“Amerika moet veranderen”

De gewezen centrale bankier Paul Volcker is intussen 82, maar een adviseur van Barack Obama. “Als Amerikaan moet ik wel optimistisch blijven. Maar er zijn een aantal functionele storingen in ons politieke systeem die niet over het hoofd kunnen worden gezien.”

Meneer Volcker, u bent 82 jaar geleden geboren, net voor het begin van de grote depressie van vorige eeuw. Welke herinnering bewaart u aan uw jeugd?

PAUL VOLCKER. “Mijn vader was een hoge ambtenaar in ons stadsbestuur. Daardoor behoorden we in de staat New Jersey tot de middenklasse en werden we door de depressie niet al te zeer getroffen. Mijn moeder verhinderde me zelfs dat ik een deeltijdse job aannam. Ze zei dat anderen die job meer nodig hadden dan ik.”

Kan de financiële crisis van toen met die van nu vergeleken worden?

VOLCKER. “Ik herinner me de vele bedelaars en de mensen die wij als kinderen tramps noemden, schooiers. Vandaag zie ik de miljoenen mensen die van voedselbonnen leven. Maar toch kunnen de verschillen niet zomaar uitgewist worden. We beleven nu een diepe recessie met een werkloosheid die rond de 10 procent schommelt. In het diepst van de Depressie zat tot een derde van de volwassenen zonder werk.”

Nog steeds verliezen elke maand zowat 200.000 Amerikanen hun baan. Ben Bernanke, de baas van de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, zegt echter dat de recessie ‘technisch gezien’ voorbij is. Bent u het met hem eens?

VOLCKER. “We noteren voor het eerst weer een kleine groei. Maar we mogen over deze dingen niet al te technisch doen. Ik geloof niet dat we er nu al zijn.”

Verwacht u een terugval?

VOLCKER. “De wereldeconomie herstelt zich heel langzaam. Een terugval wil ik helemaal niet uitsluiten. Als we blijven voortdoen zoals nu en gewoon de consumptie aanzwengelen, stevenen we recht op de volgende crisis af.”

Waarin onderscheidt zich deze recessie van de voorgaande?

VOLCKER. “Het gaat hier niet om een normale conjunctuurdip, zoals we die in de Verenigde Staten al vaker hebben meegemaakt in de naoorlogse periode. Er komen te veel zaken samen: de instorting van de financiële wereld, het verstoorde evenwicht tussen de grote naties en, in de Verenigde Staten, overconsumptie en te weinig investeringen, te weinig export en te veel import. Amerika moet veranderen om de toestand blijvend te verbeteren.”

Als hoofd van de Economic Recovery Advisory Boards adviseert u de Amerikaanse president Barack Obama over hoe een en ander het best aangepakt kan worden. Volgt hij uw aanbevelingen op?

VOLCKER. “We behandelen tegelijk heel wat uiteenlopende thema’s waarover we aanbevelingen geven, gaande van de rentevoeten tot de infrastructuurproblemen in Amerika. De president kent die problemen. Hij is een welbespraakte man, veel welbespraakter dan ik in elk geval. Veel van onze voorstellen, onder meer over de hervorming van het financieel systeem werden evenwel niet aangenomen, maar dat behoort nu eenmaal tot het spel.”

Op dit ogenblik bestrijden de VS de crisis niet met structurele hervormingen, maar met goedkoop geld dat door de regering en de centrale bank in de economie gepompt wordt. Zonder die overheidsmiljarden zou de economie nog altijd inkrimpen.

VOLCKER. “Wat moet ik daarover zeggen? Dat klopt inderdaad. We kennen jammer genoeg nog altijd geen autonome opleving. Zowel de economie als de financiële markten liggen aan het staats-infuus.”

De Amerikaanse staatsschuld loopt binnenkort op tot 12 biljoen dollar. In 2010 zal alleen al voor de schulddelging 700 miljard dollar nodig zijn. Zal die enorme schuldenlast de economische supermacht VSA op de knieën dwingen?

VOLCKER. “Uiteraard moeten we het probleem van de schuldenlast van de staat aanpakken, maar we moeten dat wel op het juiste moment doen. De werkloosheid stijgt nog altijd. Ook de economie heeft verder nood aan overheidsgeld.”

De Harvard-historicus Niall Ferguson schreef onlangs: “Hoge schuldenlast en trage groei brengen wereldmachten ten val en de VS zouden best wel eens als volgende aan de beurt kunnen zijn.” Overdrijft hij?

