Arm maar zelfstandig

Liefst 15 procent van de zelfstandigen leeft structureel in armoede. Te weinig kennis, naïviteit, concurrentie van lagelonenlanden en natuurlijk de zware lasten zijn belangrijke oorzaken. Maar één les springt eruit: zonder liefde voor het vak red je het niet als zelfstandige.

Bestaan er eigenlijk arme zelfstandigen? Unizo-topman Karel Van Eetvelt krijgt de vraag meer dan eens te horen. En dus kregen Johan Lam-brecht en Karel Broeckaert van de Hogeschool-Universiteit Brussel de opdracht om een en ander te onderzoeken. Hun bevindingen zijn onthutsend: liefst 15 procent van de zelfstandigen leeft in armoede. Dat het grote publiek dat niet weet, komt grotendeels doordat zelfstandigen de neiging hebben om hun problemen te verbergen.

Voor de studie werden de netto-inkomens van de zelfstandigen in hoofdberoep in de periode 1998-2006 geanalyseerd. Daaruit blijkt dat de lagere inkomens vooral te vinden zijn bij zelfstandigen jonger dan 35 jaar. De vijftigplussers zijn relatief sterk vertegenwoordigd bij de heel hoge inkomens, maar evengoed bij de lage inkomens.

De inkomensverdeling mannen-vrouwen vertoont een grote ongelijkheid: van de vrouwelijke zelfstandigen behoort 42 procent tot de laagste inkomensklasse, terwijl daar slechts 20 procent van hun mannelijke collega’s zit. Ook de verschillen tussen de sectoren zijn groot: in de diensten- en de horecasector hebben respectievelijk 39 en 40 procent van de zelfstandigen een laag inkomen. Terwijl de intellectuele en vrije beroepen goed scoren: 41 procent van de zelfstandigen in deze beroepen behoort tot een heel hoge inkomenscategorie.

40.000 Belgische zelfstandigen (15 procent) leven structureel in armoede. Het betekent dat zij langer dan zeven opeenvolgende jaren onder de armoedegrens leven. Die lag in 2006 op een jaarinkomen na belastingen van 10.328 euro. Tussen de gewesten bestaan er geen opmerkelijke verschillen.

Oorzaken

Aan de hand van gesprekken met zelfstandigen distilleerden de onderzoekers een aantal belangrijke oorzaken voor hun financiële moeilijkheden. Ondanks de ondersteuning voor startende zelfstandigen blijft een gebrekkige kennis van boekhouding/bedrijfseconomie en een gebrek aan managementvaardigheden de belangrijkste reden waarom het financieel misloopt. Af en toe zijn zelfstandigen naïef in zakendoen en vertrouwen ze blindelings op een zakenpartner die niet altijd het beste met hen voor heeft.

Een cruciale factor om een succesvolle onderneming uit te bouwen, is de liefde voor het vak. Wie zijn werk niet graag doet, steekt er onvoldoende tijd en energie in. Gebrek aan liefde voor het vak vormt vaak de doodsteek voor een zelfstandige die alles zelf moet behartigen: van administratieve en financiële zaken, over klantenrelaties tot de uitvoering van het werk.

Ook hevige concurrentie uit Oost-Europa of andere opkomende markten zorgt voor grote financiële problemen bij bedrijven. En ten slotte schuiven Lam-brecht en Broekaert dé klassieker naar voren: de hoge fiscale en administratieve lasten.

Beter voorkomen dan genezen

Unizo pleit dan ook voor een verlaging van de belastingdruk voor zelfstandige ondernemers. Zij worden geconfronteerd met veel soorten belastingen: vennootschapbelasting, btw, gemeentebelastingen en -taksen, parafiscale bijdragen… en houden daardoor netto weinig over. Een tweede Unizo-prioriteit is een eenvoudigere regelgeving.

De werkgeversorganisatie roept eveneens op om beginnende zelfstandigen voor en bij de start goed te begeleiden. De Vlaamse overheid kondigde aan om starters en ondernemers sneller en beter advies te geven, en meer te begeleiden via een aangepast Preventief Bedrijfsbeleid, een diagnose van de gezondheidstoestand van een bedrijf door het Agentschap Ondernemen. Unizo vraagt een snelle aanpassing van de maatregel. Zo moeten bijvoorbeeld ook bedrijven met minder dan twintig werknemers kunnen genieten van de maatregel. Voorts wil Unizo kleine aanpassingen aan de wet op de continuïteit van ondernemingen en aan de faillissementswetgeving.

Unizo zette samen met het sociaal verzekeringsfonds Zenito de adviesdienst ‘Tussenstap’ op voor ondernemers in moeilijkheden en gefailleerden. “Want mislukken hoort bij ondernemen”, zegt Karel Van Eetvelt. “Dat moeten wij leren te aanvaarden. De betrokken ondernemers moeten opgevangen en begeleid worden, maar ook preventie blijft belangrijk.”

KATIA GROSEMANS

“Mislukken hoort bij ondernemen” Karel Van Eetvelt (Unizo)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content