Anders gaan ondernemen

“Vlaanderen mist een portefeuille nieuwe uitdagingen. De tijd is er rijp voor.” Gunter Pauli, ondernemer, ecoloog en auteur, lanceerde de voorbije jaren 96 nieuwe bedrijven volgens de principes van wat hij ‘de blauwe economie’ noemt.

ERIK BRUYLAND, FOTOGRAFIE SASKIA VANDERSTICHELE

We strikken Gunter Pauli op de luchthaven van Zaventem, net vóór zijn vlucht naar Kaapstad. Sinds hij in 1994 naar Japan trok en er met steun van de Universiteit van de Verenigde Naties en de Japanse overheid het Zeri-project (Zero Emissions Research Initiatives) oprichtte, is Pauli de verpersoonlijking van l’Homme Nomade van Jacques Attali.

Innoveren gaat samen met bewegen, maar anders dan de Franse duizendpoot – econoom, schrijver en zoveel meer – die globalisering als motor ziet van innovaties, leunt Pauli, de globetrotter, aan bij de analyse van Tyler Cowens nieuwste boek ‘The Great Stagnation’. Cowen beschrijft hoe economische groei stremt omdat we op een punt zijn aanbeland dat de meest innovatieve voordelen al uit vorige innovatiesprongen gepuurd zijn en de marginale winst ervan almaar krimpt. “Daarom moeten we naar een nieuw zakenmodel”, reageert Pauli.

Negentien jaar lang was hij nooit sant in eigen land. Nu ontvangt hij maandelijks uitnodigingen uit Vlaanderen voor een spreekbeurt, maar hij kan er wegens tijdsgebrek zelden op ingaan. Toch komt hij net uit een meeting met Cefic, The European Chemical Industry Council. “Er is misschien een aardbeving voor nodig geweest, de catastrofe van Fukushima, maar zelfs in de traditionele industrieën zien we nu een vraag naar herbronning en belangstelling voor innovaties uit de blauwe economie.” Die steunt op een zakenmodel “waarin goede entrepreneurs goede business doen, met goede kwaliteit, goede marges en bovendien sociaal rendement.”

In die blauwe economie is sociaal ondernemen niet iets voor de non-profitsector, maar ook en vooral voor entrepreneurs die meerwaarde creëren op verschillende niveaus, ook het maatschappelijke. Pauli contrasteert dit concept met de groene economie “waarin alles wat goed is voor de mens en het milieu duurder wordt. Ook recyclage is duur. Dat wordt anders als je een glazen fles hergebruikt als bouwmateriaal”, zegt hij. “De technologie bestaat onder meer bij Pittsburgh Corning in Tessenderlo. Het eindproduct is meer waard dan een gerecycleerde fles.”

De Zeri-Stichting spuit ideeën die Pauli haalt en toetst bij wetenschappers en entrepreneurs in Californië, Brazilië, Japan, Zweden, kortom in landen waar intussen 26 lokale Zeri-stichtingen actief zijn. De oorspronkelijke Zeri-Stichting in Japan, verpersoonlijkt door Gunter Pauli, inspireert en biedt een platform aan “waaruit ondernemerschap kan groeien”. Ze is zelfbedruipend en haalt haar inkomsten uit auteursrechten van de 17 miljoen kinderboeken die Pauli schreef en verkocht. Zijn nieuwste boek, ‘The Blue Economy’, is vertaald in 22 talen – “niet het Nederlands”.

In tien jaar zijn dankzij het platform 96 ondernemingen opgestart, goed voor 1050 jobs. “Dat is zelfs geen druppel in de zee”, erkent Pauli, maar we komen in een stroomversnelling. “Starbucks is begonnen met champignonkweek uit koffieafval in Berlijn en Madrid, goed voor 80 extra arbeidsplaatsen. Ze willen het nu in heel Spanje doen en als dat lukt en overslaat op de 16.000 Starbucks-koffiezaken in de wereld krijg je 150.000 nieuwe jobs.”

