ALL THE PRESIDENTS MEN

JEAN-LUC DEHAENE (56).

Eerste minister van de federale regering. Studeerde rechten in Namen en economie aan de KU-Leuven. Netwerkcarrière gaande van verbondscommissaris Scouts (’63-’67) over studiedienst ACW (’65-’72), nationaal ondervoorzitter CVP-jongeren (’67-’71), lid nationaal CVP-bureau (sinds ’72), CVP-voorzitter arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde (’77-’81) tot adviseur in de kabinetten Openbare Werken en Volksgezondheid (’72-’74). Daarna kabinetschef Economische Zaken (’74-’77), Vlaamse aangelegenheden (’77-’78), eerste minister (’79-’81) en Institutionele Hervormingen (’81). Vervolgens bouwt hij een ministerloopbaan uit : Sociale Zaken en Institutionele Hervormingen (’81-’88). Informateur en formateur regering-Martens VIII (’88). In die regering vice-eerste minister en minister van Verkeerswezen en Institutionele Hervormingen. Premier sinds ’92, de huidige legislatuur loopt normaal tot ’99. Zal daarna volgens insiders moeilijk in de politiek te houden zijn.

ALFONS VERPLAETSE (66).

Gouverneur Nationale Bank. Opgeleid als licentiaat handels- en consulaire wetenschappen (KU-Leuven). Jarenlange carrière bij de Nationale Bank die hij in 1981 onderbrak voor de functie van adjunct-kabinetschef en in 1983 kabinetschef van eerste minister Martens. Keert in 1985 terug naar de Nationale Bank als lid van het directiecomité. Vice-gouverneur in 1988, gouverneur sedert juli 1989. Hij en Dehaene vormen een hechte equipe.

WIM COUMANS (46).

Voorzitter directiecomité van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid. Wordt regelmatig door Dehaene geconsulteerd en vice versa, wat zeker van pas is gekomen bij de privatisering van het Blauwe Fabriekje. Coumans is licentiaat TEW (Ufsia), was van 1977 tot 1985 verbonden aan de ACV-studiedienst, in 1985 werd hij adviseur van de toenmalige minister van Sociale Zaken Dehaene en in 1988 sociaal-economisch kabinetschef van premier Wilfried Martens. Vanuit die laatste functie werd hij per 1 april 1991 benoemd tot voorzitter van de toen nog niet geprivatiseerde NMKN. Coumans behoorde tot de elitetroepen die Dehaene in 1988 bijstonden als informateur en formateur van de regering-Martens VIII.

MARC JUSTAERT (45).

Voorzitter van de Christelijke Mutualiteiten, tevens lid van het CVP-partijbureau. Na een licentie in de rechten (KU-Leuven) volgde Justaert een bijzondere licentie sociaal recht (VUB). Dat zal zijn verdere specialiteit blijven. Hij begint zijn carrière op de CVP-studiedienst (van 1976 tot 1981) om dan voor Dehaene te gaan werken. Onder de rooms-blauwe regeringen-Martens in de jaren ’80 was hij eerst adviseur en nadien adjunct-kabinetschef van toenmalig minister van Sociale Zaken Dehaene. In 1988 promoveerde hij tot kabinetschef bij Luc Van den Brande, toen federaal minister van Tewerkstelling & Arbeid, als waakhond van Dehaene. Ook lid van de stoottroepen van Dehaene tijdens de vorming van de regering-Martens VIII in 1988. In 1991 verliet Justaert het kabinetsleven en stapte over naar de CM. Hij blijft de toeverlaat van Dehaene voor dossiers betreffende de sociale zekerheid. Met de belangrijke hervormingen in deze sector voor de deur een nuttige bron van informatie.

MARC SCHIEPERS (41).

