Ban de belangenconflicten

In de strijd tegen de superbonussen wil de Amerikaanse president een scheiding tussen spaar- en investeringsbanken. Ondertussen versterkt Europa het toezicht op de financiële sector. Karel Lannoo is voorstander van meer harmonisering in de regelgeving op beleggingsproducten.

Karel Lannoo, algemeen directeur van de Brusselse denktank ‘Center for the European Policy Studies’ (CEPS), stelt vast dat “de banken duidelijk niets geleerd hebben uit de financiële crisis. Zo krijgt Lloyd Blankfein, CEO van Goldman Sachs, dit jaar een bonus van meer dan 100 miljoen dollar uitbetaald. Nochtans lag het onbesuisde gedrag van de Amerikaanse zakenbanken mee aan de oorzaak van de kredietcrisis eind 2008.”

Het oordeel van Lannoo over het gedrag binnen de financiële sector is hard. Als lid van het European Shadow Financial Regulatory Committee (ESFRC) volgt de Belgische bankenspecialist het debat over de gevolgen van de financiële crisis op de voet. Hij vindt dat de reactie van de internationale politiek verder moet gaan. Ruim één jaar na datum staat alleen de omvorming van de Europese waakhonden op de beurs (CESR), de banken (CEBS) en de verzekeraars/pensioenfondsen (CEIOPS) tot een autoriteit met concrete beslissingsbevoegdheden in de steigers.

In die zin juicht de algemeen directeur van CEPS de jongste plannen van Barack Obama toe om de banken structureel aan banden te leggen. Als kamer en senaat de plannen van Obama goedkeuren, mogen de financiële instellingen in de Verenigde Staten binnenkort niet meer voor eigen rekening investeren in hefboom- of durfkapitaalfondsen en ook niet al te groot zijn. Karel Lannoo: “Onder druk van zijn tanende populariteit heeft de Amerikaanse president eind vorige maand een moderne versie van de Glass-Steagall Act uit 1933 gelanceerd. Op aanraden van zijn economische adviseur Paul Volcker – ex-voorzitter van de Federal Reserve (Fed) en traditioneel een felle tegenstander van de deregulering – wil Obama opnieuw een schot tussen defensieve deposito- en risicovolle investeringsbanken plaatsen. Ook plant hij een crisisbelasting van 0,15 % op bepaalde activa voor financiële instellingen met een balanstotaal van meer dan 50 miljard dollar.”

Die harde maatregelen zijn een reactie op het onverantwoorde beloningsbeleid van de financiële instellingen. Volgens de zakenkrant The Wall Street Journal zullen de medewerkers van 38 Amerikaanse banken dit jaar 100 miljard euro aan bonussen ontvangen. Voor JPMorgan komt dat neer op een historisch record van gemiddeld 262.000 euro per persoon. Bij concurrent Goldman Sachs bedraagt het extraatje zelfs 418.000 euro per werknemer.

Flauw afkooksel

“In Europa zal de soep zo heet niet gegeten worden”, wuift de topman van CEPS de angst van de financiële sector weg. “Bij Europese banken vormen de bonussen niet zo’n groot probleem. Bij ons is de verhouding tussen de laagste en de hoogste loonschaal slechts 1 op 30, terwijl de wig in de Verenigde Staten oploopt tot 1 op 400. Bovendien bestaat er binnen de Europese Unie geen eensgezindheid over een fundamentele hervorming van het financiële stelsel. Hier geven de lidstaten de voorkeur aan een verhoging van de kapitaalvereisten voor de banken.”

Zo beet Adair Turner, voorzitter van de Britse toezichthouder FSA (Financial Services Authority), fel van zich af toen hij over de plannen van Obama hoorde. In zijn ogen ligt de oorzaak van de crisis niet bij de structuur van de banken. Hij verwijst daarbij naar de problemen die zowel zakenbank Lehman Brothers in de Verenigde Staten als spaarbank Northern Rock in Groot-Brittannië ondervonden. Samen met zijn collega gelooft de voormalige directeur van Merill Lynch meer in hogere kapitaalvereisten om de solvabiliteit van de financiële instellingen op te krikken en in een wettelijk verbod op risicovolle activiteiten. Op het World Economic Forum in Davos eind januari 2010 haalde Nicolas Sarkozy echter fel uit tegen het financiële kapitalisme. De Franse president steunt dan ook voluit de Ame-rikaanse voorstellen voor een hervorming van het financiële stelsel en de invoering van een belasting op de exorbitante winsten van de banken. Die maatregelen moeten wel wereldwijd gecoördineerd worden, voegde Claude Trichet, voorzitter van de Europese Centrale Bank, daaraan toe.

