Aloha Alaïa!

Van Azzedine Alaïa is geweten dat hij zowat alle spelregels van de modewereld aan zijn laars lapt. Commentaar bij een tentoonstelling in het Groninger Museum.

De hele goegemeente mag dan defileren binnen drie lang op voorhand vastgelegde modeweken, Azzedine Alaïa doet zijn ding wanneer hij er klaar voor is. En is dat drie weken later? Geen probleem. “De fans, die komen toch. Want ze willen zien wat ik ieder seizoen te zeggen heb,” weet Alaïa, terwijl hij commentaar levert bij zijn eerste grote solo-expo, in het Groninger Museum. Alaïa is al langer de lieveling van de modepers. Vooral de jaren tachtig waren zijn hoogdagen, toen hij stretch introduceerde in de jurk en meteen werd uitgeroepen tot de ” king of cling“. Hij kleedde sterren, van Tina Turner tot Diana Ross, van Madonna tot Danielle Mitterrand, en zijn kleding, hoe sexy ook, was nooit vulgair, altijd comfortabel. Begin jaren negentig kwam de Tunesiër wel wat in de verdrukking, en hield hij prompt op met het geven van shows.

“Mode is wat mij betreft ook kunst geworden,” zegt museumdirecteur Reyn Van der Lugt: “Als ik zie wat Van Beirendonck of Galliano doen, de interactie tussen Forsythe en Miyake, tussen Rei Kawabuko van Comme des Garçons en de Merce Cunningham Dance Company… Wat Alaïa betreft: die man is niet alleen bevriend met talloze kunstenaars, hij is ook een fervent verzamelaar.”

Basquiat, Warhol, Twombly, Picasso, Schnabel, Kiefer: ze zijn op hoogst bijzondere wijze te zien in de grote zalen van het Groninger. Telkens moet uit de confrontatie kledingstuk-werk besloten worden dat hier wel degelijk interactie heeft plaats gevonden. Zo zijn er enkele Alaïa-ontwerpen uit 1991 geplaatst tegenover ‘The Last Noise’ van Julian Schnabel, uit ’89. Een bustier met hotpants, een jurk, een shirt, met telkens een print geïnspireerd op de draagtasjes van het spotgoedkope Parijse warenhuis Tati, een grillig rood-roze vierkant. Onderaan het doek The Last Noise zit datzelfde Tati-vierkant verwerkt. Een teken van (h)erkenning? “Ach, Julian en ik kennen elkaar al lang,” zegt Alaïa, “zijn ex-vrouw is in New York nog een winkel begonnen met mijn collectie.”

De link tussen de kunstwerken en de kleding is niet altijd zo evident. Zoals bij de strakke jurken met hevige kleurpaletten en de opvallende Mao-portretten. Of de twee Basquiat-doeken, geïnspireerd op Afrika, gelinkt aan een collectie vol raffia en riet, oervormen in beige en bruine aardetinten. En in enkele gevallen doet de vergelijking erg ‘gezocht’ aan.

De expo is het werk van curator Mark Wilson, de man die Alaïa al enkele jaren volgde en zijn werk door en door kent. Toen de ontwerper de laatste dagen zelf zijn werk in de twintig zalen van het museum installeerde, kwam ook Carla Sozzani mee, die begin vorig jaar meewerkte als curator van Art and Fashion in Firenze. Mode en kunst zijn voor haar al eeuwen met elkaar verweven. “Maar goed ook dat Alaïa eindelijk krijgt waar hij recht op heeft,” zei ze net voor de opening van zijn solo-expo. En Azzedine, hij lachte met pretoogjes.

Alaïa! Nog tot 8 maart in het Groninger Museum, museumeiland 1, 9700 Groningen, Nederland. Info: Tel. 0031-50-366.65.55.

VEERLE WINDELS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content