennootschap klaar, maar zonder het fiscale luik. Verlinden: “De realisatie van een Europees vennootschapsbelastingsysteem zal dus veel meer politiek doorzettingsvermogen dan fiscale creativiteit vergen.”

Eric Pompen

Het Belgische holdingregime moet weer opgekrikt worden door de roerende voorheffing van 15 % op interesten volledig af te schaffen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content