‘Amerikanen opteren vaak voor de pijnstilleraanpak’

Serieondernemer Kristof De Spiegeleer werkt al meer dan vijftien jaar aan één droom: IT betrouwbaarder, efficiënter en goedkoper maken. Met een cluster van hoogtechnologische bedrijfjes in het Gentse neemt hij de handschoen op tegen Google en Amazon. Daar is nu ook het Chinese Huawei bijgekomen. “Een lastige concurrent.”

De zon gaat nooit onder voor Kristof De Spiegeleer. Nochtans leidt de 41-jarige Gentenaar geen grote multinational. Het zwaartepunt van zijn activiteiten ligt in het weinig mondaine Lochristi, maar zijn ongeveer 150 medewerkers en partners opereren verspreid over de wereld: VS, VK, België, Roemenië, Zwitserland, Rusland, Turkije, Saoedi-Arabië en Egypte. Het gaat om een cluster van bedrijven die naast de figuur van De Spiegeleer ook een doel gemeenschappelijk hebben: ervoor zorgen dat personen en organisaties overal ter wereld en via verschillende toestellen gemakkelijk aan hun mails, gegevens en programma’s kunnen. Die data worden opgeslagen in datacenters, ook wel de ‘cloud’ genoemd.

Een datacenter bestaat meestal uit duizenden met elkaar verbonden computers. Het beheer daarvan is erg complex. De Spiegeleer heeft zijn bedrijven zo opgedeeld dat ze zich elk met een onderdeel van de processen of aanverwante diensten bezighouden. De cluster heeft een omzet van 36 miljoen euro, maar die is nog niet onder stoom. Om door te groeien is De Spiegeleer op zoek naar vers geld. “Ik mag er niet te veel aan denken hoeveel geld er iedere maand de deur uitvliegt”, zegt De Spiegeleer. “Dat is best eng. Gelukkig hebben we goede investeerders die ons ondersteunen in onze ambities. En nu moeten we nog meer ophalen om ze waar te maken.”

KRISTOF DE SPIEGELEER. “We zijn nog volop bezig. Ik kan er niet veel over zeggen, maar ik maak me weinig zorgen. Er is voldoende interesse.”

U hebt voordien al enkele bedrijven gespecialiseerd in technologie en diensten voor datacenters opgestart en verkocht. Waarom kiest u nu voor een gedecentraliseerde aanpak?

DE SPIEGELEER. “We werken met een incubator, Incubaid, van waaruit we bedrijven opstarten die daarna onafhankelijk werken. Het is gemakkelijker om per onderdeel apart investeerders te vinden. Bovendien geloof ik erg in focus en kleine teams van ingenieurs.

“Eigenlijk ben ik al vijftien jaar met hetzelfde bezig. De manier waarop in de IT-sector wordt gewerkt, is belabberd. Er komt te veel manueel werk bij kijken, ook vandaag nog. IT is nog niet zo betrouwbaar als het zou moeten zijn, en nog veel te complex. De voorbije jaren is de visie gegroeid dat IT iets zoals elektriciteit zou moeten zijn: je betaalt enkel wat je verbruikt en je kan snel over extra capaciteit beschikken.

“Niet iedereen heeft ook dezelfde kansen. Wie het budget heeft, kan zich de juiste oplossingen veroorloven. Maar het is toch niet logisch dat een kmo geen recht heeft op een goede IT-infrastructuur.”

Amazon, Google en andere giganten buigen zich met gigantische oorlogskassen over dezelfde problematiek. Kunt u als kleine speler het verschil maken?

DE SPIEGELEER. “Amerikanen opteren vaak voor de pijnstilleraanpak. Hun oplossingen zijn vaak oppervlakkig. In Europa doen we het anders. Bedrijven kiezen er hier sneller voor het kwaad bij de wortel aan te pakken. Daardoor vallen veel problemen vanzelf weg. Dat is wat we met die technologie voor datacenters doen. We bekijken alles tot in de details en pakken het daarna fundamenteel anders aan.

“Neem nu de fysieke elementen in een datacentrum. Dat is vaak een vergeten, maar erg belangrijk onderdeel: hoe je omgaat met het stroombeheer of met de temperatuur. Wanneer servers te veel elektriciteit verbruiken, kan er al eens een zekering springen door een gebrek aan capaciteitsbeheer. Daardoor kunnen er fouten ontstaan in de dataopslag. En zodra een server het één keer te warm heeft gekregen, is er een grote kans op een panne. We hebben tools ontwikkeld waarmee we voortdurend het stroomverbruik, de temperatuur en andere belangrijke parameters van de servers in het oog houden. Zo besparen we veel elektriciteit en vermijden we pannes.”

U bent een pleitbezorger van de ‘privé-cloud’, waarbij bedrijven de software en hardware zo veel mogelijk in eigen beheer houden.