Op het onafhankelijke discussieforum van Me Judice 28 januari 2010 stelt Arnoud Boot, hoogleraar Ondernemingsfinanciering en Financiële Markten aan de Universiteit van Amsterdam, zich de vraag of het herinvoeren van een scheiding tussen spaarbanken en zakelijk bankieren wel wenselijk is: “Het geven van een lening aan een bedrijf of het verzorgen voor datzelfde bedrijf van de plaatsing van een lening in de financiële markt (obligatie-emissie) zijn geen onverenigbare activiteiten. Toch is het afzonderen van de activiteiten belangrijk. Banken opdelen is daarvoor niet absoluut nodig. De OESO heeft voorgesteld om via holdingstructuren banken intern te ontrafelen zonder ze op te splitsen. Het ‘publieke’ deel van banken (deposito’s, betalingsverkeer, enzovoort) zou intern veiliggesteld kunnen worden van de risico’s die andere activiteiten met zich meebrengen. Die scheiding zou het leven van de toezichthouders aanmerkelijk vergemakkelijken.”

Karel Lannoo waarschuwt ervoor dat meer regulering niet alles zal oplossen. Zelfregulering in de financiële sector moet een plaats blijven houden. Beroepsfederaties kunnen normen opleggen. De algemeen directeur van CEPS klaagt ook het gebrek aan maatschappelijke discussie over de hervorming van het publieke toezicht op de financiële sector in ons land aan. Zo vond er in het Belgische parlement maar één hoorzitting plaats over het wetsontwerp om de nieuwe taken van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) te definiëren, en is er nauwelijks iets geweten over wat men op Europees vlak aan het doen is.

Strengere controle

“Toch dringt er zich een harmonisering van de regelgeving in de financiële sector op”, bevestigt Lannoo. “De diversiteit van het institutionele kader in de Europese Unie is opvallend. Ze weerspiegelt het fundamentele onderscheid in voorkeuren van de consument en de culturele gewoonten van de lidstaten. Vandaag verschillen de wettelijke normen per product (spaarrekeningen, kredieten, beleggingen, investeringsfondsen) en per licentie waarover de betrokken ondernemingen (banken, verzekeringsmaatschappijen, beurshuizen) beschikken. Aangezien alle spelers op de markt gelijkaardige diensten aanbieden, leidt de verticale structuur van het publieke toezicht tot verstoringen in de markt.”

Daarom pleit de algemeen directeur van CEPS voor een horizontale aanpak, die zal leiden tot meer samenhang in de betrokken stelsels. “Dat bevordert tegelijkertijd de competitie én de efficiëntie, waar zowel de bedrijven als de consumenten de vruchten van plukken. Ook moeten de publieke waakhonden in de Europese Unie de MiFID-richtlijn (Markets in Financial Instruments Directive) op de handel in financiële producten strenger controleren. Nu glippen er te veel spelers, zoals verzekeringsmakelaars, door de mazen van het net.”

Momenteel legt MiFID al kwaliteits- en transparantievereisten voor investeringsproducten in de financiële sector op. Dat betekent dat de betaling of verschaffing van een vergoeding, een provisie of een niet-geldelijk voordeel de kwaliteit van de desbetreffende dienst aan de klant ten goede moet komen. Ook moet de klant voor de verrichting op uitvoerige, accurate en begrijpelijke wijze informatie krijgen over het bestaan, de aard en het bedrag van de vergoeding, de provisie of het voordeel. Wanneer het bedrag niet kan worden achterhaald, moet de wijze van berekening bekendgemaakt worden.