GUNTER PAULI. “Laten we over tien jaar de evaluatie maken, maar ik zie onze huidige portefeuille van een vijftigtal voorbeelden met een honderdtal innovaties toch wel honderd miljoen jobs genereren. Melotte uit Zonhoven is een pionier in additive manufacturing en treedt toe tot het Zeri-netwerk met zijn technologie om van metaalpoeders via laserstralen protheses en machineonderdelen te maken. Zulke innovaties tonen aan dat een nieuw competitief businessmodel, ook op industriële schaal, tegelijk sociaal en duurzaam kan zijn” (zie blz. 60).

“We passen bijvoorbeeld de vortex-technologie toe in waterzuiveringsstations en in de visteelt. De vortex is een wervelwindbeweging die meng- en scheidingstechnieken vervangt die doorgaans veel tijd en energie vergen. Het maken van vortex-apparatuur is complex en duur. Met 3D-design, layered manufacturing en miniaturisering van Melotte kan je dat gemakkelijk produceren in twaalf uur.”

Zijn dat geen beperkte niches?

PAULI.“Melotte is een pionier, je kunt die technologie meteen toepassen op 36 andere industrieën. Voor productie van componenten in de automotivesector tot in de micro-elektronica, over medische apparatuur en allerlei kunstprotheses tot en met het maken van juwelen. In het Zuid-Koreaanse Ulsan werkt het eerste waterzuiveringsstation op basis van vortex. Het produceert per dag 30.000 kubieke meter gas, plus biologisch materiaal dat gebruikt wordt als meststof. Omdat Zeri hen op het idee bracht om in het waterzuiveringsstation ook huisafval te verwerken en dat metaangas te commercialiseren. Biogas dat je opwekt tegen anderhalve cent per kilowattuur. Daar is nu ook interesse voor vanuit Japan, want het is heel wat goedkoper en veiliger dan kernenergie.”

De blauwe economie als remedie voor pessimisten die het zwaartepunt van economische welvaart en groei naar het Oosten zien verschuiven?

PAULI. “In een wereldeconomie kan Melotte het verschil maken door zeer snel lokaal in te spelen op de vraag naar tandprotheses, in amper 24 uur. Zonder dat de patiënt twee weken moet wachten op een kunstgebit dat in China gemaakt wordt. Lokale productie en tegen de helft van de Chinese kostprijs! Dat staat haaks op het zakenmodel dat de voorbije dertig jaar gepropageerd is geworden als ‘globalisering’. In dat voorbijgestreefde model moest men steeds meer produceren tegen lagere kostprijs.”

“Snelle levering staat gelijk met verhoogde concurrentiekracht. Als je bovendien een lasertechnologie gebruikt die maar 200 watt nodig heeft – dat is minder dan een strijkijzer – heb je ook geen gigantische industrieparken meer nodig. Dankzij de grote energie-efficiëntie kan je die nieuwe productiemethode overal neerzetten. Je krijgt niet alleen een nieuw businessmodel, ook een nieuw industriemodel dat aansluit bij de nieuwe economische realiteit en onze industrie weer competitief maakt.”

In welke mate creëert of vernietigt dat nieuwe businessmodel werkgelegenheid?

PAULI. “Klassieke jobs zullen verdwijnen, je moet naar nieuwe jobs, door herscholing en omschakeling. Zoiets vergt een decennium en meer, maar we moeten er nu aan beginnen. 80 procent van de tandprotheses, alle matrijzen, tal van machineonderdelen en elektronicacomponenten zijn al verhuisd naar China. Die jobs zijn we kwijt. Maar de tandtechnicus wordt een 3D-digitale ontwerper. Vergeet ook niet dat de vergrijzing ertoe leidt dat we over tien, twintig jaar de mensen niet meer zullen hebben, maar wel behoefte aan meer tandprotheses.”

“Tandprotheses is maar één voorbeeld. Ik zei het, in tal van industrieën kunnen we met nieuwe technologie weer competitief worden. Dat zal gepaard gaan met maatschappelijke verschuivingen die niet noodzakelijk nadelig zijn, maar ook kostenbesparend voor energie en milieu. En in de sociale zekerheid.”