DE SPIEGELEER. “Ik geloof niet in het model van public clouds. Dat zorgt voor heel wat problemen. Met Dropbox (een populaire dienst om bestanden op verschillende toestellen te synchroniseren, nvdr) bijvoorbeeld, heb je geen controle over waar je data staan en hoe veilig die zijn opgeslagen.

“De heilige graal is dat ik al mijn data zelf controleer, en tegelijk de voordelen behoud van de publieke diensten bij Google, Amazon en andere aanbieders. Met Belgacom hebben we zoiets voor de Belgische markt gelanceerd. Bedrijven hebben een eigen cloud op hun eigen locatie, plus een server in een datacenter. Dat geeft meer zekerheid. En wie vertrouw je het meest? Een Belgisch bedrijf of een Amerikaans bedrijf waar de overheid onder het mom van antiterreurbestrijding zomaar in je data kan neuzen?”

Zijn Google en Amazon uw grote concurrenten?

DE SPIEGELEER. “Uiteraard, ik vind hen fantastisch, en tegelijk heb ik een hekel aan hen. We hebben dezelfde visie. Ze kiezen er resoluut voor problemen bij de wortel aan te pakken en iets nieuws te bouwen. Ze maken ook heel goede dingen, maar ik ben hun concurrent. Ik ga naar bedrijven en help hen te concurreren met Amazon en Google. Ik werk veel samen met telecomoperatoren, omdat zij een deel van hun business aan het kwijtraken zijn aan Google en Amazon.

“Maar onze lastigste concurrent is de Chinese multinational Huawei, gespe-cialiseerd in netwerk- en telecominfrastructuur. Een ambitieus bedrijf dat erg agressief te werk gaat. Onlangs hebben we op het laatste moment een contract aan hen verloren in een opkomende markt. Huawei beloofde ook straten en snelwegen te bouwen. Op die manier kunnen ze veel business binnenhalen, al is hun product veel minder goed en nog niet zo stabiel. Ze willen ook nooit samenwerken. Met Amerikaanse bedrijven is dat gemakkelijker.”

Het moet ook moeilijk zijn om te concurreren met het verkopersnetwerk van multinationals.

DE SPIEGELEER. “We hebben te weinig aandacht besteed aan verkoop en marketing. We waren te veel gericht op ontwikkeling. Op een bepaald moment was 90 procent van onze mensen ingenieur. Ik ben zelf een ingenieur in hart en nieren, maar dat is onze achilleshiel. Achteraf gezien hadden we veel sneller op sales moeten inzetten. Zo hadden we sneller kunnen groeien. Nu hebben we een inhaalbeweging ingezet, maar dat vraagt tijd en geld. “Sinds een jaar werken we aan de commercialisering. We hebben nu een netwerk van ervaren commerciële ploegen, in de Benelux, het VK, Zwitserland, Rusland, Turkije, Taiwan, Duitsland en de VS.”

Apple en Samsung vechten voor de rechter een bittere strijd uit over wie wiens patenten heeft geschonden. Procederen over intellectueel eigendom komt meer en meer voor in de technologiesector. Wat vindt u daarvan?

DE SPIEGELEER. “We hebben ook zo’n rechtszaak aan ons been. De startkosten om ons te verdedigen bedragen 3 miljoen dollar. Als klein bedrijf is dat niet gemakkelijk. Gelukkig hebben we daar de juiste partners. Zo’n Samsung kan zich verdedigen. Maar als Apple tegen ons tien rechtszaken tegelijk aanspant, dan kunnen we het vergeten.”

Hebt u patenten?

DE SPIEGELEER. “We doen mee, zoals iedereen. We moeten wel. Maar uiteindelijk ben ik tegen patenten en zeker tegen de willekeur waarmee ze worden gecreëerd. Een van de disputen tussen Apple en Samsung gaat over wie rechthoeken met afgeronde hoekjes mag gebruiken in zijn applicaties. Dat is toch compleet belachelijk! Dat heeft niets met het beschermen van innovatie te maken. Dat zijn pesterijen.

“Op zich heb ik er ook geen probleem mee dat een bedrijf iets kopieert of iets aanpast.”

Is er met de strijd tussen Apple en Samsung een grens overschreden?

DE SPIEGELEER. “Het is een nieuwe manier van zakendoen, die dodelijk is voor de innovatie. Kijk naar de grote technologiebedrijven. Hun innovatie komt voor 90 procent van overnames van start-ups. De grote bedrijven zijn onaantastbaar. Zij hoeven zich geen zorgen te maken. We beseffen onvoldoende wat een gevaar dat is. Ze kunnen andere bedrijven compleet in het nauw drijven.”

STIJN FOCKEDEY, FOTOGRAFIE EMY ELLEBOOG

“De manier waarop in de IT-sector wordt gewerkt, is belabberd”

“Wie vertrouw je het meest? Een Belgisch bedrijf, of een Amerikaans bedrijf waar de overheid onder het mom van antiterreurbestrijding zomaar in je data kan neuzen?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content