Als de wereld naar Herman wil luisteren

Het Verdrag van Lissabon gaat in 2010 van kracht, met onder meer een Europese ‘president’ en een hoge buitenlandse vertegenwoordiger. Dat stelt de werking van de Europese Unie meteen op de proef.

Na jaren van institutioneel bekvechten begint de Europese Unie 2010 met nieuwe regels voor de besluitvorming, een eigen diplomatieke dienst, een soort minister van Buitenlandse Zaken en een nieuwe ‘president’ die de nationale regeringen vertegenwoordigt. Al de instrumenten die de 27 lidstaten nodig hebben om op het wereldtoneel met één stem te spreken. Op dat moment van triomf rijst evenwel twijfel. Wat als Europa tot de wereld spreekt en niemand luistert?

De angst om er niet toe te doen, zal de Europese leiders in 2010 achtervolgen. Ze hebben een nieuwe handleiding samengesteld, het Verdrag van Lissabon, die in 2010 van kracht gaat en hun unie het politieke gewicht moet geven dat overeenkomt met haar sterkte als handels- en regelgevende macht. In dit eerste jaar zal blijken of ze in hun opzet slagen.

Spanje zal tijdens de eerste helft van 2010 het roterende voorzitterschap van de EU waarnemen en de vergaderingen voorzitten in alle domeinen behalve het buitenlands beleid. Dat komt onder de bevoegdheid van de nieuw geïnstalleerde baas voor het buitenlands beleid, de ‘hoge vertegenwoordiger’.

Een van de prioriteiten die de Spaanse premier José Luis Rodríguez Zapatero voor het voorzitterschap naar voren schuift, is dat Europa een ‘onontkoombare macht’ moet worden. De uitdaging, zo zegt hij, bestaat erin om een model te vinden dat op wereldvlak concurrerend is en tegelijk het Europees ideaal van sociale ‘solidariteit’ vrijwaart. Als Europa er niet in slaagt om die opdracht tot een goed einde te brengen, dreigt het te verworden tot “een soort van museum zonder enig belang in de wereld”.

Eigen volk eerst

Gedurende een handvol onstuimige maanden in 2008, aan het begin van de economische crisis, hadden de Europeanen het gevoel dat ze de wereld leidden. De EU riep zichzelf uit tot de voortrekker van de wereldwijde inspanningen om de klimaatverandering aan te pakken en de Europese regeringen eisten eerst nieuwe regels voor de mondiale financiën en stelden die vervolgens ook zelf op. Politici in Frankrijk, Duitsland en elders verkondigden de dood van het ‘ultraliberale’ Angelsaksische economische model.

In 2010 lijkt de herinnering aan die Europese overmoed schrijnend veraf. In 2009 konden overheidsinterventies en regels om de arbeidsmarkt te beschermen de opleving van de Europese werkloosheid nog binnen de perken houden, maar de EU-bazen vrezen dat het aantal werklozen in 2010 explodeert, wat de al gehavende openbare financiën nog meer onder druk zet en de regeringen in de verleiding brengt om zich over te geven aan protectionisme. Er ontstaat een verhitte discussie tussen de landen die gebruikmaken van de eenheidsmunt, omdat sommige onder hen, Duitsland en Nederland, bijvoorbeeld aandringen op een voortijdige afschaffing van het budgettaire stimuleringsbeleid dat de overheidsschuld in de hoogte gejaagd heeft, terwijl andere, zoals Frankrijk, blijven opkomen voor een politiek van overheidsleningen en -investeringen.

In het begin van 2010 zal heel wat aandacht naar Groot-Brittannië gaan en naar het vooruitzicht dat een eurosceptische Conservatieve Partij de algemene verkiezingen wint. Een Britse aanvraag (gesteld dat de Tory’s winnen) om het tewerkstellingsbeleid te ‘repatriëren’ en zich terug te trekken uit hele brokken sociale wetgeving, zal onthaald worden op heftige beschuldigingen van sociale dumping vanwege de politici op het continent.

Het Europees Parlement zal zich laten gelden en nieuwe bevoegdheden uit het Verdrag van Lissabon aanwenden om toezicht te houden op zowat alle gebieden van de Europese regelgeving. In 2010 begint de discussie over de vorm van de EU-begroting, in de aanloop naar de eigenlijke budgettaire onderhandelingen twee jaar later, en het parlement zal daar nadrukkelijk zijn zeg in willen hebben. De uitgaven voor landbouwsubsidies, ten slotte, lokken een conflict uit.

Hoe meer zielen, hoe meer vreugd

Het zal echter niet allemaal kommer en kwel zijn. Na een onderbreking van twee jaar worden de gesprekken over de uitbreiding van de unie hervat. Een beleid dat Europa’s meest succesvolle bron van fluwelen macht is gebleken. Kroatië kan tegen het einde van 2010 of kort daarna de 28ste lidstaat van de EU worden. Het kleine, door de recessie zwaar getroffen, IJsland zal in het begin van 2010 de onderhandelingen aanvatten. Het succes daarvan zal voor een groot deel afhangen van hoeveel autonomie de EU bereid is IJsland te geven in het beheer van zijn rijke visgronden.

Spanje zal proberen de toetredingsgesprekken met Turkije nieuw leven in te blazen. Die zijn vertraagd tot een slakkengangetje ten gevolge van relletjes met Cyprus over de rechtstreekse scheepvaart- en handelsverbindingen, en van de uitgesproken vijandigheid van sommige leiders, zoals de Franse president Nicolas Sarkozy. Zapatero noemt Turkije een groot land dat al te lang heeft staan wachten aan de poort van Europa.

Het zal wellicht de laatste keer zijn dat een land van het voorzitterschap gebruikmaakt om de agenda zo nadrukkelijk vorm te geven. Het federalistisch georiënteerde België neemt halfweg 2010 de voorzittershamer over en is van plan om komaf te maken met het idee van een machtig roterend voorzitterschap. Het wil het nieuwe verdrag een kans geven, leggen zijn diplomaten uit. De nieuwe president en de hoge vertegenwoordiger moeten de ware woordvoerders van Europa worden. Gesteld dat iemand luistert, natuurlijk.

DE AUTEUR IS BUREAUCHEF BRUSSEL VAN THE ECONOMIST.

y Door David Rennie/Illustratie: Gideon Kiefer

2010

De gesprekken over de uitbreiding

van de Unie worden hervat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content