“Argenta is ons kind.Daar doe je alles voor”

Voor Argenta geen woelige aandeelhoudersvergaderingen, vette krantenkoppen, nachtelijk regeringsberaad of een verkoop aan het buitenland. De familie Van Rompuy richtte de bank op in 1956, heeft ze nog altijd volledig in handen en is van plan dat tot het einde der tijden zo te houden. Een eigenzinnige familie praat over haar eigenzinnige bank.

y Door Celine De Coster en Daan Killemaes/Fotografie Thomas De Boever

Argenta is ons kind. Daar heb je alles voor over. Daar doe je alles voor. We moeten niet de hoogste winsten halen. We zijn geen veeleisende aandeelhouders, zolang het bedrijf maar draait. Argenta blijft op de lange termijn een puur familiale onderneming. Dat is wat we wensen, dat is wat we hopen”, zegt Karel Van Rompuy (79), de pater familias van de Van Rompuys. Zonen Bart en Dirk zitten mee aan tafel en knikken. “We zijn trots op onze onafhankelijkheid. Het is ook een voordeel dat we geen rekenschap moeten geven aan andere aandeelhouders. We kunnen groeien in vrijheid”, zegt Dirk Van Rompuy.

Karel Van Rompuy, Frans Kuypers en de broers Schrijvers richtten Argenta op in 1956. Naast de bankpoot kwam er ook een verzekeringspoot, allebei overkoepeld door de financiële holding Argenta Bank- en Verzekeringsgroep. Om de toekomst van het bedrijf te verzekeren, werden eigendom en beheer losgekoppeld. ‘Vader’ Van Rompuy gaf op 1 januari als voorzitter van de raad van bestuur de fakkel door aan Jan Cerfontaine – al jaren een vertrouwenspersoon en de huisadvocaat van Argenta. Ook de beide zonen hebben ervoor gekozen om voortaan vanaf de zijlijn de strategie te helpen bepalen. Als gewone bestuurder, in plaats van bestuursvoorzitter van respectievelijk de bank- en de verzekeringspoot. “Een frisse wind is goed voor het bedrijf”, zegt Karel Van Rompuy. “Ik moet mij aanpassen, Dirk en Bart ook. Dat kan soms ambetant zijn, maar het doet geen pijn. De taken zijn goed verdeeld: Jan Cerfontaine heeft zijn winkel: de Argenta Groep. Onze winkel is Investar, de familiale holding achter het bedrijf.”

Wie heeft er het laatste woord bij een meningsverschil?

KAREL. “Dat moet je aan mijn vrouw vragen.” (lacht)

BART. “Het hangt ervan af waarover het gaat. Bepaalde zaken komen bij het management terecht, andere bij de aandeelhouders.”

KAREL. “Jan Cerfontaine krijgt geen carte blanche van de familie. Het omgekeerde is evenmin waar. Jan is een intelligente man. Hij zal niets ondernemen als hij geen dekking heeft van de aandeelhouders. En dat is zeer comfortabel. De continuïteit van Argenta staat centraal. En soms moet je daarvoor water bij de wijn doen.”

Is de tweede generatie Van Rompuy nu op een zijspoor beland?

BART. “Als je verdrinkt in het operationele, heb je niet altijd de kans om het strategische aspect te zien. En het is onze rol als aandeelhouder om ons strategisch op te stellen.”

KAREL. “De lange termijn interesseert ons, niet de korte termijn. Als daarvoor offers moeten worden gebracht – op persoonlijk vlak of op andere vlakken – dan is dat maar zo. Het bedrijf komt op de eerste plaats. Dat is de ingesteldheid van ons alle drie.”

BART. “Vader is het eerste slachtoffer hé!” (gelach)

KAREL. “Maar mijn ambities zijn nog altijd onbeperkt!”

BART. “Argenta is geëvolueerd. Vroeger was er één denker, één beslisser, één alles. Nu maken we de overgang naar een zelfstandig bedrijf. De recente verschuivingen in de raad van bestuur en in het directiecomité zijn daar een voorzichtige stap in. De familiale cultuur blijft behouden, maar het bedrijf kan op zijn eigen benen staan, en moet zelf leren denken. Vergelijk het met een klein kind dat je zijn eerste pasjes moet leren doen. Op een bepaald moment moet je zeggen: loop nu maar.”

