Bedrijfsvoorheffing: meer belasting vroeger geïnd

Op onderbrekingsuitkeringen en bepaalde arbeidsongeschiktheidsvergoedingen moet voortaan ook bedrijfsvoorheffing worden ingehouden. Hetzelfde geldt voor de auteursrechten.

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.

Terwijl de regering handenvol geld hoopt binnen te halen via de eenmalige bevrijdende aangifte of fiscale amnestie, worden links en rechts ook andere bronnen aangeboord om de Schatkist aan bijkomende inkomsten te helpen. Een van die bronnen is de bedrijfsvoorheffing.

Voorheffing. De personenbelasting is pas definitief verschuldigd nadat zij is ingekohierd. Die inkohiering vindt ten vroegste plaats in het jaar dat volgt op het jaar waarin de inkomsten zijn genoten. De inkomsten van het kalenderjaar 2004 zijn verbonden aan het aanslagjaar 2005. Zij worden opgenomen in het aangifteformulier dat normaal gezien tegen midden 2005 moet worden ingediend, waarna de belasting zal worden gevestigd in de tweede helft van 2005 of in het eerste semester van 2006 (of nog later, als de aangegeven inkomsten niet helemaal juist blijken te zijn).

Alleen wil de fiscus niet zo lang wachten. Vandaar dat de belasting op de beroepsinkomsten in de meeste gevallen bij wijze van bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden, of bij wijze van voorafbe- taling in het inkomstenjaar moet worden voldaan.

Vervangingsinkomsten. De meeste inkomsten zijn tegenwoordig aan voorheffing of voorafbetaling onderworpen. De uitzonderingen zijn eerder zeldzaam, maar niet onbestaande.

Vandaar dat regeringen in hun zoektocht naar bijkomende inkomstenbronnen, altijd een grote belangstelling hebben voor de weinige inkomsten die nog niet aan voorheffing of voorafbetaling zijn onderworpen.

De huidige regering doet niet anders. Zij heeft nu haar oog laten vallen op een aantal vervangingsinkomsten.

De wettelijke vergoedingen toegekend krachtens de wetgeving betreffende de verzekering tegen ziekte en invaliditeit waren tot eind 2003 niet aan bedrijfsvoorheffing onderworpen. Hetzelfde was onder meer het geval voor de wettelijke onderbrekingsuitkeringen voor werknemers die hun beroepsloopbaan onderbreken.

Die vrijstelling is inmiddels voltooid verleden tijd. Met ingang van 1 januari 2004 is een groot aantal van deze uitkeringen onder toepassing van de bedrijfsvoorheffing gebracht.

Als men sommige politici mag geloven, heeft de maatregel een sociaal getint kantje. Hij vermijdt immers dat de belastingplichtige bij de uiteindelijke afrekening van de personenbelasting nog veel belasting moet bijbetalen. In werkelijkheid gaat het daar niet om. Een inhalige fiscus ziet de kans schoon om de belasting vroeger te innen. Dat levert hem een eenmalig voordeel op.

Voor de belastingplichtige heeft de maatregel tot gevolg dat de meestal karige uitkeringen van meet af aan nog wat kariger worden. Het uitstel van belastingheffing wordt hem niet meer gegund.

Slachtoffers van de nieuwe regeling zijn, onder meer, de genieters van wettelijke onderbrekingsuitkeringen. Zij betalen voortaan ongeveer 10 % bedrijfsvoorheffing. Ook de arbeidsongeschikte medemens wordt niet ontzien. Op de vergoedingen die hij tijdens de periode van primaire arbeidsongeschiktheid ontvangt, wordt voortaan iets meer dan 11 % bedrijfsvoorheffing ingehouden. Moederschapsuitkeringen ondergaan hetzelfde lot.

Auteursrechten. Naast de vervangingsinkomsten heeft de regering haar oog eveneens laten vallen op de auteursrechten. Die waren ook nog vrij van bedrijfsvoorheffing; althans voor zover ze niet in de vorm van bezoldigingen aan werknemers worden uitgekeerd.

De situatie die wordt geviseerd, is dus deze waarin auteursrechten worden uitbetaald aan zelfstandigen die beroepsmatig optreden, of nog aan personen waarvoor de inkomsten geen beroepsmatig karakter hebben.

In het eerste geval gaat het (meestal) om baten van een vrij beroep of van een winstgevende bezigheid. In het tweede geval, (doorgaans) om diverse inkomsten, ook wel occasionele winsten en baten genoemd.

Baten. De auteursrechten die het karakter van baten hebben, vielen tot nog toe onder het stelsel van de verplichte voorafbetalingen. Met ingang van 1 januari 2004 vallen zij onder het gecombineerde stelsel van bedrijfsvoorheffing én voorafbetalingen. Op dergelijke auteursrechten moet voortaan bedrijfsvoorheffing worden ingehouden; en in de mate dat deze voorheffing niet volstaat om de belasting te dekken die op de auteursrechten zal zijn verschuldigd, moet het saldo, zoals voorheen, door voorafbetalingen worden voldaan.

Divers. Veel auteurs schrijven, tekenen of componeren slechts bij wijze van bijverdienste of hobby. De auteursrechten die zij ontvangen, zijn dikwijls geen beroepsinkomsten, maar hebben slechts het karakter van diverse inkomsten. Zij worden afzonderlijk belast tegen 33 %.

Dergelijke inkomsten zijn tot nog toe niet aan bedrijfsvoorheffing onderworpen en vallen ook niet onder het stelsel van de verplichte voorafbetalingen. Met ingang van 1 januari 2004 moet nu wel bedrijfsvoorheffing worden ingehouden. Tegen tarieven gaande van 27,25 % tot 37,35 %. Waardoor de voorheffing in een aantal gevallen hoger zal zijn dan de uiteindelijk verschuldigde personenbelasting. Want die bedraagt, zoals gezegd, slechts 33 %.

Jan Van Dyck

De bedrijfsvoorheffing levert de Schatkist een eenmalig voordeel op.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content