Ondervoorzitter ASLK-Verzekeringen. Deze licentiaat in de rechten (KU-Leuven) startte zijn loopbaan als inspecteur van Financiën. Ook hij begon alras aan een kabinetscarrière, die pijlsnel verliep. Gestart als adviseur bij minister Maystadt, schopt hij het reeds in 1987 hij was amper 32 tot kabinetschef van minister van Financiën Marc Eyskens. Dehaene neemt hem in 1988 op in zijn formatie-equipe, en plaatst hem als kabinetschef bij Herman Van Rompuy, toen staatssecretaris voor Financiën. Nadat Van Rompuy de regering verlaat voor het CVP-voorzitterschap, belandt Schiepers dan toch op het kabinet-Dehaene om de plaats in te nemen van Eric Kirsch (zie verder) als kabinetschef. In zijn eerste regering wordt Schiepers door Dehaene als kabinetschef bij Begrotingsminister Mieke Offeciers, de technocrate van het VEV, geplaatst. Nog vóór Offeciers verlaat Schiepers de politiek. Hij krijgt in 1992 een topbenoeming bij de ASLK-Verzekeringen, waar hij voor Dehaene moest toezien op de privatisering.

ERIC KIRSCH (49).

Administrateur-generaal van de Regie der Luchtwegen. Net als Schiepers is Kirsch begonnen als inspecteur van Financiën, al wees zijn diploma van klassieke filologie niet meteen in die richting. Hij startte reeds in 1978 zijn kabinetsloopbaan, als begrotings- en later ook luchtvaartadviseur. Na een intermezzo bij het Europese luchtvaartagentschap Eurocontrol, stort Kirsch zich in 1986 terug in het kabinetsleven. Ook hij zit in 1988 in de werkgroep van formateur-Dehaene. Dehaene neemt hem dan als kabinetschef op Verkeerswezen. In 1990 krijgt Kirsch zijn benoeming bij de RLW. Al wat roert rond onze nationale luchthaven wordt door Dehaene druk met Kirsch besproken.

JAN SMETS (45).

Hoofd studiedienst Nationale Bank, en de kandidaat van Dehaene voor een directeurschap. Bouwde naast een carrière bij de NBB ook een kabinetsloopbaan uit. In 1988 adjunct-kabinetschef bij vice-eerste minister Dehaene om in 1991 sociaal-economisch kabinetschef te worden van premier Martens. Behoudt die functie als Dehaene het roer van Martens in 1992 overneemt. Nog voor het einde van de legislatuur keert Smets echter terug naar de bank, kwestie van daar verder carrière te kunnen maken. Nu het tijdperk-Verplaetse op zijn laatste benen loopt, is Smets de wissel van Dehaene op het toekomstige NBB-beleid.

HENRI BOGAERT (44).

Commissaris van het Plan, ofte hoofd van het Planbureau. Deze gewezen adjunct-kabinetschef van Dehaene kreeg in 1992 zijn benoeming. Hij was toen adjunct-kabinetschef van het sociaal-economisch kabinet van premier Dehaene. Als Franstalige is hij niet echt een Dehaene-boy, maar vooral een PSC-getrouwe. Toch heeft het er alle schijn van dat net als de NBB ook het Planbureau het de regering-Dehaene zo makkelijk mogelijk maakt.

CHRISTINE VANDERVEEREN (35).

Directeur-generaal Stichting van de Onderneming. Toen deze juriste en economiste (KU-Leuven) er al enkele jaren als assistente aan de KU-Leuven en adviseur bij de CVP-studiedienst op had zitten, begon ze in 1988 als adjunct-kabinetschef van Dehaene. De staatshervorming was van meet af aan haar domein. In 1992 werd ze kabinetschef algemeen beleid van Dehaene, inmiddels premier. Zij tekende achter de schermen het Sint-Michielsakkoord uit. In 1995 verlaat ze het kabinet om de nieuwe Stichting van de Onderneming te gaan leiden. Daarmee heeft Dehaene nu ook zijn entree in de werkgeverswereld.

KAREL BAECK (55).

Administrateur-generaal RVA. Startte zijn beroepsloopbaan bij de RVA maar kwam vanaf 1975 op verschillende kabinetten terecht waaronder het Kabinet van Vlaamse Aangelegenheden waar Dehaene kabinetschef was. Keerde vanaf 1980 naar de RVA terug via een benoeming als directeur RVA in… Vilvoorde. Stoomde sindsdien gestaag door om in 1990 benoemd te worden tot administrateur-generaal van de RVA. Wordt door insiders tot de inner circle van Dehaene gerekend.

ANDRÉ ALEN (46).

Assessor bij de Raad van State. Deze professor grondwettelijk recht (KU-Leuven) was jarenlang kabinetschef van premier Martens, en even ook nog van Dehaene. Zoals Michel Roelandt (zie verder) is hij voor Dehaene een nuttig informant om op voorhand te kunnen inschatten of bepaalde regeringsvoornemens al dan niet op juridische obstakels stuiten. Ambieert de overleden Louis-PaulSuetens (zie verder) op te volgen.