Wat zijn de volgende stappen?

BART. “Eerst zien of er niemand valt.”

Jullie gaan niet over één nacht ijs.

KAREL. “Nee! Dat verklaart ook waarom wij nog altijd bij de overlevenden zijn. Het verschil is dat wij meer kunnen denken aan de toekomst, en handelen in functie van die toekomst.”

Hoe heeft Argenta de crisis ervaren?

BART. “We hebben nog geen rechtstreekse verliezen moeten incasseren. En in België hebben we bij momenten een omgekeerde run on the bank meegemaakt, waarbij het spaargeld toestroomde. In Nederland hebben onze cliënten op zeker moment wel geld weggehaald – gedurende een week – na een heel suggestieve uitspraak van minister van Financiën Wouter Bos. Hij bestempelde Argenta als een exotische bank, genre Kaupthing of Icesave. Pats. Maar goed, onze groeiambities zullen worden waargemaakt, en het zal om rendabele groei gaan. Je kunt hoge rendementen beloven, maar dan neem je ook grote risico’s. Wij profileren ons als een veilige bank-verzekeraar, en dat blijft zo. Het gevolg is wel dat we nu met uitermate krappe marges moeten werken. Het financiële resultaat is daarvan een weerspiegeling.”

Wat is het belang van corporate governance bij Argenta?

DIRK. “We vinden dat heel belangrijk. We hebben daar een zeer uitvoerig memorandum over opgesteld, waarin de taken van het directiecomité, de raad van bestuur, de bestuursvoorzitter en de aandeelhouders beschreven worden.”

Hoeft u aan corporate governance te doen? Argenta is van de familie, u zou rustig kunnen zeggen dat u hier de baas bent?

KAREL. (lacht) “We hebben met de bankcommissie ooit nog lange discussies gevoerd over het bankprotocol (Sinds de jaren zestig is het bankprotocol – een overeenkomst om de bankleiding autonoom te maken van haar aandeelhouders – een constante van het Belgische bancaire leven, nvdr.) Dat zal de aard van het beestje wel zijn, maar we hebben getekend.”

Geldt corporate governance bij Argenta als een voorbereiding op een beursgang? Die plannen waren een paar jaar geleden redelijk concreet.

BART. “Absoluut niet. Een beursgang maakte toen deel uit van een denkoefening. Het is anders uitgedraaid. Nu gedragen we ons als een beursgenoteerd bedrijf zonder er één te zijn. We ambiëren dezelfde kwaliteiten, om ons bijvoorbeeld tegen betere voorwaarden te kunnen financieren.”

KAREL. “We zijn blij dat we niet op de beurs zitten. Kijk naar de beurskoersen van bijvoorbeeld Dexia en KBC: 80 procent van hun beurswaarde is verdampt. Een ramp! Als je daar aandeelhouder bent, en je krijgt zo’n aderlating te verwerken…”

BART. “Als je beursgenoteerd bent, moet je kwartaalresultaten publiceren, jaarresultaten, noem maar op. Als je niet beursgenoteerd bent, beslis je zelf wanneer je een investering wil doen, wat minder wil verdienen, of wat dan ook.”

Dat jullie niet naar de beurs willen, zet dat geen rem op de verdere groei?

KAREL. “Nee. Wij stonden klaar voor een beursgang. Roularta had in 1998 ook beursplannen. Zij zijn toen wél naar de beurs gegaan. Voor hetzelfde geld hadden we een andere beslissing genomen.”

Wat is er gebeurd?

KAREL. “We hoefden die beslissing toen niet te nemen, want het kon later ook nog.”

DIRK. “Het werd ons duidelijk dat er aan een beursgang meer nadelen dan voordelen vast hingen.”

BART. “De alternatieven waren bovendien beter. Achtergestelde leningen bijvoorbeeld vonden we veel flexibeler om kapitaal op te halen. Ook autofinanciering past beter bij de cultuur van Argenta, en het aandeel raakt er niet door verwaterd.”

