Autofiscaliteit wordt strenger

Nog enkele weken en het is zover. Vanaf 1 april 2008 is de aftrek van autokosten in de vennootschapsbelasting definitief afhankelijk van de mate waarin de auto het milieu vervuilt. Dat geldt niet enkel voor nieuwe wagens. Ook voor oude.

Toen de regering vorig jaar, vlak voor de parlementsverkiezingen, op zoek moest naar extra inkomsten om het gat in de begroting te dichten, werden links en rechts nog gauw enkele nieuwe inkomstenbronnen aangeboord. De bekendste is de nieuwe heffing op plastieken wegwerpzakjes. Die brengt waarschijnlijk weinig of niets op. Want sinds de invoering van de nieuwe heffing, krijg je in de winkel of het grootwarenhuis bijna nergens nog een gratis plastieken zakje.

Wat gegarandeerd wel opbrengt, is de verzwaring van de fiscaliteit ten aanzien van personenwagens, wagens voor dubbel gebruik en minibussen. Terwijl autokosten in de algemene regel slechts tot 75 % aftrekbaar zijn, wordt die aftrek nu afhankelijk van de CO2-uitstoot van de wagen. Bij wagens met een hoge uitstoot zal het aftrekpercentage lager zijn, bij wagens met een lage uitstoot zal het percentage hoger zijn. Gemiddeld genomen, zou je verwachten dat de aftrek daardoor ongeveer gelijk blijft. Maar dat is niet het geval.

Het aanbod aan wagens met een lage CO2-uitstoot is nog altijd veel kleiner, dan het aanbod van meer vervuilende wagens. Bovendien heeft men de oude 75 %-aftrekbeperking niet voorbehouden voor wagens met een ‘gemiddelde’ CO2-uitstoot. De wetgever heeft de oude 75 %-grens gereserveerd voor wagens die net beter dan gemiddeld scoren. Bij dieselwagens wil dit zeggen dat de CO2-uitstoot maximaal 145 gram per kilometer mag zijn. Bij benzinewagens is dat 160 gram. Is de CO2-uitstoot groter, dan daalt het aftrekpercentage progressief van 75 % over 70 naar 60 %. Bij meer ‘propere’ wagens stijgt de aftrek van 75 % over 80 naar maximaal 90 %.

Dat de maatregel daadwerkelijk veel zal opbrengen, heeft niet in het minst te maken met de manier waarop hij in werking treedt. Om de automobilisten, met de verkiezingen in het vooruitzicht, niet te veel voor het hoofd te stoten, werd de maatregel in een eerste fase enkel van toepassing verklaard op ‘nieuwe’ auto’s. Bestaande wagens werden ongemoeid gelaten. De aftrekbeperking gold enkel voor wagens die vanaf 1 april van vorig jaar (2007) verkregen werden. En om de slimmeriken ter wille te zijn, werd bovendien bepaald, dat de nieuwe regeling in een eerste fase enkel van toepassing was op wagens die met ingang van 1 april ‘als vaste activa’ werden aangeschaft. Wagens die slechts werden gehuurd (‘operationele leasing’) bleven daardoor nog tijdelijk buiten schot.

Vanaf 1 april 2008 heeft iedereen prijs. De aftrekbeperking wordt vanaf dan uitgebreid naar alle bestaande wagens, ongeacht hoe oud ze zijn, en ongeacht de financieringswijze. Of de wagen zelf aangekocht werd, in huur, of in financiële leasing werd genomen, heeft geen belang meer.

Met dien verstande dat de maatregel voorlopig alleen maar van toepassing is verklaard in het kader van de vennootschapsbelasting (en in het kader van de belasting van niet-inwoners sector vennootschappen). Natuurlijke personen ontspringen dus de dans.

In het kader van de vennootschapsbelasting is de maatregel algemeen van toepassing. Eerst was weliswaar gezegd, dat hij enkel zou gelden voor de zogenaamde ‘bedrijfswagens’. Dat zijn de wagens die ter beschikking worden gesteld van bedrijfsleiders, kaderleden en andere werknemers die de wagens ook voor privédoeleinden mogen gebruiken. Maar in de wet is van zo’n beperking geen spoor te vinden. De maatregel geldt ten aanzien van alle auto’s die door een vennootschap worden gebruikt.

Noteer wel, dat de nieuwe aftrekpercentages enkel van toepassing zijn op kosten die voorheen al onder de algemene aftrekbeperking van 75 % vielen. Dat was voorheen niet het geval voor de brandstofkosten. Zij blijven dus nog volledig aftrekbaar.

Al eerder is gezegd, dat de ontwerpers van de nieuwe regeling duidelijk niet gedacht hebben aan een aantal praktische problemen. De inwerkingtreding ‘per 1 april 2008’ heeft tot gevolg, dat de meeste vennootschappen in hun boekhouding een uitsplitsing moeten maken, naargelang de gemaakte autokosten vóór of vanaf 1 april 2008 zijn gemaakt. Zij zullen vanaf 1 april bovendien een uitsplitsing moeten maken naargelang van de ‘vervuilingscategorie’ waartoe de wagens behoren.

Daarnaast stellen zich nog andere praktische problemen. Een vennootschap die een ‘taxi’ bestelt, valt ook onder de aftrekbeperking voor autokosten. Met ingang van 1 april is die aftrek strikt genomen eveneens afhankelijk van de CO2-uitstoot van de wagen. Wil dat zeggen, dat men voortaan aan de taxichauffeur een CO2-attest moet vragen? De hoop was, dat de Administratie ten aanzien van deze praktische problemen tegen 1 april een standpunt bekend zou maken. Maar daarvan is tot op heden niets in huis gekomen. (T)

DE AUTEUR IS ADVOCAAT EN HOOFDREDACTEUR VAN FISCOLOOG.

Jan Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content