Alleen een loonstop kan de Belgische concurrentiepositie redden

Een loonstop is de enige echte mogelijkheid om de Belgische loonkostenhandicap weg te werken. De laatste nieuwsbrief van het Planbureau laat er weinig twijfel over bestaan: de voorbije vijftien jaar is de Belgische loonkostenhandicap opgelopen tot 3,94 procent.

De sociale partners hebben theoretisch twee mogelijkheden om de loonkostenhandicap weg te werken. De eerste is de snelste en eenvoudigste: twee jaar een absolute loonstop invoeren. Ook de automatische indexaanpassing moet sneuvelen, wat neerkomt op een koopkrachtdaling. Een harde ingreep, maar wel noodzakelijke als België zijn concurrentiepositie wil vrijwaren.

De andere mogelijkheid is dat de komende twee jaar wel een indexaanpassing wordt doorgevoerd, maar dat er geen ruimte is voor reële loonstijgingen. Maar om de loonkostenhandicap toch weg te werken, zijn dan andere lastenverlagingen nodig zoals lagere sociale bijdragen. Al is dat niet direct een optie met een sociale zekerheid die in het rood staat.

De werkgevers pleiten onomwonden voor loonmatiging. De vakbonden zien dat niet direct zitten en wijzen op de nadelige impact van een negatieve loonspiraal. De koopkracht wordt aangetast, het consumentenvertrouwen krijgt een knauw en het economisch herstel dreigt te worden gefnuikt, zeggen ze.

De recente discussie tussen de sociale partners gaat te snel voorbij aan de essentie van het Belgische loonkostenprobleem. Er is de wet op het concurrentievermogen van 1996 die alles mooi regelt. Die bepaalt dat de loonkosten in België niet sneller mogen stijgen dan in de drie buurlanden. Daarvoor werd het mechanisme van de loonnorm in het leven geroepen.

De sociale partners leggen een percentage vast waarmee de lonen de komende twee jaar kunnen stijgen. Indien achteraf blijkt dat de loonkosten sterker stijgen dan in onze buurlanden dan moeten de sociale partners of de regering die handicap wegwerken. Jaren heeft die wet gewerkt.

Tussen 1997 en 2004 werd de loonnorm relatief goed toegepast. Af en toe vond een overschrijding van de loonnorm plaats, maar dat werd snel gecompenseerd. Sinds 2004 nam de Belgische loonkostenhandicap alleen maar toe. De regering en de sociale partners hebben de voorbije jaren verzuimd om daar iets aan te doen. In 2007-2008 steeg de loonkostenhandicap met 2,33 procent. En in 2008-2009 nam die nog eens met 0,9 procent toe.

Tijdens de interprofessionele onderhandelingen 2011-2012 van komend najaar hebben de sociale partners weinig keuze. De wet op de loonnorm moet weer rigoureus worden toegepast en de loonkostenhandicap moet worden weggewerkt. Als dat niet gebeurt, heeft de wet maar weinig zin, want ze wordt toch niet gerespecteerd. Haar gewoon afschaffen en kiezen voor vrije loononderhandelingen is geen optie. Dan dreigen we weer terecht te komen in het scenario van de jaren tachtig waarbij de Belgische loonkostenhandicap nooit geziene hoogten bereikte. Een handicap die we nota bene nog altijd meedragen.

Door Alain Mouton

De regering en de sociale partners hebben de voorbije jaren niets aan de loonkosten-handicap gedaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content