Wordt er nog wel eens gedacht aan een beursgang?

BART. “Minder dan ooit.”

En als jullie ooit een overname willen doen?

KAREL. “Liever onafhankelijk blijven dan onbeperkte groei na te streven.

“In New York kregen we ooit het aanbod om mee te bieden op de Apple Bank, what’s in a name. Waarom ook niet? We hadden geld over. We hebben toen 5 procent van die bank gekocht, en er toch wel veel geld aan verdiend.”

BART. “Dat was in het begin van de jaren negentig, tijdens de savings and loans-crisis in de VS. Toen hebben we de Amerikaanse toestanden al leren kennen. We zagen dat er in de VS niet gespaard werd. Hoe moet je daar dan als bank werken?”

In de geschiedenis van Argenta is het kapitaal nog maar twee keer opengesteld voor externen. Telkens hebben jullie alle aandelen opnieuw ingekocht. Geen externe aandeelhouders in de groep?

BART. “Dat gaat in tegen onze flexibiliteit. Waar wij wel altijd sympathie voor gehad hebben, maar wat er nooit is doorgekomen, is het aandeelhoudersmodel van een coöperatieve. In dat geval zouden onze agenten mee kunnen participeren in het kapitaal van Argenta. Dat zou ook logisch zijn, maar het is ingewikkeld. Ik denk trouwens niet dat het nu nog zou kunnen.”

KAREL. “De CBFA zou het nooit toelaten. We hebben het gevraagd, maar het was njet en gedaan. Het paste niet in het kraam van de Belgische grootbanken.”

BART. (onderbreekt) “We zijn er nu niet mee bezig.”

Een beursgang zou jullie de mogelijkheid bieden om het familiale vermogen te verdelen over verschillende mandjes. Nu zit alles in Argenta. Is dat geen risico?

BART. “Daar zijn veel theorieën over. Dit mandje brengt gemiddeld wel 14 procent op. En we houden het stuur in handen. We weten hoeveel benzine we verbruiken. En wij zijn ondernemers, en geen beleggers. Er lopen wel kleine randprojecten. We zijn bijvoorbeeld hoofdaandeelhouder van de televisiezender Vitaya. Een logische stap bij Vitaya zou de uitbreiding naar radio kunnen zijn. Ook in het verleden zijn er verschillende oefeningen geweest, maar we komen altijd opnieuw bij Argenta terecht.”

KAREL. “Op momenten dat we rijkelijk onze kost verdienden, zijn we op zoek gegaan naar investeringsmogelijkheden. Liever investeren dan afdragen aan de fiscus.”

Hoeveel is Argenta waard?

BART. “Boekhoudkundig 903 miljoen euro. Maar wat de zot er voor wil geven? Dat weet je natuurlijk nooit. Gemiddeld halen we een winst van 80 à 90 miljoen euro. Doe dat maal een gemiddelde waardering, en je komt ook in de buurt uit van die 900 miljoen euro.”

Hoe vergoedt het bedrijf u?

BART. “We werken als bestuurders. Daarvoor rekenen we een uurloon aan. Daarnaast zijn er afspraken dat de groep jaarlijks 1 à 1,5 miljoen euro uitkeert aan dividenden. Ten opzichte van die 903 miljoen euro is dat een minimale vergoeding. Een marktconforme uitkering zou 25 à 30 miljoen euro bedragen.”

Hoe zijn de aandelen verdeeld tussen de familieleden?

BART. “Alle aandelen zitten in de stichting naar Nederlands recht.”

En wie zit er achter de stichting?

BART. “De familie.” ( lacht)

Zijn jullie fulltime bezig met Argenta?

KAREL. “Ik werk hier normaal nog vier dagen per week.”

BART. “Karel is dag en nacht bezig met Argenta.”

