Banken aan het ECB-infuus

Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

Eind februari kunnen de banken opnieuw goedkoop lenen bij de Europese Centrale Bank. Vorig jaar deden de Belgische banken voor 12 miljard euro een beroep op deze herfinancieringsoperatie op lange termijn (LTRO). Hoe groot is de kans dat dat leidt tot een nieuwe verslaving?

Amper drie maanden moeten we terug in de tijd om de sfeer van pessimisme en wanhoop op te roepen die de finan-cieel-economische wereld in zijn greep had. De eurozone stevende af op een implosie, de economie op een wereldwijde recessie. Maar het ergst was het gesteld met de bankensector, en met de Europese banken in het bijzonder.

Door de euro- en schuldencrisis was de werkomgeving voor de Europese banken vorig jaar fors verslechterd. Onduidelijkheid over mogelijke waardeverminderingen van activa veroorzaakte angst en wantrouwen. In die mate dat de financiële instellingen elkaar geen geld meer wil- den lenen. De interbankenmarkt, een van de belangrijkste financieringsinstrumenten op korte termijn, viel zo goed als stil. Het wereldwijde financiële systeem kraakte en de banken leken af te stevenen op een armageddon.

Nu ziet het plaatje er heel anders uit. De stress op de obligatiemarkten is weggeëbd, op de beurs zetten de bankaandelen een fijne klim neer, de recessie en de bijbehorende kredietverliezen lijken mee te vallen. Wat is er gebeurd?

In de eerste plaats werpt de kwantitatieve versoepeling van de Federal Reserve vruchten af. Door nog eens honderden miljarden dollars in de Amerikaanse economie te pompen, is de groeimotor aangeslagen. Het snellere en groter dan verwachte herstel in de VS zal dit jaar ongetwijfeld een positieve invloed hebben op de Europese economie.

Maar nog belangrijker voor Europa en de bankensector was de beslissing van ECB-voorzitter Mario Draghi om tegen het lage tarief van 1 procent op drie jaar onbeperkt geld te lenen aan de Europese banken. 523 Europese bankinstellingen financierden zich eind december op die manier bij de ECB en haalden 489 miljard euro op.

Die uitzonderlijke Long Term Refinancing Operation (LTRO) voorkwam een systeemcrisis. Ze hielp de banken die hun liquiditeitsbuffers wilden spijzen of die het moeilijk hadden om zich te herfinancieren op de geld- en obligatiemarkt. Bovendien investeerden de banken een deel van het opgehaalde geld meteen in Europese overheidsobligaties met een hogere rente (de zogenaamde carry trade), waardoor de obligatiemarkt ontspande en de druk op bepaalde perifere landen verminderde.

In een studie zet JP Morgan de positieve punten van de driejaars-LTRO op een rijtje: de leningen zijn een bron van goedkope financiering, ze helpen bijdragen tot een ordentelijke schuldafbouw en ze kunnen de rentemarge en dus de rendabiliteit positief beïnvloeden.

Angst voor het stigma

Toch betrokken niet alle banken in december geld bij de ECB. Veel banken vreesden voor hun reputatie. Door geld te lenen bij de ECB zou de buitenwereld kunnen denken dat ze met liquiditeitsproblemen kampen. Zo verklaarde topman Josef Ackermann dat Deutsche Bank niet deelnam aan de LTRO, uit vrees voor reputatieschade. Ackermann is niet vergeten dat zijn bank in de eerste fase van de financiële crisis van 2008 geld leende bij de Federal Reserve en daarvoor later gebrandmerkt werd. Ook ING vreesde een stigma en deed niet mee.

Een Belgische bankier vindt dat overdreven. “Tot voor een paar jaar was lenen bij de ECB de normaalste zaak van de wereld. Natuurlijk is dat geen teken van zwakte. Als je als bankier kan lenen tegen 1 procent, moet je dat gewoon doen. Dat ben je je werkgever en je aandeelhouders verplicht. Als je daarop geen rendement kan maken, doe je afbreuk aan het beroep van bankier.”

De meeste grote Spaanse, Ita-liaanse en Franse banken haalden wel geld bij de ECB. Ook de meeste Belgische grootbanken deden mee. KBC Group leende 3,3 miljard euro, waarvan 3,2 miljard euro ten laste van KBC Bank Ireland, met de bedoeling de intragroepsfinanciering af te bouwen. Ook BNP Paribas Fortis deed, net als zijn Franse moedermaatschappij, een beroep op de LTRO-faciliteit. Bedragen worden niet bekendgemaakt, maar uit onze berekeningen blijkt dat de Belgische banken eind december iets minder dan 12 miljard euro ophaalden.