VOLCKER. “De dreiging die hij beschrijft, is reëel. We moeten daarmee in het reine komen. Ik behoor niet tot diegenen die de omvang van de uitdaging betwisten.”

Ooit was Amerika de grootste exporteur ter wereld en niet, zoals nu, de grootste importeur. Ooit waren de Verenigde Staten ook de grootste geldschieter en niet de grootste schuldenaar.

VOLCKER. “Onze opdracht bestaat erin de economische autoriteit van de VS te herstellen. Dat betekent in de eerste plaats dat we onze concurrentiekracht moeten verhogen. Daarvoor moet Amerika zijn industriële sector weer opbouwen.”

Aan welke takken denkt u dan?

VOLCKER. “Neem nu de toekomstbranche van de hernieuwbare energie. Op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling lopen we daar ver voorop, maar die technologie wordt dan in Duitsland gefabriceerd en van daaruit aan de rest van de wereld verkocht. Dat is goed voor Duitsland, maar niet goed voor Amerika.”

Daarbij gooien Amerikaanse economen Duitsland precies voor de voeten dat het te veel afhankelijk is van de export. Kijkt u daar anders tegenaan?

VOLCKER. “Ik vind het bewonderenswaardig hoe Duitsland erin slaagt om ondanks de hogere loonkosten nog altijd zo’n dominante exportnatie te zijn. Ik zou willen dat wij wat minder finan-ciële engineers en wat meer echte ingenieurs hadden, bijvoorbeeld in de machinebouw.”

Misschien ligt dat aan de Amerikaanse boom-and-bust-economie met haar drang naar snel geld verdienen?

VOLCKER. “Jonge, ambitieuze Duitsers zien in dat het relatieve voordeel van de Duitse economie bij de export en de machinebouw ligt. Zelfs de beste Amerikanen denken daar niet eens over na. God zij dank hebben wij nog altijd Silicon Valley, maar we hebben een bredere basis nodig voor de verwerkende industrie.”

Outsourcing en offshoring, uitbesteden en uitvlaggen, vormden jaren de parolen van de Amerikaanse managers. Is de tijd van een zelfstandige Amerikaanse economie voorbij?

VOLCKER. “We hebben een soort cultuurschok nodig en ik geloof dat die correctie zich nu al aan het voordoen is. Wall Street is niet meer zo glamoureus als voorheen.”

De banken doen weer schitterende zaken en er worden weer miljardenbonussen uitgekeerd.

VOLCKER. “Het is verbazingwekkend hoe snel sommige mensen vergeten en weer willen terugkeren naar business as usual. De heersende opvatting dat de crisis overwonnen is, werkt dat in de hand en maakt het ons moeilijker om in ons politiek versplinterde land hervormingen door te voeren.”

In Duitsland wordt intussen tevergeefs gewacht op een duidelijke houding van de VS inzake de hervorming van het financieel systeem.

VOLCKER. “Ik ben opgegroeid in een wereld waarin het Amerikaanse leiderschap belangrijk was en in mijn ogen ook constructief. Als men echt, zoals u zegt, op onze stem aan het wachten is, dan kan ik alleen maar hopen dat we ons dan ook klaar en duidelijk zullen uitdrukken.”

Uzelf hebt uw mening in verband met de noodzakelijke hervorming van de financiën al zeer duidelijk te kennen gegeven. Het liefst van al zou u de grote banken willen opbreken, klopt dat?

VOLCKER. “Opbreken is moeilijk. Laten we eerder zeggen versnijden. De banken moeten zich volgens mij zoveel mogelijk buiten de kapitaalmarkten houden, daardoor worden ze automatisch kleiner en zijn ze beter te sturen als ze in moeilijkheden komen.”

Wat precies wilt u de banken verbieden?

VOLCKER. “Ze moeten zich niet inlaten met hedgefondsen, equityfondsen, termijnhandel en zeker niet met de zogenoemde eigenhandel, met andere woorden investeren en speculeren zonder opdracht van een klant. Die handel voor eigen rekening schept hoe dan ook belangenconflicten.”

Bankieren moet dus weer braaf en eerzaam worden?

