Bart Buysse (44) ‘Ik kan mij niet meer wegsteken’

Bart Buysse heeft in zijn eerste jaar als directeur-generaal van het sociaal departement van het Verbond Belgische Ondernemingen (VBO) een aantal zware dossiers op tafel gekregen: het interprofessioneel akkoord, de loonmatiging en vooral het eenheidsstatuut arbeiders-bedienden. “Een sneltrein aan dossiers. Maar dat wist ik, toen ik in september aan een werkjaar begon met een interprofessioneel akkoord op de agenda. We moesten ons zowel over de welvaartvastheid van de uitkeringen buigen als over de loonnorm. Op een bepaald moment was er een impasse over het vastleggen van de loonnorm, maar met de regering is er een oplossing gekomen door de invoering van een reële loonstop.”

Is uw functie anders dan toen u vroeger sherpa was van het VBO?

BART BUYSSE. “Ik zat al jaren aan tafel, maar eerder in een ondersteunende rol. Nu kan ik mij niet meer wegsteken, ik ben visibeler geworden. Ook niet vergeten dat twee derde van de top van het VBO gewijzigd is. Ik werd directeur-generaal en Pieter Timmermans gedelegeerd bestuurder.”

Is het eenheidsstatuut arbeiders-bedienden uw mooiste trofee?

BUYSSE. “In zekere zin wel omdat blijkbaar niemand nog gedacht had dat we eruit zouden raken. Sommige waarnemers gingen er al van uit dat er op 8 juli geen akkoord zou zijn met een totale chaos tot gevolg. Wat dus niet gebeurd is. Het is ook niet zo dat de oplossing snel is uitgedokterd. Je moet toch een aantal zaken in perspectief plaatsen. Het VBO heeft voorstellen gelanceerd voor een gezamenlijke opzegtermijn voor arbeiders en bedienden en aanpassingen voor de sectoren. De vakbonden zijn zelf ook met voorstellen gekomen. Daarna is er hard gewerkt om tot een compromis te komen.

“Het is wel het dossier waar ik de meeste druk gevoeld heb en waar we de meeste tijd in moesten steken. De rol van de minister van Werk, Monica De Coninck (sp.a), was belangrijk, maar we hebben als sociale partners bewezen dat we tot oplossingen kunnen komen. Nu hebben we het compromisvoorstel bij de achterban verdedigd, maar het komt er de komende maanden vooral op aan voor de concrete uitwerking te zorgen.”

Het was een marathononderhandeling van 27 uur. Hebt u dat ooit meegemaakt?

BUYSSE. “Toen ik vroeger als sherpa van het sociaal overleg de onderhandelingen moest begeleiden, werd er in de schaduw vaak enorm hard en lang gewerkt. Maar dat kwam misschien minder in het nieuws. Tijdens de onderhandelingen voor een interprofessioneel akkoord 2007-2008 moesten we nog een aantal aspecten van het Generatiepact van 2005 uitvoeren. Toen hebben we zelfs langer dan de klok rond doorgewerkt.”

Vorig jaar werd ook het interprofessioneel werkgeversoverleg (IWO) opgestart dat de samenwerking tussen de werkgeversorganisaties moest verbeteren. Vlot dat?

BUYSSE. “Ik volg dat van nabij op omdat ik secretaris ben van het IWO. Er zijn maandelijks vergaderingen waarop we van gedachten wisselen. Dat overleg is er op een goed moment gekomen. Volgend jaar is de nieuwe staatshervorming een feit en dat heeft belangrijke gevolgen voor het arbeidsmarktbeleid en voor de rol van de regionale werkgeversorganisaties daarin. Het gaat om een complexe materie en dat moeten we goed voorbereiden. Want het kan in bedrijven die in verschillende gewesten actief zijn ook tot uiteenlopende situaties leiden op de werkvloer.”

A.M.

“We hebben als sociale partners bewezen dat we tot oplossingen kunnen komen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content