ANGELSAKSISCH BRUGGELING

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Met zijn obligatie-uitgifte in euro van deze week wil Pierre van der Mersch zijn beursbolide tussen de steraandelen op de Beurs van Brussel parkeren. In eerste instantie gaat het om het ophalen van 50 tot 70 miljoen euro (2 à 3 miljard frank) voor investeringen in Europa en de Verenigde Staten, maar de Brederode-groep in de Bel20 plaatsen, is voor een global player die in Londen en New York nauwgelet wordt gevolgd, niet zonder belang. Wie de referentie-index haalt, krijgt meer visibiliteit in het internationale kapitaalverkeer. De automatisch converteerbare obligaties (ACO’s, die binnen de vijf jaar omgezet worden in aandelen Brederode), moeten nieuwe aandeelhouders lokken en de liquiditeit van het aandeel verhogen.

Jarenlang lag Brederode niet zo goed bij de doorsneebelegger vanwege zijn ingewikkelde participatieverhoudingen en soms onduidelijke activiteiten met afgeleide producten en fiscale hoogstandjes. Maar de kern trouwe, particuliere aandeelhouders blijft op zijn aandelen zitten (zodat de roulatie van aandelen niet de vereiste 10%-grens bereikt om in de Bel20 te geraken). Die fijnproevers kunnen de voorgeschotelde rendementen van, sedert 1982, gemiddeld 40% per jaar, gekruid met pittige, financiële constructies en een optimaal portefeuillebeheer, best waarderen. ” Mister 40%” presteert doorgaans beter dan de Amerikaanse beursgoeroe Warren Buffet.

De andere beursvennootschappen naast de spilholding Brederode, zoals Auximines, Monceau-Zolder en Belgo-Katanga herinneren aan een stoffig verleden van Waalse en Limburgse steenkoolmijnen of aan het dinosaurustijdperk van Generale Maatschappij. Maar Monceau-Zolder, de financiële pool, is een speerpunt geworden voor gedurfde participaties: tijdens de Golfcrisis kocht van der Mersch massaal bankaandelen en als na de ravage van orkaan Andrew in de VS iedereen wegvlucht uit de herverzekering, gaat Monceau-Zolder erop af. Ook aan de herkapitalisatie van het Britse Lloyd’s werd meegedaan. “We schrijven call- en putopties uit, creëren bewust financiële schuld als winsthefboom, beleggen zwaar in crisismomenten. Maar het is steeds beredeneerd. De kwaliteit van eersterangswaarden laat ons toe geld te ontlenen tegen aantrekkelijke rentevoorwaarden,” commentariëert van der Mersch. De industriële activiteiten, hoofdzakelijk samengebracht in Brederodes vijfde beursnotering Afrifina, milderen de schommelingen bij financiële acrobatennummertjes. Hier haalt schuimrubberproducent Artilat uit Nijlen bijvoorbeeld ruimere marges dan grotere concurrenten zoals British Vita.

Van bij het begin in 1976, toen Pierre van der Mersch de ondermaats presterende Cotoni-groep uit de Generale-portefeuille losweekte, onderscheidde hij zich met innovatieve financierings- en beleggingstechnieken waarmee hij vooruitliep op het conservatieve, financiële establishment van Brussel. Wegkwijnende oud-koloniale grootheden, grauwe terrils en slapende immobiliënvennootschappen werden omgeturnd tot een gediversifieerd geheel van rendabele, industriële en financiële activa in verzekeringen en banken, chemie, energie, water, de telecom- en mediasector.

De voorbije jaren ontwikkelde de meest Angelsaksische van de Belgische financiers ook een fijne neus voor private equity in niet-genoteerde bedrijven met sterk groeipotentieel en hoge risico’s. De Amerikaanse radio- en tv-keten Sullivan Broadcasting en Howmet, wereldleider in hoogtechnologische gietvormen, leverden Brederode een jaarrendement op van respectievelijk 68 en 70%. Voor dit type projecten worden in de VS door kapitaalverschaffers tijdelijke associaties gevormd, Limited Partnerships. Van der Mersch is één van de weinige Europeanen die mee aan tafel zit in een twintigtal van dergelijke selecte clubs, waarin personaliteiten als oud-president George Bush, zijn staatssecretaris James Baker (zakenbank Carlyle) of oud-secretaris voor Defensie Carluci meebeslissen. Het entreekaartje kan oplopen tot 20 miljoen dollar, maar de gepriviligeerde contacten zijn goud waard. Pinacle Towers, dat transmissietorens exploiteert, en Paccma, een pretparkt in Madrid, zijn andere voorbeelden waarin Brederode mee opstapt. Ongeveer 15% van de investeringen door Monceau-Zolder gebeurt in dit type van risicokapitaal met returns van gemiddeld 30%. In 1998 verdrievoudigde Monceau-Zolder zijn geconsolideerde winst tot 5,2 miljard frank.

De beurskapitalisatie van Brederode bedraagt vandaag 37,5 miljard Belgische frank, tegen 113 miljoen frank toen van der Mersch in 1981 het dagelijks bestuur in handen nam en hij de wetten Cooreman-De Clercq, die in die periode de verstarde Brusselse beurs openbraken, maximaal ging benutten. Aanvankelijk zou de toenmalige algemeen directeur van Barclays Bank in Brussel slechts een sabbatical jaar uittrekken om de Brederode-groep te stroomlijnen, maar die “hobby” werd uiteindelijk het levenswerk van de nu 64-jarige financier.

Na studies financiën en administratief beheer in Leuven, stapte Pierre van der Mersch binnen bij Bank Lambert – “op dat ogenblik de rebel van financieel Brussel” – om vervolgens in 1962 een Belgische vertegenwoordiging van Citibank uit de grond te stampen. Citibank verontrustte in de jaren zestig de Belgische haute finance met nieuwe corporate producten. Tien jaar later richtte hij de Belgische vestiging van Barclays Bank op. Deze ervaring en een graduaat van Harvard Business School consolideerden zijn voorliefde voor de Angelsaksische, financiële wereld. Brederode definieert hij als een “zakenbank die voor eigen rekening werkt – onze belangen en die van de kleine aandeelhouders vallen samen.” Met zijn kleine ploeg medewerkers heeft hij één doel voor ogen: “Maximalisatie van aandeelhouderswaarde” – wat hem bedenkingen ontlokt over mogelijke excessen van een doorgedreven corporate governance op z’n Brits – “wanneer aandeelhouders op de jaarvergadering brutaal in de hoek gedrumd worden door managers die meer met hun carrière bezig zijn dan met de onderneming.”

Wat voor Brederode telt, is de toegevoegde waarde en de evolutie van de aandelenkoers, niet de omvang van de groep. “Risico’s nemen, maar geen blinde avonturen,” aldus van der Mersch. Hoewel. Er zijn uitschuivers geweest, zoals City 7 eind jaren tachtig. Niettemin staat Pierre van der Mersch ervoor bekend elke frank in zijn groep twee keer om te draaien. Misschien is zijn West-Vlaamse afkomst daar niet vreemd aan: ” Je suis flamand,” lacht de Franstalige Brusselaar. De familiale roots liggen in Brugge.

ERIK BRUYLAND

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content