VOLCKER. “Een beetje toch, waarom ook niet? Want ook dan zit de bankbusiness nog vol risico. Ook binnen mijn concept blijven er nog heel wat interessante activiteiten over, gaande van de handel in effecten tot investeringsmanagement. Ik wil alleen niet dat de financiële instellingen ook nog ingewikkelde financiële trucjes uithalen op de financiële markt. Want die zijn ook voor hun eigen management moeilijk te bevatten.”

De grootse plannen voor een striktere regulering van de financiële markten verwaterden in de loop van het jaar steeds meer. Waarom heeft de Amerikaanse regering haar aanvankelijke hervormingsijver zo snel laten schieten?

VOLCKER. “Ik doe mijn best om met mijn voorstellen elke verwatering tegen te gaan. We hebben in elk geval een brede internationale consensus nodig om die voorstellen ook door te zetten.”

Uw oude vriend en de voormalige Duitse bondskanselier Helmut Schmidt staat tenminste aan uw zijde. Hij heeft het over roofdierkapitalisme dat getemd moet worden.

VOLCKER. “Het doet me plezier dat hij het zo ziet. Ik ben een grote bewonderaar van Helmut Schmidt. Hij is zo’n rechtlijnige man, soms zelfs op een brutale wijze meedogenloos, dat hij mensen uit hun evenwicht brengt.”

U schijnt zich een bepaalde situatie te herinneren?

VOLCKER. “Er was dat befaamde voorval in 1979…”

… toen u net voorzitter van de Amerikaanse centrale bank geworden was en de Verenigde Staten te kampen hadden met een inflatie van 12 procent.

VOLCKER. “Ik was met de minister van Financiën onderweg naar Belgrado en onderweg maakten we een tussenstop in Hamburg, bij Helmut. Hij had dat op de ene of de andere manier kunnen organiseren. En toen gaf hij een voordracht van een uur waarop hij zei dat wij, Amerikanen, het geld krapper moesten maken om eindelijk de toestand meester te worden. Onze minister van Financiën werd door dat krachtdadige optreden volkomen uit zijn lood geslagen. Ik, daarentegen, had er plezier in omdat het volkomen overeenkwam met mijn plannen.”

Toen u aan het hoofd stond van de Amerikaanse centrale bank was de Fed altijd een onderdeel van de oplossing. Tegenwoordig wordt ze met haar politiek van gemakkelijk geld eerder als een deel van het probleem beschouwd. Is dat terecht?

VOLCKER. “Aan het begin van de financiële crisis moesten enorme hoeveelheden geld uitgegeven worden om de economie te ondersteunen. Er was gewoon geen alternatief. Dat bevalt niet iedereen. En er moet inderdaad over nagedacht worden hoe we weer tot normale verhoudingen kunnen komen.”

In het Amerikaanse Congres wordt eraan gedacht om de bevoegdheden en zelfs de onafhankelijkheid van de Fed te beknotten.

VOLCKER. “Elk verlies van onafhankelijkheid en autoriteit van de Fed zou een uiterst ernstige aangelegenheid zijn voor de Verenigde Staten. Het gaat hier immers niet louter om geldpolitiek, maar om onze rol in de wereld. De mensen kijken op naar sterke, indrukwekkende organisaties. De Fed is zo’n wereldwijd geachte instelling.”

Maar de Fed is ook niet meer de onafhankelijke instelling die ze in uw tijd was. In de nasleep van de financiële crisis is ze steeds meer een instrument van de regering geworden.

VOLCKER. “Men heeft zich met zaken ingelaten waarmee de Fed tevoren nooit iets te doen wilde hebben. De meeste centrale banken zouden zich daar beslist niet aan wagen. Als men zijn onafhankelijkheid wil bewaren, daarin geef ik de critici gelijk, dan moet men ook in de toekomst de handen daarvan afhouden. Zulke ingrepen in het marktmechanisme zijn slechts in extreme noodgevallen gerechtvaardigd.”

Hoe ziet de nabije toekomst eruit voor de nog altijd grootste economie ter wereld?

VOLCKER. “Als Amerikaan moet ik optimistisch zijn. Maar er doen zich een aantal functionele storingen voor in ons politieke systeem die niet over het hoofd gezien kunnen worden.”

Het valt u dus steeds zwaarder om optimistisch te zijn.

VOLCKER. “Het is een constante uitdaging.

Der Spiegel, Thomas Schulz,en Gabor Steingart

“Als we blijven voortdoen en gewoon de consumptie aanzwengelen, stevenen we recht op de volgende crisis af”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content