Nafissatou Tine (Sunulex): ‘Als onderneemster vind ik het schokkend wanneer ik niet word aangesproken’

NAFISSATOU TINE "Ook zonder investeringen zullen we over een paar jaar het referentieplatform voor Afrikaans recht zijn." © Dieter Telemans
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Voor elke Belgische start-up is het een huzarenstukje om geld op te halen. Nafissatou Tine, de oprichter van Sunulex, heeft ondervonden dat dat voor een zwarte vrouw met een project gericht op Afrika nóg iets moeilijker is.

“Onlangs hoorde ik dat iemand tijdens een ministerraad in Senegal voorstelde een tekst goed te keuren, waarvan later uit het papieren archief bleek dat die al aangenomen was. Dat gebeurde in aanwezigheid van de president van Senegal. Het is toch schokkend dat er geen database is waarin je dat kunt opzoeken?” zegt Nafissatou ‘Nafi’ Tine, de oprichter en CEO van Sunulex.

Met haar Brusselse start-up digitaliseert ze wetteksten en jurisprudentie in Afrika. Nafi Tine legt uit waarom dat zoveel moeizamer gaat dan in Europa. “In Europa heb je al een eeuw lang uitgeverijen die boeken met alle wetteksten publiceren”, verwijst de onderneemster naar bedrijven als Kluwer. “Op het moment dat Europa begon te digitaliseren, was alle informatie beschikbaar. In Afrika is het anders. Je moet in de archieven echt op zoek gaan naar de teksten en ze digitaliseren.”

“Een digitale database wordt een noodzaak”, zegt Tine. De afgelopen jaren werken de Afrikaanse landen almaar meer samen. Het recentste voorbeeld is de Pan-Afrikaanse Vrijhandelszone, die op Eritrea na heel Afrika bestrijkt en 1,3 miljard mensen groepeert. Eerder al verenigden zeventien landen zich in het Ohada, een intergouvernementele organisatie die het bedrijfsrecht in die landen harmoniseert. In de jaren negentig ontstond de West-Afrikaanse Economische en Monetaire Unie.

Net voor de coronapandemie was Tine te gast op het eerste Senegalese forum voor legaltech, jargon voor technologie gericht op justitie. “Het ecosysteem voor legaltechbedrijven is heel pril in Afrika”, zegt Nafi Tine. “Corona bracht wel een versnelling op gang. Je moet alles digitaliseren. Eerst de informatie over de wetten, want dat is de basis voor de ontwikkeling van alle andere applicaties.”

Universiteiten

Sunulex heeft een team van tien medewerkers: vier in Senegal en zes in andere Franstalige Afrikaanse landen zoals Ivoorkust, Benin en Burkina Faso. Nafi Tine stuurt hen aan vanuit Brussel. De Afrikaanse medewerkers gaan op zoek naar de Afrikaanse wetteksten en jurisprudentie om de database aan te vullen. Die telt nu 70.000 teksten, stelt Tine: “Het is de grootste onlinedatabase voor Afrikaans recht.”

Sunulex gebruikt een freemiummodel. Een deel van de Senegalese wetteksten in de database is gratis beschikbaar. Wie meer toegang wil, betaalt voor een abonnement. De klanten komen vooral uit Europa, maar evengoed uit Canada. “Europese investeerders hebben juridische informatie nodig, om de juridische risico’s in te schatten in de landen waar ze actief zijn”, zegt Tine. “Ik krijg regelmatig vragen van advocatenkantoren. Heel wat universiteiten zijn klant, ook Belgische. Vooral universiteiten met veel Afrikaanse studenten die op zoek zijn naar informatie over vergelijkend recht. Ik kreeg zelfs vragen van de Senegalese overheid naar teksten waarover de administratie eigenlijk zou moeten beschikken.”

NAFISSATOU TINE
NAFISSATOU TINE “De notaris kende de meerderheid van de aandelen automatisch toe aan mijn vennoot.”© Dieter Telemans

Nafi Tine is afkomstig uit de Senegalese hoofdstad Dakar, groeide als tiener op in Frankrijk en studeerde in Tours en Brussel. Ze leerde Nederlands – ze is getrouwd met een Vlaamse ondernemer – en werkte vijf jaar als advocate aan de Nederlandstalige Balie in Brussel. Nu bouwt ze vanuit Brussel haar bedrijf uit. Bij de accelerator Start it@KBC vond ze in Bernard Denys een medeoprichter. Hij was onder meer businesscoach bij Unizo en werkt nog voor een andere start-up.