“In plaats van de helft van de vrachtwagens leeg te laten rondrijden in grote trajecten, zul je honderd kleine wagentjes hebben die zeer snel een gepersonaliseerde dienstverlening aanbieden. Het gaat niet om schaalvoordelen en altijd maar kosten drukken, het gaat om meerwaarden die je lokaal kan realiseren. Dat is de transformatie van een geglobaliseerde markt naar een sterke vernetwerking van de lokale markt. Die dynamiek van tewerkstelling is juist aantrekkelijk, omdat je door de vergrijzing, met een kleinere actieve bevolking hogere meerwaarde moet genereren. Als je het allemaal toespitst op het drukken van kosten, kan je alleen nog in lagelonenlanden produceren.”

Voelt u bij tussenstops in Vlaanderen een gang naar innovatie en een nieuwe dynamiek?

PAULI. “Vooral bij jongeren voel ik een soort gelatenheid, frustratie en onzekerheid over hun toekomst. Maar als je met deze boodschap komt, ontstaat een enthousiasme dat mij doet geloven dat die dynamiek kan terugkomen. Niet meer ‘Flanders Technology’ van de jaren tachtig, maar een geloof in ‘Flanders New Business Models’. We gaan een volledig andere groei kennen, niet meer een groei die wildgroei wordt. Vlaanderen wordt niet het Korea van de jaren zeventig of het Taiwan van de jaren tachtig, noch het China van nu.”

“Wel creëert de technologie tal van nieuwe mogelijkheden, op voorwaarde dat wij er- voor openstaan. Geen kostendrukkende innovaties die mensen uit het arbeidsproces duwen, wel innovaties die meerwaarde genereren op meerdere niveaus: bedrijf, energie, maatschappelijk. Daar zitten tal van businessmogelijkheden die minder energie en grondstoffen opeisen en waarmee we wereldwijd opnieuw de concurrentie aankunnen. Zo ontstaan ook weer mogelijkheden voor creatieve mensen en echte entrepreneurs.”

Globalisering heeft economische welvaart verspreid, maar in landen ook de kloof tussen arm en rijk vergroot.

PAULI. “Het nieuwe businessmodel uit de blauwe economie is er een waar weinig kapitaal voor nodig is, als je het vergelijkt met het zakenmodel van de globalisering. Toen wij in 1991 de bijna failliete wasmiddelenproducent Ecover herpositioneerden, moesten wij het opnemen tegen de Procter & Gambles en de Unilevers. Dan heb je heel wat kapitaal nodig. Maar bij de omschakeling door Melotte van een klassieke matrijzenbouwer naar digitale layered manufacturing, merk je dat de cashflow zo goed is dat je minder externe financiering nodig hebt. Dat is een nieuw gegeven.”

“De mogelijkheid is er om zulke technologie aan te wenden in armere landen. In Bhutan bijvoorbeeld helpt Zeri het hoogwaardige magnesium dat je daar vindt lokaal te zuiveren en met laserstralen om te vormen tot hoogwaardige producten in magnesium, omzeggens naast de mijn. Het klassieke globaliseringsmodel zou geweest zijn: mijnontginning en export. Dat is voorbij. De mijn kan nu meerwaarde genereren voor de plaatselijke bevolking.”

“Zeri-Gaviotas heeft hetzelfde gerealiseerd in Colombia. Een steppegebied, ten gevolge van ontbossing honderd jaar geleden, is daar herschapen in regenwoud. De bevolking is teruggekeerd en leeft van lokale industrieën die draaien op ecologisch verantwoorde en economisch rendabele opbrengsten van het regenwoud. Het helpt de kloof te dichten, en de miss-ing middle, in de meeste ontwikkelings- en zelfs in groeilanden de ontbrekende drager van de economie van een land, te consolideren. Dat wordt nu mogelijk omdat het geld op dit niveau kan circuleren en nieuwe business genereert die de informele economie overstijgt. Terwijl de geglobaliseerde markt weinig of niets doet aan de armoede bij de overgrote meerderheid.”

“Geen kostendrukkende innovaties die mensen uit arbeid duwen”

” Het gaat niet om schaal-voordelen en altijd maar kosten drukken, het gaat om meerwaarden die je lokaal kan realiseren”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content