Amateuristisch Congobeleid

Het is ondenkbaar dat minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht (Open Vld) in Peking de Chinese leiders publiekelijk zou kapittelen voor persoonlijke verrijking. Nochtans is dat land in één generatie 66 euromiljardairs en 440.000 euromiljonairs rijk geworden. Negen op de tien van hen zijn zonen van partijkaderleden en topfunctionarissen van de Communistische Partij, apparatsjiks en nieuwe zakenlui die staatsopbrengsten recycleren voor eigen profijt. In geen enkel land ter wereld kan een Belgische minister van Buitenlandse Zaken zich dit soort megafoondiplomatie permitteren. In Congo moet dat wel kunnen, dacht Brussel. Althans sinds kort. Want de Belgische diplomatie oogst wat ze gezaaid heeft.

Toen Joseph Kabila nog dé joker voor de westerse belangen leek, tolereerde Brussel zowat álles, zelfs het beschieten van westerse ambassadeurs – de Belgische incluis. Het was dezelfde openlijke partijdigheid als in de jaren negentig ten aanzien van de kritiekloos bejubelde anti-Mobutuleider Etienne Tshisekedi. Karel De Gucht verdedigde tot het laatst mijncontracten waarvan intussen iedereen erkent dat ze neerkomen op plundering: in 2006 ontving de Congolese schatkist nauwelijks 65.300 euro aan royalty’s.

Machtsverhoudingen bepalen de diplomatieke gedragingen. Daar zit de denkfout van Brussel. De context is helemaal anders dan pakweg vijf jaar geleden, toen het nieuwe regime nog min of meer in goede banen geleid kon worden. De Congolese leiders worden nu het hof gemaakt door genereuze Chinezen en Arabische sjeiks die de haven van Matadi opknappen zonder vervelende pottenkijkers uit Antwerpen en Brussel.

Het Belgische ministertrio – Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking – wou deze keer in Kinshasa een sterk signaal geven: Congo’s rijkdom moet worden aangewend voor de bevolking. De bedoelingen waren goed, maar de krantenkoppen veelzeggend: ‘Kabila speelt met voeten van Belgische ministers’, ‘Slapende Kabila laat Belgische minister urenlang wachten’, ‘Belgische irritatie in Congo groot’.

Het probleem met de opeenvolgende Belgische regeringen is dat ze decibels produceren – die vaak terecht zijn -, maar op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats. Brussel heeft het geostrategische belang van Congo altijd onderschat. Het is pijnlijk ontwaken nu de economische machtsverschuivingen dat voelbaar maken. Jaren van amateuristisch Afrikabeleid hebben de Belgische kansen in Congo verkwanseld. De Chinezen grijpen nu hun kans. Of ze efficiënter zijn dan onze ‘ontwikkelingssamenwerking’, moet nog blijken. De eventuele corruptie is een even groot vraagteken. Hoe ver staat het trouwens met de gerechtelijke onderzoeken naar Belgolaise, ‘Telexgate’, het fortuin van Mobutu en de torenhoge schulden van het Congolese staatsdiamantbedrijf Miba? (T)

Door Erik Bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content