Appellation Vlaanderen: de vele zorgen van de Vlaamse wijnboeren

Dirk Van Thuyne Freelance journalist

Terwijl de Bordeaux-streek in de wurggreep zit van een moordende crisis, investeren de Vlamingen meer dan ooit in hun wijngaarden. Appellation Vlaanderen: huisvlijt van geitenwollensokken, hobby van gefortuneerde zakenlui of heuse leefbare business?

Onder een stralende zon hebben de Vlaamse wijnboeren de voorbije weken hun laatste druiven geplukt. Na de sombere vakantiemaanden was het nazomertje meer dan welkom, waardoor 2005 alsnog belooft een goed wijnjaar te worden. Vlaanderen is het meest noordelijke wijngebied en ons gematigd zeeklimaat durft het onze wijnbouwers wel eens extra moeilijk te maken. Eeuwen geleden gedijden de wijnranken hier nochtans overvloedig, maar economische, klimatologische en politieke factoren zorgden ervoor dat de wijnbouw in het begin van de negentiende eeuw in Vlaanderen verdween.

Het duurde tot 1973 vooraleer een paar enthousiaste liefhebbers uit het Hageland het aandurfden om onder het gemonkel van de lokale boeren kleinschalige wijngaarden aan te leggen. Intussen neemt het aantal wijnbouwers – ook in andere regio’s – verrassend snel toe. Alleen al in Vlaanderen zouden er meer dan honderd zijn, van wie een op de vier professionals. Het totale wijnbouwareaal is opgelopen tot een kleine 100 hectare, meteen goed voor een half miljoen flessen wijn.

Select kransje geslaagde zakenlui

Wijn maken is een zeer kapitaalintensieve sector. Het is dan ook geen toeval dat vooral een rist geslaagde zakenmensen sinds kort de kar van de professionalisering van de Vlaamse wijnbouw trekt. De Nederbelg Jaap van Rennes investeerde zijn in de horecagroothandel verdiende fortuin in het Limburgse wijnkasteel Genoels-Elderen nabij Riemst (18 hectare, waarmee hij de grootste wijnboer in Vlaanderen is). Dat zijn paradepaardje Chardonnay Goud geregeld medailles wegkaapt op internationale proeverijen, bewijst dat hij goed bezig is.

Paul Vleminckx verkocht de familiale sauzenfabriek en bouwde met de centen een prestigieus wijndomein (8 hectare) in Oud-Heverlee. Vleminckx is een buitenbeentje, want hij zet alles op mousserende wijnen. “Niet omdat de druiven daarvoor minder rijp zouden moeten zijn,” weerlegt hij een vaak gehoorde opmerking. “Gewoon omdat wij dat het liefst drinken.”

Een vrij nieuwe naam in het selecte kransje is Wilfried Van Moorleghem. Naast zijn taverne Haksberg in Tielt-Winge, legde hij een wijngaard aan en sinds kort heeft hij ook de productie van de familie Daems overgenomen – senator Jos Daems, vader van voormalig minister Rik, was een van de pioniers in het Hageland – waardoor hij nu al 11 hectare beheert.

Ook aan de andere kant van het land zijn ze druk in de weer met al dan niet geautomatiseerde schoffels, snoeischaren en refractometers. Al in 1996 plantte Jean-Pierre Six zijn eerste stokken in de zuidflank van de Kemmelberg. Zijn domein is nu 5 hectare groot. Daarnaast bewerkt hij ook een wat verder gelegen wijngaard van 3 hectare, die eigendom is van de lokale bierhandelaar Yves Bacquaert.

Subsidie als toetje

In het spoor van de grote jongens kiezen ook steeds meer amateurs voor een professionele aanpak met kwaliteit als topprioriteit. Vlierzelenaar Jan Caudron investeerde sinds vorig jaar al 30.000 euro in zijn wijngaard van ongeveer 35 are. De beroepsfotograaf (die onder meer voor Trends werkt) kijkt ernaar uit om in 2008 eindelijk van zijn eigen wijn – Domein Kampenberg – te proeven.

