Als de premier droomt

Enkele jaren geleden zou de idee alleen al bij zowat iedereen de wijsvinger aan het voorhoofd gebracht hebben, maar vandaag is het een feit: een Griek volgt als vice-president van de Europese Centrale Bank ( ECB) de Fransman Christian Noyer op. In de felle discussie daarrond slaagden de twee Belgische hoofdrolspelers, minister van Financiën Didier Reynders ( PRL) en KU Leuven-hoogleraar en VLD-senator Paul De Grauwe, erin om tegelijk waarheden als een koe te verkondigen én de boel behoorlijk te verknallen voor België. Of steekt er meer achter wat er allemaal op en rond de top van de Europese ministers van Financiën in het Spaanse Oviedo gebeurde?

De wijsvinger-aan-het-voorhoofd-boutade ten spijt, beschikt Lucas Papademos over de nodige adelbrieven om als een verantwoorde keuze voor het vice-presidentschap van de ECB te gelden. De in de VS getrainde monetaire econoom slaagde er als gouverneur van de Griekse centrale bank bijna geruisloos in om het decennialang in het inflatiebedje zieke Griekenland in de eurozone binnen te loodsen als een land dat zijn plaats in die club verdient.

De Belgische regering schoof enkele weken geleden Paul De Grauwe als kandidaat voor dat vice-presidentschap naar voren. Tot eenieders verbazing kwam De Grauwe enkele dagen voor de top van Oviedo met een vrij scherpe verklaring over het beleid van de ECB. Hij vindt het fout dat de ECB de norm van 2% inflatie als plafond hanteert. Beter zou zijn die 2% te gebruiken als langetermijndoelstelling.

De Grauwe heeft zeker gelijk. Als kandidaat-vice-president zoiets verklaren op de vooravond van de deliberatie rond de opvolging, is evenwel politieke zelfmoord. Men kan zich niet inbeelden dat De Grauwe dat niet besefte.

Minister Reynders zette de boel helemaal op stelten door vraagtekens te plaatsen bij het Franse voorrecht om volgend jaar de opvolger van de huidige ECB-voorzitter Wim Duisenberg te mogen leveren. Hoewel Reynders’ bemerking een grote mate van legitimiteit heeft, joeg ze niet alleen de Fransen maar ook de Duitsers in de gordijnen. De eis van Reynders om een Benelux-vertegenwoordiger in het directiecomité van de ECB te hebben, behoort na Oviedo lang niet meer tot de euro-evidenties.

Volgend jaar komt er een directeurszitje in dat directiecomité van de ECB vrij. Paul De Grauwe is opnieuw kandidaat, terwijl ook Peter Praet genoemd wordt, de vroegere kabinetschef van Reynders en nu directeur bij de Nationale Bank. Een derde Belgische mogelijkheid is Marcia De Wachter, de huidige vice-gouverneur van onze Nationale Bank. Het vertrek van De Wachter zou in ieder geval goed uitkomen voor Luc Coene, de rechterhand van premier Guy Verhofstadt (VLD ). Coene kan dan terug naar zijn alma mater. Het feit dat de vertrekkende ECB-directeur een dame is, speelt in het voordeel van De Wachter. Zelfs in een conservatief mannenbastion als een centrale bank neemt de gevoeligheid voor het geslachtelijk evenwicht toe.

Al kan er op een jaar in de politiek veel veranderen, het optreden van Reynders en De Grauwe gaven de Belgische kans op een ECB-directiezitje een ferme knauw. In kringen van de ECB en de Duitse Bunsdesbank valt steeds meer de naam van de 49-jarige Gertrude Tumpel-Gugerell, vandaag vice-gouverneur van de Oostenrijkse centrale bank. Misschien draagt dit scenario de onuitgesproken goedkeuring weg van enkele Belgische politieke zwaargewichten. Het is immers een publiek geheim dat Guy Verhofstadt grote Europese dromen koestert én Louis Michel tuk is op het Belgische premierschap. Een Belg op een ECB-directeursstoel maakt beide dromen onmogelijk.

Johan Van Overtveldt [{ssquf}]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content