LOUIS-PAUL SUETENS (51).

Raadsheer Arbitragehof, tot hij voor kort op 60-jarige leeftijd overleed. Zoals Michel Roelandt (zie verder) en André Alen (zie hoger) Dehaene inlichten over de positie van de Raad van State tegenover zijn plannen, zo kon Dehaene bij Suetens terecht voor de positie van het Arbitragehof. Het gaat hier overigens in beide gevallen om tweerichtingsverkeer : de Raad van State en alleszins het Arbitragehof calculeren bij hun uitspraken niet zelden politieke evenwichten in. Suetens was hoogleraar administratief recht aan de KU-Leuven, en was lange tijd actief in de CVP, onder meer als gemeentemandataris.

MIEKE VAN DEN BERGHE (48).

Directeur-generaal Federale Voorlichtingsdienst. Was perschef van Dehaene van 1981 tot 1985, waarna ze beloond werd met de leiding van Inbel, intussen van naam veranderd tot Federale Voorlichtingsdienst. Dienst die door Dehaene via Mieke Van de Berghe uitgebouwd en ingepalmd werd gezien het enorme belang dat Dehaene hecht aan informatie.

BERNARD MARTENS (48).

Gedelegeerd bestuurder Limburgse Participatiemaatschappij. Deze doctor in de economische wetenschappen was begin van de jaren tachtig als adjunct-kabinetschef nauw betrokken bij het herstelbeleid. Behoorde tot het clubje van Dehaene-adviseurs bij de regeringsformatie van 1988. Hij bracht destijds Thyl Gheyselinck aan voor de sluiting van de KS.

ROGER MALEVÉ (44).

Directeur-generaal Gimvindus. Deze economist (KU-Leuven) begon als bestuurssecretaris op Economische Zaken en startte in 1980 een carrière op de kabinetten van achtereenvolgens Eyskens, Vandeputte en vooral Dehaene. Ook hij behoort tot de kring adviseurs van formateur-Dehaene in 1988. Hij verlaat nadien het kabinet en wordt topman van Gimvindus, de Vlaamse publieke investeringsmaatschappij voor de ex-nationale sectoren (nationale sectoren waren op het kabinet hét domein van Malevé).

FRANK ROBBEN (34).

Administrateur-generaal Sociale Kruispuntenbank (In ’90 opgerichte parastatale die personengegevens inzake SZ centraliseert). Robben werd als jong jurist (KU-Leuven) reeds in 1986 door Dehaene gerekruteerd omwille van zijn bijkomende specialisatie informatica. Robben was als kabinetsattaché eerst bij Dehaene, vanaf 1988 bij premier Martens de architect van de Kruispuntenbank. Behoort tot het dienstverlenende netwerk.

MICHEL ROELANDT.

Auditeur-generaal bij de Raad van State. Werd in 1988 kabinetschef van Paula D’Hondt, zoals Dehaene van ACW-strekking. Toen Dehaene premier werd, kreeg Roelandt de post van kabinetschef van minister Leo Delcroix. Werd dan benoemd tot hoofd van het auditoraat (te vergelijken met het openbaar ministerie) bij de Raad van State. Wanneer Dehaene zich over het oordeel van de Raad van State omtrent bepaalde wetteksten wil verzekeren, contacteert hij vooraf Roelandt.

DOMINIQUE STRUYE.

Directeur-generaal van de algemene diensten op het ministerie van Buitenlandse Zaken, met verlof. Toen Dehaene premier werd, trok hij deze diplomaat aan als adviseur voor het buitenlandse beleid. Volgens insiders is het Struye die Dehaene wegwijs heeft gemaakt in het Europese diplomatieke kluwen en de premier zin heeft doen krijgen in het buitenlands beleid, inzonderheid de Europese Unie. Eind 1994 verliet hij het kabinet, nadat hij een topbenoeming kreeg op Buitenlandse Zaken. Maar Dehaene riep hem na de vorming van zijn tweede regering midden vorig jaar terug om kabinetschef te worden van staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking Reginald Moreels. Binnenkort de Belgische ambassadeur in Bonn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content