KAREL. “Maar officieel vier dagen dus. Ik heb tien jaar geleden een hersenbloeding gehad en daarna een tweede. Vorig jaar ben ik geopereerd. Ik heb veel geluk gehad. Ik ben blij dat ik hier nog bezig kan blijven, anders zou ik thuis maar in de weg lopen. Het is zo. Als je 79 bent, en je bent vergroeid met dit bedrijf, hier dan niets mogen of kunnen doen, dat zou een ramp zijn. Ik zeg er wel bij dat ze me niet goed betalen, maar dat is een andere zaak ( lacht). Daarnaast lees ik veel, zoveel mogelijk. En de kunst boeit me nog altijd. Een goede belegging? Ja, tot je probeert om die stukken te verkopen.”

BART. “Ik ben veel te velde, bij de agenten of bij de beleggingsavonden. We willen erover waken dat ons model van open architectuur ongeschonden en kwalitatief blijft.”

DIRK. “Op woensdag vergadert de familie altijd over Argenta. Ik hou me daarnaast vooral bezig met het beheer van de gebouwen, en vrijdag is voorbehouden voor Vitaya.”

Is het kantorennet voldoende gewapend om ook beleggingsproducten succesvol te verkopen?

KAREL. “Opleiding, opleiding, opleiding. Avondsessies. Daar wordt heel veel tijd en geld in geïnvesteerd, van onze kant en van de kant van de agenten. Deze inspanningen worden gewaardeerd. Zonder vorming hebben we geen toekomst.”

BART. “Kantoorhouders worden ook financieel gesteund als ze een beleggings- of verzekeringsconsulent aantrekken. We willen af van het loketgedrag. Bedienden moeten rendabel zijn.”

KAREL. “Distributie is the name of the game. Onze agentenschappen zijn en blijven de hoeksteen van Argenta. Daar leven we van en leven we voor. Dat is al dertig jaar zo. Neem de distributie weg bij Argenta en wat blijft er over? De administratie. Maar dat brengt geen geld op, hé.”

De CBFA zou Argenta regelmatig aansporen om een voldoende grote kapitaalbuffer aan te leggen. Klopt dat?

BART. “De CBFA wil natuurlijk dat de financiële instellingen die ze onder haar hoede heeft het zo veilig mogelijk spelen. Hoe meer kapitaal, hoe beter. Het is een continu evenwicht zoeken naar hoeveel de CBFA vraagt en hoeveel wij denken nodig te hebben.”

De bank is ook vrij rentegevoelig. Uw winst is kwetsbaar voor een stijgende rente.

BART. “Dat klopt, maar dat is ook ons enige grote risico. Het diversifiëren van ons inkomen, via de distributie van verzekeringen en beleggingsproducten, is daarom belangrijk. De bovenkant van dat renterisico is trouwens ook afgedekt. Op termijn kan de rente ook stijgen, in het spoor van een stijgende inflatie. We zijn heel beducht voor inflatie. We hebben vorig jaar met grote ogen gekeken hoe de inflatie snel boven 5 procent uitsteeg. We adviseren de klanten om een deel van hun vermogen te beleggen in goud of in obligaties die beschermd zijn tegen inflatie. Argenta belegt daarom ook op korte termijn, we aarzelen om het geld voor langere tijd vast te zetten. In de eerste helft van vorig jaar trokken we daarom naar de liquide interbankenmarkt. Maar na het uitbreken van de bankencrisis zijn we wat op onze stappen moeten terugkeren.”

De volgende generatie telt al vier telgen. Staat ze al klaar om de fakkel over te nemen?

DIRK. “Mijn oudste zoon wordt 21, maar er zijn nog geen plannen om in de bank te werken. Eerst een diploma behalen, dan zien we wel. Mijn dochter is 14 en is in de paasvakantie op verkenning geweest in een kantoor. We zijn ermee bezig, zonder hen te forceren. Ze moeten bekwaam zijn, en ze moeten het graag doen. Die normen geef ik mee.”

BART: “Mijn oudste zit in het tweede jaar geschiedenis, en de jongste begint straks aan rechten. Maar er staat nog niets vast.

“Nu er een scheiding bestaat tussen het operationele en de eigendom, is de opvolging veel gemakkelijker te regelen. De bank moet draaien, of er nu familieleden in de zaak zitten of niet. Maar Argenta blijft 100 procent Van Rompuy, dat ligt vast in de Stichting.” (T)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content