Investeerders zoeken

Sunulex is op zoek naar zaaigeld. De gesprekken met investeerders leveren Nafi Tine voorlopig vooral frustraties op. Ze benadrukt dat ze niet als een slachtoffer gezien wil worden, maar als een ondernemer die vecht voor haar bedrijf. De ondervertegenwoordiging van vrouwen in de techsector is algemeen bekend. Als je bovendien een andere afkomst hebt, slinken je kansen nog. Cijfers uit het jaarlijkse rapport van het prestigieuze Europese investeringsfonds Atomico over de Europese techscene staven die analyse.

Het Atomico-rapport voor 2020 laat zien dat volledig mannelijke teams dat jaar 91 procent van alle opgehaalde kapitaal binnenhaalden en 85 procent van alle kapitaalrondes voor hun rekening namen. In dezelfde enquête antwoordde 86 procent van de vrouwelijke ondernemers van Afrikaanse-Caribische afkomst dat ze niet geloven dat het Europese techecosysteem gelijke kansen biedt aan iedereen.

Atomico verwijst ook naar een studie van Extend Ventures over het Verenigd Koninkrijk. Hoewel 3,5 procent van de Britse bevolking zwart is, ging in de jongste tien jaar maar 0,24 procent van het opgehaalde risicokapitaal naar zwarte Britse ondernemers. In die periode haalden slechts tien zwarte onderneemsters kapitaal op, goed voor 0,02 procent van het totale bedrag.

Ook Nafi Tine heeft het gevoel dat ze, als zwarte vrouw met een Afrikaans project, op vooroordelen stuit. Dat de dertiger er jong uitziet voor haar leeftijd, helpt naar eigen zeggen niet. “De notaris kende de meerderheid van de aandelen automatisch toe aan mijn vennoot. We hebben hem moeten uitleggen dat ik het initiatief genomen had en de meerderheid had”, zegt ze. “Onze boekhouder dacht dat de medeoprichter – een witte man van zo’n zestig jaar – mijn levenspartner was. In het begin, toen ik nog geen medeoprichter had, ging ik alleen naar investeerders. Ik had het gevoel dat ik niet serieus werd genomen. Mensen van een organisatie waarmee ik praatte voor financiering lieten onlangs weten dat ze zelf een IT-systeem zouden uitwerken, en vroegen of ik hun de gegevens voor de database kon bezorgen. Gratis! Dat is toch te gek voor woorden. Zouden ze dezelfde vraag durven stellen aan iemand die niet op mij lijkt?”

Meer kansen geven

Er is nog meer, zegt Tine: “Een Belgisch bedrijf met een soortgelijk idee heeft intussen geld opgehaald. Ik stond met hen in contact, tot ze op eigen houtje doorgingen. Ook in Senegal is het moeilijk. Per toeval stootte ik in de Senegalese pers op een artikel over fondsen voor een project voor de modernisering van Justitie. Een van de elementen in het dossier was een document om een digitaal gegevensbestand te creëren. Ik had die tekst geschreven met goedkeuring van de minister van Justitie – ik heb nog de mail waar hij in cc staat – en hoorde er vervolgens niets meer van.”

Dat Nafi Tine nu Bernard Denys als medeoprichter heeft, doet deuren opengaan, maar brengt een nieuw probleem mee: “Als we naar investeerders gaan met ons project, richten ze het woord tot hem en niet tot mij”, zegt Tine. “En wanneer ik probeer aan het gesprek deel te nemen, wordt het teruggeleid naar hem. Ik vind dat niet normaal. Als onderneemster vind ik het schokkend wanneer ik niet word aangesproken.”

Acceleratoren als Start it@KBC en Netwerk Ondernemen zetten initiatieven op om daar iets aan te doen. Met We Are Jane is er ook een fonds voor en door vrouwelijke ondernemers. Muriel Uytterhaegen, een van de oprichters van We Are Jane, vindt het “behoorlijk schokkend dit te lezen. Jammer genoeg is het nog altijd een realiteit waar vrouwen mee te maken krijgen. En ik vrees dat dat voor zwarte vrouwen niet anders is, integendeel. Dit is precies waarom we We Are Jane hebben opgericht: om vrouwen meer kansen te geven in hun zoektocht naar financiering en hen te helpen opboksen tegen dat soort vooroordelen.”

Nafi Tine blijft ondanks alles vastberaden. “Ook zonder investeringen zullen we over een paar jaar het referentieplatform voor Afrikaans recht zijn.”

86 procent van de vrouwelijke ondernemers van Afrikaanse-Caribische afkomst gelooft niet dat het Europese techecosysteem gelijke kansen biedt.

Partner Content