Balans tussen werk en gezin: Tijd voor het ernstige werk

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

De auteur is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School.

Reacties: marc.buelens@trends.be

Lezer, u hebt een nieuw record gevestigd. Gemiddeld krijg ik op een column 0,72 reacties. Op mijn bijdrage over de balans tussen werk en gezin – verschenen in Trends van 14 oktober 2004 – mocht ik er welgeteld 16 ontvangen. Dit is een factor 22 meer! Mijn langetermijngemiddelde is daarmee gestegen naar 0,88 reacties per column.

Zoals beloofd zal ik dus nu wat dieper ingaan op de problematiek van ‘werk en gezin’, uiteraard mee geïnspireerd door uw talrijke reacties. Schrik dus niet als u een zinnetje van uzelf ontdekt.

Ik ontwikkel vier stellingen, telkens met enkele praktische implicaties. Vergeet in ieder geval niet het uitgangspunt van de vorige column: onevenwicht. Onze stellingen kunnen helpen het onevenwicht wat draaglijker te houden, de pijn wat te verzachten. Wees er echter bewust van dat we ons allemaal in een onmogelijke situatie hebben geconcurreerd. Als u niet bereid bent onevenwichtig te zijn, weet dan dat de Amerikanen, de Chinezen en de Hongaren dat wél zijn.

Stelling 1: spill-over is onvermijdelijk. Emotionele spill-over is ingrijpender dan fysieke spill-over. Extreme fysieke spill-over moet wel leiden tot negatieve emotionele spill-over.

Het ene systeem gaat over in het andere. Volgens experts verloopt dit proces asymmetrisch: het werk verprutst ons privé-leven driemaal meer dan omgekeerd.

Fysieke spill-over duidt erop dat wanneer we werken, we niet met ons gezin bezig kunnen zijn. Iedereen kan uiteraard meer de nadruk leggen op quality time, maar toch zijn er overduidelijk limieten aan werktijden. Vijftig uur is de grens, menen experts. Wie dat aantal overschrijdt, komt in de problemen. Uit eigen onderzoek blijkt dat managers die heel veel uren werken, meestal zeer tevreden zijn met hun baan en al wat daarmee samenhangt. Maar tegelijk nemen, naarmate ze meer uren werken, ook de klachten toe over hun tijdsbesteding en hun gezin. Dat is wat ze zelf zeggen. Als u even met hun partner praat, zal u meteen worden overspoeld door een golf van ongenoegen.

Over (negatieve) emotionele spill-over wordt er het meest geklaagd. Het gaat dan concreet om ‘er met de gedachten niet bij zijn’, ‘niet geïnteresseerd zijn’, ‘leeg zijn’. Trek dus een duidelijke grens in verband met het aantal werkuren.

Stelling 2: een spaarstrategie is een zeer slechte strategie.

Uw partner praat misschien niet graag over de emoties op het werk. Maar toch mag u hem (het zal wel een ‘hij’ zijn) niet sparen. Het niet kunnen of willen praten over emoties van het werk is de belangrijkste reden van emotionele opstapeling. Emoties verliezen hun dictatoriale kracht als u ze kunt delen met iemand die om u geeft. Als uw partner er over het werk met de chef of de collega’s over kan praten, is de behoefte thuis wat minder groot. Maar wie ‘eenzaam aan de top’ staat of in een echte machocultuur bedrijvig is, moet thuis de stop van de fles kunnen halen. Segmentatiestrategieën zijn hier niet op hun plaats!

Ook de werkgever moet niet gespaard blijven. Ook hij moet weten wat hij allemaal aanricht. Bedrijven zijn geen liefdadigheidsinstellingen, maar werknemers zijn evenmin filantropen die hun gezondheid, vrije tijd, gezinstijd of tijd voor cultuur zonder meer en onvoorwaardelijk moeten opofferen voor werk. Spaar de werkgever niet. Wees duidelijk. Als hij het niet weet, kan hij er ook geen rekening mee houden. En de meeste werkgevers zijn ook mensen, die (ondanks, heel soms, de schijn van tegendeel) vaak een echt geweten en een gouden hart hebben en oprecht bekommerd zijn over het welzijn van hun medewerkers.

Stelling 3: wees niet te trots.

Het is helaas niet altijd de schuld van de ander. Mensen met echt zware problemen in verband met werk en gezin moeten eerst naar zichzelf kijken. Heel vaak willen ze niet delegeren; zelfs de opvang van de kinderen laten ze niet aan anderen over! Wie alles zelf wil doen uit een vorm van misplaatste trots of merkwaardig perfectionisme, wordt daarvan het slachtoffer.

We hebben onlangs bij een discussie een leuke definitie van perfectionisme horen groeien: stop met uw perfectionisme en kijk eerst wie eronder lijdt. Als klanten of collega’s er het slachtoffer van zijn – en dat ook laten merken – gaat het niet om perfectionisme maar om kwaliteitsnormen. Als u de enige bent die eronder lijdt, dan gaat het om perfectionisme.

Stelling 4: doorbreek de ‘wees spontaan’-paradox.

Denk niet dat de toestand spontaan zal verbeteren. Roep niet: ik wil vooral mezelf blijven. Dat is gewoonweg zelfbedrog, zelfsabotage. U zult vrij radicale, min of meer kunstmatige ‘systemen’ moeten inbouwen om uw privé-leven te beschermen.

Niemand zal ooit een topvolleyballer van zijn twee avonden training in de week weghouden. Trainingen zullen altijd voorgaan. Dat zijn vaste, op voorhand geplande activiteiten. Zoek iets analoogs voor uw gezin. Trek er elk derde weekend van de maand eens op uit (desnoods naar uw schoonouders). Maak aan iedereen duidelijk dat u elke dinsdagavond met uw kinderen Spaanse les volgt (dat u in werkelijkheid monopolie speelt op een Spaans bord, daar heeft niemand zaken mee). Vergeet het stichtende voorbeeld van Jean-Luc Dehaene niet, die altijd respect heeft gevraagd voor zijn moestuin, het cultureel centrum van Strombeek, maar vooral voor zijn F.C. Brugge. Zijn uw kinderen dan minder waard dan een voetbalploeg?

En als het allemaal niet helpt? Denk dan eens aan de wijze Griekse woorden die ons door een lezer in herinnering werden gebracht: mèden agan – in niets te veel.

Marc Buelens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content