Omdat de wijnbouw tweehonderd jaar geleden bij ons uitstierf, is het voor nieuwkomers een heuse zoektocht om de juiste technieken en teelten te vinden. Elke regio heeft zijn eigen microklimaat en zijn eigen grondstructuur, waardoor de keuze van het juiste druivenras van zeer groot belang is. De pioniers van het Hageland gingen aanvankelijk hun heil zoeken in Luxemburg, Jan Caudron vond al veel informatie op het internet. Intussen experimenteert iedereen er duchtig op los, waardoor de lokale expertise snel aangroeit. Links en rechts gaan er overigens al stemmen op om al die kennis te verzamelen in een Vlaams Wijnbouwinstituut.

Gemakshalve grijpt men wel eens vaker naar werelddruiven zoals pinot gris, pinot noir en chardonnay. “Ook commerciële elementen spelen daarbij een rol,” weet Jean-Pierre Six. “Een klant zal veel sneller een fles pinot gris mee naar huis nemen dan een onbekende kerner. Nochtans haal ik schitterende resultaten met de kernerdruif.”

De nieuwe lichting wijnmakers heeft vaak geen landbouwverleden en dat zorgt voor extra moeilijkheden. Goede wijnbouwgrond – de kostprijs schommelt tussen 18.000 en 30.000 euro per hectare – is schaars en de eigenaars zijn meestal niet snel geneigd om die te verkopen. Grond pachten is dan vaak de enige optie, maar dat is niet vrij van risico’s. Het duurt zowat vijf jaar vooraleer de wijnstok op volle productiesnelheid komt, maar tegen dan kan de eigenaar al lang een andere pachter op het oog hebben.

Wijnbouwers hebben er dan ook alle belang bij om zich te laten erkennen als landbouwer. Op die manier genieten ze een veel grotere bescherming (onder andere een voorkooprecht en een zeer lange vooropzeg) ten opzichte van de grondeigenaar. Jan Caudron volgt daarom een tweejarige opleiding, waarin hij zich onder andere door de details van het mestactieplan moet worstelen. Naast bescherming heeft de beoogde erkenning als landbouwer nog een aangenaam bijsmaakje. Als landbouwer heb je namelijk recht op steun van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (Vlif) en die kan oplopen tot 40 % van de investeringen.

Economisch onverantwoord

Slagen de kleine wijnbouwers er nog vlot in om familie en vrienden op te trommelen om de oogst binnen te halen, voor de grotere jongens is het vinden van tijdelijk personeel allesbehalve een gemakkelijke opdracht. Het noopte Paul Vleminckx zelfs tot de aanschaf van een plukmachine, een primeur in Vlaanderen. “Als het begint te regenen, kun je die even aan de kant zetten. Met personeel is dat veel moeilijker,” licht hij toe. De eigenaar van het domein Meerdael beklemtoont dat oogsten met de plukmachine absoluut niet voor kwaliteitsverlies zorgt.

Dat Vlaanderen nog lang geen volwassen wijnland is, leidt ook tot andere ongemakken. “Het is bijna onmogelijk om hier bijvoorbeeld een tweedehandse smalspoortractor te vinden,” getuigt Jan Caudron. Hij behelpt zich nu met een gewone tractor die stamt uit de jaren zestig van vorige eeuw. West-Vlaming Jean-Pierre Six heeft geprobeerd om zijn oogst te verzekeren tegen natuurrampen, maar geen enkele in België actieve verzekeringsmaatschappij kon hem een polis aanbieden.

Een eigen wijndomein slorpt een massa kapitaal op en velen betwijfelen dan ook of een dergelijke investering wel economisch zinvol is. “Om er een zelfbedruipend bijberoep van te maken, heb je op zijn minst anderhalve hectare nodig. Maar als het ooit zover komt, zal mijn in aanbouw zijnde kelder weer veel te klein zijn. Het houdt echt niet op,” lacht Jan Caudron.

Bovendien kruipt er ook handenvol geld in de financiering van de voorraad. Bij Paul Vleminckx duurt het maar liefst achttien maanden vooraleer zijn schuimwijn op de markt komt. Voorverkoop is dé oplossing om de prefinancieringslast wat te verlichten, maar dan moet er natuurlijk voldoende vraag naar het product zijn. “De mensen beginnen ons te kennen en ik merk toch een stijgende interesse naar voorverkoop van onze producten,” klinkt het bij Vleminckx.

