ANTITRUST

Er gaat geen dag voorbij of de antitrust-autoriteiten – zowel in de Verenigde Staten als in de Europese Unie – roeren zich omtrent ontwikkelingen die volgens hen de normale concurrentieverhoudingen binnen deze of gene sector in gevaar brengen. Soms lijkt het erop alsof we met zevenmijlslaarzen afstormen op een periode waar big business alles en iedereen gaat domineren.

Dat er zich in de zakenwereld een tendens tot hergroepering en concentratie voordoet, valt niet te ontkennen. Dat dit voor de consument – want daar gaat het uiteindelijk om – een slechte zaak is, is echter een al te simplistische conclusie. Waar de antitrust-autoriteiten wél paal en perk aan moeten stellen, zijn prijsafspraken. Er is geen enkel ernstig econoom die dat betwist.

Toch klinken op dit vlak nu stemmen door die ervoor waarschuwen ook in deze gevallen niet te voortvarend op te treden. Luchtvaartmaatschappijen bijvoorbeeld wisselen geregeld informatie uit. Met de moderne communicatiemiddelen kan deze informatie-uitwisseling razendsnel verlopen en bijgevolg makkelijk aanleiding geven tot colluderend gedrag onder de maatschappijen – dit zijn prijsafspraken die de concurrentie afremmen. Dennis Carlton, Robert Gertner en Andrew Rosenfield manen zelfs in dit geval aan tot voorzichtigheid. De drie auteurs zijn verbonden aan de University of Chicago: de eerste twee aan de business school en Rosenfield aan de law school. Zij werken ook alle drie voor Lexecon Inc., een consultancybedrijf dat vooral bedrijven bijstaat die door de antitrust-autoriteiten onder vuur worden genomen.

Gebruik makend van de analysetechnieken van de speltheorie, geven Carlton, Gertner en Rosenfield aan dat uitwisseling van informatie tussen bedrijven uit dezelfde sector allerhande effecten kan hebben, in essentie omdat er geen juridisch afdwingbare contracten bestaan over het gebruik (misbruik) van de uitgewisselde informatie. Zolang de uitgewisselde informatie snel publiekelijk wordt – wat bij luchtvaartmaatschappijen uiteraard het geval is – achten de auteurs concurrentiebeknottende afspraken zo goed als uitgesloten. Ze vinden het in de VS populaire voorstel om elke vorm van informatie-uitwisseling te bestraffen economisch ongefundeerd – zeker als algemene regel voor antitrust-interventies.

Dennis Carlton, Robert Gertner en Andrew Rosenfield, “Communication Among Competitors: Game Theory and Antitrust”, George Mason Law Review, George Mason University, Virginia, 1997

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content