Antwerpse voorpost in de woestijn

De Haven van Antwerpen bouwt aan de haven van Duqm in het zuiden van Oman. Volgende week start ook de industriële ontwikkeling van het miljardenproject. Prinses Astrid legt er de eerste steen in wat nu nog woestijn is.

Prinses Astrid legt volgende week de eerste steen van een industrieel complex van 250 hectare in de Omaanse havenstad Duqm. Dat gebeurt tijdens een handelsmissie naar Saoedi-Arabië en Oman, die vrijdag vertrekt. De investering van 39 miljoen euro gebeurt door de Omaans-Belgische onderneming Port of Duqm Company (PDC). Het bedrijf is een joint venture van de Omaanse overheid en Consortium Antwerp Port, een investeringsvehikel van Port of Antwerp International (PAI) en Rent-A-Port. CAP heeft een kapitaal van 1,5 miljoen euro dat kan worden opgetrokken tot 15 miljoen euro om te investeren in Duqm en zijn achterhaven.

Fernand Huts spuide al stevige kritiek op de investering van PAI, een dochter van het Antwerpse havenbedrijf, in dit project en de Indiase havenexploitant ESSAR. “Overheidssubsidies voor buitenlandse havens”, noemt de topman van Katoen Natie het. Jan Blomme, onlangs benoemd tot gedelegeerd bestuurder van PAI, weerlegt dat. “Met de investering in Duqm zet de haven van Antwerpen zich op de kaart in Azië. Het is meer dan een pr-operatie. Onze investering zal op termijn renderen. PDC krijgt een vergoeding van de Omaanse overheid en zal ook de havengelden innen.”

Rent-A-Port, een dochter van Ackermans & van Haaren en aannemer CFE, is actief in havenbeheer en -ontwikkeling. “Nadat Antwerpen nogal wat klanten uit China had verloren, is Duqm een strategische participatie. De haven van Antwerpen kan Duqm inzetten als de link tussen haar trafieken en die andere economische grootmacht India”, zegt Marc Stordiau, ooit CEO van DEME, nu CEO van Rent-A-Port en vicepresident van PDC.

Antwerpen bekeek al eerder de uitbouw van de Omaanse haven Sohar, die meer op de Golfregio is gericht. Dat project, dat het Belgische aannemingsbedrijf Besix mee bouwde, viel in handen van Rotterdam. De haven van Salalah is dan weer ontwikkeld door APMT/Maersk. De rederij gebruikt deze installatie vooral om haar containers, in afwachting van de verdere verscheping, neer te zetten. Antwerpen kaapte Duqm weg voor de neus van de grootste kanshebber, de haven van Singapore (PSA). “Nu is het aan ons”, zegt Peter Broers, een ex van Katoen Natie die general manager is van PDC.

Maal tien in vijf jaar

Bouwheer Special Economic Zone Authority of Duqm (Sezad) (zie kader Bedoeienendorp wordt economisch centrum) werkt de haven tegen 2016 af. In 2014 voorspelt PDC geen 2 miljoen ton te behandelen. Volgens de prognoses moet dat tegen 2018 meer dan vertienvoudigd zijn. Voorlopig blijft de activiteit van de haven beperkt tot projectcargo voor de olie- en gasindustrie en vaartuigen voor het nabijgelegen scheepsherstellingsbedrijf Oman Drydock Company, een initiatief van Sezad.

De ruimte waar de containers gestapeld worden, wordt volgend jaar nog afgewerkt. Volgens Broers biedt Duqm troeven voor containerrederijen. Het ligt strategisch aan de Arabische Zee en kan een containerhaven worden voor het hele Golfgebied. Door er aan te meren, sparen rederijen een trip uit naar de Perzische Golf via de nautisch moeilijke en drukke straat van Hormoez. Door de nabije ligging van Iran is het ook een dure route met hoge verzekeringspremies. Sohar ligt trouwens in deze regio.

Voorts kan Duqm als diepzeehaven de concurrent worden van het inefficiënte Bombay om West-India te bedienen. “In de haven Salalah is de rederij Maersk actief met MSC en CMA-CMG in het consortium P3. Dus zullen hun concurrenten blij zijn met Duqm als hub, waar grote schepen containers neerzetten om die met kleine boten te vervoeren naar India”, zegt Broers.

Meer dan een haven

PDC beheert niet alleen de haven, maar staat ook in voor de logistiek en de uitbouw van een industrieel complex in de economische zone. PDC exploiteert 35 jaar 2000 hectare industriegebied rond Duqm. Dat vergt in de beginfase een investering van 73 miljoen euro, een vierde met eigen middelen. Er wordt gewerkt met een joint venture waarvoor nog financiële partners in Oman en België worden gezocht. Een gelijkaardige structuur wordt gebouwd voor logistieke projecten.

Duqm wordt via pijplijnen verbonden met de olieproducerende landen ten noorden van het schiereiland. Eind 2017 bouwt Sezad in de haven een raffinaderij die de kern wordt van een petrochemisch cluster. Bedrijven van dit cluster vinden onderdak op het industriecomplex van PDC. “Antwerpen kan zijn commerciële netwerk inzetten om petrochemische ondernemingen ervan te overtuigen dat ze via Duqm hun radius kunnen vergroten”, zegt Broers. “We zitten in Oman dan weer aan tafel om petrochemische bedrijven erop te wijzen dat Antwerpen als haven en industrieel centrum meerwaarde kan bieden.”

Een andere industriële poot van Duqm zet PDC op in mineralen. “Er was al veel interesse, ook van niet-havengebonden ondernemingen trouwens. Momenteel graven Carmeuse en Lhoist naar kalkrots, die van uitstekende kwaliteit zou zijn”, zegt Stordiau. “Als de goedkope energie het toelaat, wordt die in Duqm verwerkt tot gebluste kalk. Die kan dan weer verscheept worden naar de Indiase staalfabrieken, die voor elke ton staal 250 kilo kalkrots nodig hebben. De perfecte match.”

Peter Broers besluit met een les voor zijn vroegere baas. “Fernand Huts beseft nog niet het belang van Duqm. De participatie in Oman is een mooie zet van Antwerpen op het internationale maritieme schaakbord.”

HANS BROCKMANS IN OMAN

“De participatie in Oman is een mooie zet van Antwerpen op het internationale maritieme schaakbord”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content