Dure wijn

Vlaamse wijnen hebben nog alles te bewijzen. Toch behoren ze niet meteen tot de goedkoopste in het rek. In zijn pas gebouwde degustatiezaal biedt Jean-Pierre Six zijn assortiment wijnen aan tegen 5,6 tot 6,9 euro per fles. Om een feestelijke fles chardonnay Meerdael te ontkurken, moet de klant tussen 12 en 14 euro neertellen. Jan Caudron weet nu al dat hij onmogelijk minder dan 7 euro per fles zal kunnen vragen.

De verkoop lijkt evenwel de laatste van de zorgen van de Vlaamse wijnbouwers. Tussen april en september 2005 ontvingen vader en zoon Six maar liefst 185 groepen op hun wijngaard. Die toeristen tekenen dan ook voor het gros van de omzet. De rest gaat naar winkels van streekproducten en lokale restaurants.

De klantenportefeuille van Paul Vleminckx ziet er gelijkaardig uit, al heeft hij recentelijk ook met de grootdistributie gepraat (zie ook kaderstuk: Grootdistributie lust geen Vlaamse wijn). “Omdat mijn aanbod nog te beperkt is, zijn we nog niet tot een akkoord gekomen. Bovendien vind ik het te risicovol om sterk afhankelijk te zijn van één grote klant.”

Het eerste schandaal

Sinds kort hebben de Vlaamse wijnbouwers in hun strijd om erkenning een medestander van formaat gekregen. Minister-president en Vlaams minister van Landbouw Yves Leterme (CD&V) maakt werk van de herkomstbenamingen. Eerder al kregen het Hageland (1997) en Haspengouw (1999) een dergelijke erkenning, wat een niet onbelangrijke commerciële troef is. Als ze aan bepaalde kwalitatieve eisen voldoen, mogen vanaf de oogst 2005 nu ook drie wijnboeren van rond de Kemmelberg de vermelding AOC Heuvelland (een heuse appellation origine contrôlée) op hun etiket plaatsen. Kwatongen in de sector beweren overigens dat Leterme de erkenning op maat heeft gemaakt van streekgenoot Jean-Pierre Six. “Onzin,” reageert de West-Vlaamse wijnboer laconiek.

Leterme laat ook de wijnboeren die buiten die gebieden vallen, niet aan hun lot over. Zo heeft hij plannen om het volledige productiegebied van Vlaanderen te laten erkennen als Vlaamse landwijn. Op die manier zou iemand als Herman Troch, die in de regio Aalst een meer dan degelijke wijn maakt, niet langer het vernederende tafelwijn op zijn etiketten moeten zetten. Bovendien zou er een erkenning voor Vlaamse schuimwijn in de pijplijn zitten. Paul Vleminckx is alvast blij met de inspanningen van Leterme, en dan vooral omdat er meer controles komen. Hij hoopt dat daarmee schandalen zoals Château Schoonhoven vermeden kunnen worden. Eind 2001 ontmaskerde de Economische Inspectie een lokale wijnboer die 30.000 flessen goedkope buitenlandse wijn had verkocht voor dure Hagelander.

Niemand twijfelt aan de goede bedoelingen van Yves Leterme, maar waarnemers vrezen een overaanbod aan herkomstbenamingen, waardoor de waarde van een officiële erkenning verwatert. Zo maakte zijn voormalige collega José Happart het nogal bont in Wallonië. Niet alleen bezorgde hij het volledige Waalse grondgebied het beschermde label Vin de Pays des Jardins de Wallonie. In een regio waar er nauwelijks wijnstokken stonden, creëerde de PS-politicus zelfs de specifieke appellation Côtes de Sambre-et-Meuse.

Dirk Van Thuyne

Vlaanderen telt al meer dan 100 wijnboeren, van wie zeker 25 professionals.

Vlaanderen heeft al nagenoeg 100 hectare wijnbouwareaal, goed voor 500.000 flessen wijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content