Karel Lannoo: “MiFID legt de verantwoordelijkheid bij de financiële instellingen zelf. De banken moeten het belang van de klant behartigen en belangenconflicten vermijden. Zo mogen ze geen producten verkopen die de beleggers niet kunnen kennen, zoals de gebundelde leningen of collateralized debt obligations (CDO’s). Bijkomende verplichtingen opleggen helpt niet. Dan heb je een legertje ambtenaren nodig om dat allemaal op te volgen. Ethiek kan niet in wetten gegoten worden. Persoonlijk geloof ik meer in de autoregulering van de sector. Dat is een gemakkelijke en goedkope oplossing, die wel werkt voor andere beroepscategorieën, denk maar aan de bedrijfsrevisoren.”

Harmonisering

“Bovendien is er nog een aanpassing van de regelgeving in het vermogensbeheer noodzakelijk”, voegt hij eraan toe. Als gevolg van de financiële crisis zakte de portefeuille van Europese beleggingsfondsen naar 6085 miljard euro, dat is een daling van 23 % in vergelijking met 2007, toen de totale activa 7909 miljard euro bedroegen. “Veel Europese Instellingen voor Collectieve Beleggingen in Effecten (ICBE) hadden namelijk geïnvesteerd in Madoff-fondsen, maar geen adequate maatregelen genomen om een volledige scheiding tussen fondsbeheerder en -bewaarder te waarborgen. Tegen het einde van het derde kwartaal in 2009 steeg het volume van de ICBE’s opnieuw naar 6840 miljard euro, een toename van 14,5 % in vergelijking met het jaar daarvoor. Dat is nog altijd een krimp van 14,5 % ten opzichte van eind 2007. Bovendien is de gemiddelde omvang van de Europese ICBE’s vijfmaal kleiner dan die van de Amerikaanse collega’s. Dat veroorzaakt hogere kosten voor het beheer van de investeringen, een hoge Total Expense Ratio (TER) en een gelijkaardige noodzakelijke infrastructuur, die relatief gezien duurder uitkomt. In die zin presteert de Europese assetmanagementindustrie onder haar mogelijkheden. De kosten worden doorgerekend aan de gebruiker. De belangrijkste oorzaken zijn te vinden in de grote versnippering, de afwezigheid van een Europese markt van ICBE’s en de winsten die beleggingsfondsen kunnen maken door te spelen op fiscale regimes in heel Europa.”

Uit die cijfers trekt hij de volgende conclusies:

1. Te veel fondsen worden beheerd door depositobanken – goed voor 75 % à 80 % van de markt – die de effecten als een alternatief voor hun spaarproducten verkochten.

2. Er moeten maatregelen genomen worden om een strikte scheiding tussen banken en fondsbeheerders te krijgen, zodat een echte toepassing van open architectuur mogelijk wordt.

3. Er is nood aan een striktere toepassing van de huidige regels ter voorkoming van belangenconflicten, zoals vastgelegd in de MiFID-richtlijn.

Daarom breekt Karel Lannoo een lans voor een gemeenschappelijk kader op institutioneel vlak voor alle spelers die zich met beleggingen bezighouden: “Alleen een horizontaal regime op het vlak van publiek toezicht kan een eerlijkere en betere competitie op de markt brengen. In 2007 zette de Europese Commissie een stap in de goede richting met haar voorstel om ICBE’s de mogelijkheid te geven de beheersmaatschappij te ontkoppelen van de plaats waar de fondsen zijn geregistreerd. UCITS IV faciliteert de grensoverschrijdende fusies van de ICBE’s, zodat de Europese beleggingsfondsen in omvang kunnen toenemen. Tegelijkertijd vereenvoudigt de maatregel de administratieve procedures en uniformiseert ze de informatiefiches voor de cliënt (key investor document).”

Ten slotte worden de hefboom- en durfkapitaalfondsen aan dezelfde regels van transparantie onderworpen als de andere spelers in de financiële sector. Karel Lannoo: “Die aanpassingen van de richtlijn, die ten laatste tegen juli 2011 in voege moet gaan, zullen leiden tot de noodzakelijke consolidatie van de financiële instellingen in Europa.” (C)

Door Eric Pompen

CEPS breekt een lans voor een gemeenschappelijk kader op institutioneel vlak voor alle spelers die zich met beleggingen bezighouden.Zelfregulering in de financiële sector moet een plaats blijven houden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content