Dexia Bank België deed vooral mee om bestaande kredietfaciliteiten te vervangen, zegt woordvoerster Moniek Delvou. Daarbij mikte de bank op het omzetten van ongedekte kredieten in obligaties met staatsgarantie, en van repo’s (financieringsinstrument op korte termijn) op minder dan drie maanden in ECB-schuld op 1 tot 3 jaar. “Op die manier is de financieringskloof op korte termijn sterk verminderd”, aldus Delvou.

Onderpand

Ook aan de tweede financieringsronde van de ECB neemt Dexia Bank België zeker deel. Andere banken laten nog niet in hun kaarten kijken. Weer kunnen ze op drie jaar onbeperkt lenen, tegen een rentevoet van 1 procent gekoppeld aan de evolutie van de ECB-rente. In België hebben alle kredietinstellingen, via de Nationale Bank van België, toegang tot het financieringsinstrument.

De enige restrictie is dat de banken onderpand ( collateral) moeten kunnen voorleggen. Wie geen ervaring heeft met het managen en organiseren van pools van collateral, zal niet gemakkelijk een beroep doen op het systeem, vertelt een insider. Collateral is immers geen statisch gegeven. Zo’n waardepapier heeft een looptijd, een rating en een waarde, en dat geheel moet te allen tijde in evenwicht gehouden en bijgestuurd worden. “Grote instellingen hebben die organisatiecapaciteit. Voor de kleintjes is dat minder vanzelfsprekend”, aldus een ingewijde.

Maar Tom Olinger, financieel directeur van de Groep Landbouwkrediet, nuanceert dat: “Uiteraard moet je beschikken over een front- en een backoffice dat de procedure kent, maar zodra je daarmee vertrouwd bent, is er geen probleem.”

Landbouwkrediet heeft in december geen geld gehaald bij de ECB en zal dat allicht in februari ook niet doen. “Wij gebruiken onze effecten in waarborg op de repomarkt”, legt Olinger uit. “Voor ons is die markt van kortetermijnfinanciering voordeliger omdat we er liquiditeiten kunnen lenen tegen een lagere rente dan die van de LTRO. De repomarkt is wel selectiever voor de effecten die als waarborg aanvaard worden. Je moet over effecten van goede tot uitstekende kwaliteit beschikken.”

Olinger laat verstaan dat de LTRO vooral interessant is voor banken waarvan de effecten niet meer aanvaard worden bij transacties tussen financiële tegenpartijen, maar wel door de ECB. Andere Belgische bankiers verwerpen dat stigma en verwijzen naar de massale inschrijving op de eerste ronde. De interesse voor de tweede ronde zou bovendien nog groter zijn.

Niet zonder gevaren

Guy Beniada, financieel directeur van ING België, verwijst naar de balansrestricties en naar de solvabiliteitseisen van het Baselcomité om de terughoudendheid van sommige bankiers te verklaren. En hij kijkt al verder: “Je moet als bankier goed opletten, want binnen drie jaar moet je het hele pakket zien te herfinancieren. Op dat moment zou er wel eens een echte kredietschaarste kunnen ontstaan.”

Een andere Belgische topbankier wijst eveneens op de gevaren: “De banken moeten beseffen dat deze LTRO-uitgiftes uitzonderlijk zijn. Ze zijn bedoeld om de stabiliteit van het financiële systeem te herstellen. Als de banken er massaal aan deelnemen, rijst binnen drie jaar niet alleen een probleem van herfinanciering, bovendien zou het herstel van de interbankenmarkt wel eens achterwege kunnen blijven.”

De LTRO kan dus een pervers neveneffect hebben: dat de banken verslaafd geraken aan die vorm van financiering door de ECB. “Uiteindelijk moet werk worden gemaakt van het herstel van de interbankenfinanciering”, beklemtoont de Belgische topbankier. “De banken moet elkaar weer geld lenen. Het kan niet de bedoeling zijn lang te leunen op uitzonderingsregimes.”

De ECB is er met andere woorden in geslaagd tijd te winnen en een systeemcrash te voorkomen. Maar de banken moeten die tijd gebruiken om hun schulden af te bouwen en hun balansen gezond te maken. Dat is absoluut noodzakelijk om het vertrouwen te herstellen. Enkel banken met een kleinere balans, een hogere liquiditeit en een betere solvabiliteit zullen dat vertrouwen verdienen. Zolang ze aan het infuus van de ECB hangen, is er een probleem.

PATRICK CLAERHOUT

“Over drie jaar moeten de banken het hele pakket zien te herfinancieren. Op dat moment zou er wel eens een echte kredietschaarste kunnen ontstaan”

Guy Beniada

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content