Als een paperclip

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

Het Belgische Wave Research verschijnt binnenkort met een revolutionair product dat werkstroomtoepassingen veel eenvoudiger maakt: e-Clip.

Wie een Internet-bladzijde wil doormailen, maakt geen kopie, maar stuurt het adres op. De ontvanger klikt op het Internet-adres en vindt zo de tekst op het Net. Het is een faciliteit die eerst in e-mailprogramma’s te vinden was, maar die nu courant is in alle min of meer recente tekstverwerkers en kantoorsuites.

De Belgische software-ontwikkelaar Wave Research uit St-Katelijne-Waver gaat nog een stapje verder. Het bedrijf heeft in de VS patenten aangevraagd op een techniek waarmee het niet langer nodig is om het adres te kennen van de gegevens die men wil doorsturen of opvragen. Een identificatie volstaat. Sterker nog, het programma waarmee men die identificatie doorstuurt of opvraagt, hoeft geen state-of-the-art Windows-pakket te zijn, maar kan een vijftien jaar oude toepassing zijn in Cobol. Zolang er plaats is om er de 27 lettertekens van de identificatie op te slaan, werkt het. Men kan die letters en cijfers desnoods op een briefje schrijven en ze later met de hand intikken: de info wordt gevonden.

“Het is zoals het bonnetje van de vestiaire in het theater. Zolang je het bijhoudt, kan je de info die erbij hoort terugkrijgen, gelijk waar op het netwerk,” verduidelijkt Paul Carpentier, voorzitter van Wave Research.

Naar analogie met de paperclip – die ook documenten met een willekeurige inhoud of herkomst samenhoudt – heeft Wave Research het systeem e-Clip gedoopt, de Elektronische Paperclip.

Enorm potentieel

De toepassingen zijn legio.

Een digitale foto of zelfs een digitaal telefoongesprek als een e-Clip inplakken in een personeelstoepassing die op een mainframe draait voor later gebruik bij de selectie.

Een PowerPoint-presentatie van enige megabytes omzetten in een e-Clip en hem in een seconde doormailen naar uw medewerkers of desnoods naar het hele bedrijf.

Ingescande bestellingen als een e-Clip door uw orderverwerkingsysteem sturen, zonder dat daar een documentbeheerssysteem bij te pas komt.

De paar dozijn bestanden – tekeningen, spreadsheets, contracten – die bij een project horen als een e-Clip opslaan om ze later terug te vinden met de garantie dat er geen jota aan is veranderd.

Want dat is een tweede troef vane-Clip: wat wordt opgeslagen, is aantoonbaar identiek aan wat later opnieuw wordt geopend. De 27 karakters van de e-Clip zijn gewoon het resultaat van een MD5-hakselalgoritme, de mathematische hashfunctie die ook gebruikt wordt in systemen voor digitale handtekeningen. Als de berekening overgedaan wordt op de ontvangen bestanden, moet het resultaat identiek zijn, anders is er iets fout met de bestanden. De inhoud van die bestanden zelf kan zo complex zijn als u maar wil: tot directories of een hele Windows 98 toe.

“En het leuke aan e-Clip is, dat het werkt met de bestaande infrastructuur: Windows NT machines, Novell- of FTP-servers… allemaal kunnen ze dienstdoen om e-Clips op te slaan. Er is een instap zonder drempels,” zegt een enthousiaste Paul Carpentier.

U roept maar

Voor alle duidelijkheid, de e-Clip zelf is alleen de sleutel tot de informatie, niet de gegevens zelf. Het is ook niet één stuk software, zoals een “Zip”-compressieprogramma, maar een netwerkingtechniek, die door Wave Research gepatenteerd is onder de beschermde merknaam Can-Do, voor Content Adressable Networking of Distributed Objects. Het systeem gebruikt IP Multicast, wat een efficiënte manier is om informatie op een intranet of op het Internet naar vele computers tegelijk te sturen.

Wie de 4,3 MB grote publieke beta-versie installeert, krijgt een e-Clip-agent-en-server op zijn pc die als een klein icoontje in de takenbalk van Windows 95/NT (een Macintosh-versie volgt nog) verschijnt. Als de agent op een e-Clip wordt losgelaten, zal hij eerst kijken of de informatie waaraan de “vingerafdruk” refereert lokaal beschikbaar is (op schijf of cd-rom). Is dat niet het geval, dan lanceert hij een oproep op het netwerk om te vragen of één van zijn collega’s de informatie met de e-Clip-code in zijn bezit heeft. De andere e-Clip-servers luisteren continu naar de e-Clip-berichten op het netwerk en reageren als ze de betreffende code herkennen: de eigenlijke informatie wordt dan opgevraagd van de machine die het snelst reageert (wat betekent dat daar ook het minst belaste communicatiekanaal ligt).

Paul Carpentier: “Vooral voor klassieke informatici is het een schok dat we geen geografisch model gebruiken om de informatie te adresseren. We moeten niet meer weten op welke harde schijf de informatie staat, in welk pad enzovoort. We identificeren de informatie aan de hand van haar unieke vingerafdruk en we willen ze hebben uit de snelste bron, waar die ook mag zijn.” Hoewel de bestanden uiteraard nog altijd ergens fysiek op een medium moeten zitten, heeft men niet meer het probleem van de gebroken koppelingen (dode links door het verplaatsen van een bestand, bijplaatsen van een schijf enzovoort) dat gebruikers en systeembeheerders nu grijze haren bezorgt.

De fysieke informatie wordt bijgehouden door Silo‘s. Deze e-Clip-servers “zuigen” de informatie van het netwerk op en bewaren ze. Silo’s analyseren dee-Clip-boodschappen die worden uitgezonden op het netwerk en gaan na of ze de betrokken bestanden al hebben. Is dat niet het geval, dan vragen ze ze op en archiveren ze, gewoon in een directory onder hun e-Clip-identificatie. Wat als u off line werkt, thuis of op reis? In dat geval zal de e-Clip in een lokale cache op uw pc worden bewaard en zal de agent de silo’s verwittigen zodra uw machine online is. Typisch zullen er verschillende Silo’s op een intranet zijn, die dus dezelfde informatie zullen bevatten en op vragen zullen reageren naargelang van hun belasting. “Daardoor heb je meteen load balancing en failover en een automatische backup in geval van defecten,” glundert Paul Carpentier.

e-Clip is momenteel in test bij bedrijven als Bayer – dat er bestellingsgebonden informatie van 80.000 leveranciers mee koppelt aan zijn SAP-systeem – en bij KPMG, dat er de informatiedistributie binnen projectteams mee vereenvoudigt. Naar verwachting zal e-Clip 1.0 volgende maand op de markt komen. Om de vermarkting te financieren, heeft Wave Research zopas 39 miljoen frank opgehaald bij particuliere investeerders. Na deze verhoging heeft Wave Research een kapitaal (uitgiftepremies inclusief) van 133 miljoen frank. Het overgedragen verlies bedroeg eind vorig jaar in België 61 miljoen frank (de VS-vestiging was winstgevend). De directie (Paul Carpentier, François Lagae, Jan Van Riel en Stephane Holvoet) en de Antwerpse financiële partner Scalvest controleren het bedrijf. Er werken 26 mensen.

www.waveresearch.com

BRUNO LEIJNSE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content